Chapter 26

1Zie bv. Cheetham’s “Hulsean Lectures”The Mysteries, Pagan and Christian, pp. 123, 136.↑2Hormayr’sTaschenbuch, 1835. p. 235. Hagelstange wijst er op, in een hoofdstuk over middeleeuwsche feesten in zijnSüddeutsches Bauernleben im Mittelalter, hoe bij deze Christelijke orgieën, die inderdaad van heidenschen oorsprong waren, de Duitsche menschen met geweldige en luidruchtige energie reageerden tegen de inspanning en de eentonigheid van hun dagelijksch leven.↑3Dit werd duidelijk erkend door de meer intelligente voorstanders van het karnaval. Strenge menschen wilden dit feest afschaffen, en in een merkwaardig verzoekschrift, gezonden aan de Theologische Faculteit van Parijs (en aangehaald door Flogel,Geschichte des Grotesk-Komischen, vierde uitgave, p. 204) wordt het feest aldus verdedigd: “Wij doen dit volgens een oude gewoonte, opdat de dwaasheid, die ’s menschen tweede natuur is en hem schijnt aangeboren te zijn, tenminste eenmaal in het jaar vrijen loop heeft. Wijnvaten zouden springen, als we niet nu en dan de spon losmaakten om lucht in the laten. Nu zijn wij allen slecht verzekerde vaten en tonnen, die den wijn der wijsheid zouden laten wegloopen, als wij ze door voortdurende toewijding en vrees voor God lieten gisten. Wij moeten lucht inlaten, opdat hij niet bederft. Zoo geven wij ons op sommige dagen aan vermaak over, dat wij later met des te meer ijver tot de vereering van God kunnen terugkeeren”. Het losbandigheidsfeest werd niet verboden voor het midden van de zestiende eeuw en overblijfselen ervan bestonden nog (zooals in Aken) tot bijna aan het einde van de achttiende eeuw.↑4A. Méray,La Vie au Temps des Libres Prêcheurs, deel II, hoofdst. X. Een goed en op grondige bronnenstudie berustend verslag van het losbandigheidsfeestgeeft E. K. Chambers,The Mediaeval Stage, hoofdst. XIII. Het is waar, dat de Kerk en de eerste Kerkvaders dikwijls het tooneel hebben gevloekt. Maar Gregorius van Nazianza wilde een Christelijk tooneel oprichten; de middeleeuwsche mysteriespelen stonden zeker onder de bescherming van de geestelijkheid; en de heilige Thomas van Aquino, de grootste van de scholastici, veroordeelt het tooneel slechts in bedekte termen.↑5Spencer en Gillen,Northern Tribes of Central Australia, hoofdst. XII.↑6Journal Anthropological Institute, July–Dec., 1904, p. 329.↑7Westermarck(Origin and Development of the Moral Ideas, deel II, pp. 285–9) toont aan, hoe wijd verspreid de gewoonte is, een op gezette tijden terugkeerenden rustdag vast te stellen.↑8A. E. Crawley,The Mystic Rose, pp. 273et seq., Crawley brengt met dit doel van groote feesten de gewoonte in verband, die in sommige deelen der wereld gevonden wordt, van bij tijden van vrouwen te verwisselen. “Het heeft niets hoegenaamd te maken met het huwelijks-systeem, behalve dat het dat eenigen tijd verbreekt, zoodat vrouwen van een verboden graad van verwantschap te leen gegeven worden, op dezelfde gronden, waarop conventies en gewone betrekkingen bij feesten van het Saturnalische type verbroken worden; het doel is een verandering in het leven te brengen en weer opnieuw te beginnen, door alles om te ruilen wat men kan, terwijl de enkele ruilingsdaad een andere behoefte bevredigt, samengaat met het andere verlangen om de gemeenschap aaneen te smeden” (Ib., p 479).↑9G. Murray,Ancient Greek Literature, p. 211.↑10Het Grieksche drama ontstond waarschijnlijk uit een volksfeest van een min of meer sexueel karakter, en het is zelfs mogelijk, dat het middeleeuwsche drama een eenigszins daarmee overeenkomende oorsprong had (zie Donaldson,The Greek Theatre; Gilbert Murray,loc. cit.; Karl Pearson,The Chances of Death, deel ii, pp. 135–6, 280et seq.).↑11R. Canudo, “Les Chorèges Français”,Mercure de France, 1 Maart 1907, p. 180.↑12“Dit is inderdaad”, verklaart Cyples (The Process of Human Experience, p. 743), “het groote doel van de Kunst—dat zij in ons bewust doet worden groote egoïstische mogelijkheden, ons op een rudimentaire wijze gewent aan grootere verwerkelijking van de persoonlijkheid”, en zoo “zonder doel, maar toch op schitterende wijze de reine nog niet vervulde mogelijkheden in ons wekt”.↑13Zelfs als eentonige arbeid intellectueel is, is hij daardoor niet gevrijwaard tegen orgiastische reacties. Prof. L. Gurlitt toont aan (Die Neue Generation, Januari 1909, pp. 31–6) hoe de ingespannen, zonder verpoozing voortgezette intellectueele arbeid van de Pruisische seminariën zoowel onder leeraren als onder leerlingen, leidt tot de ergste vormen van orgie.↑14Rabutauxbespreekt verschillende definities van prostitutie.De la Prostitution enEurope, pp. 119 et seq. Voor den oorsprong van de namen om prostituée aan te duiden, zie men Schrader,Reallexicon, art. “Beischläferin”.↑15Digest, boek XXIII, deel II, p. 43. Als zij zich alleen aan een of twee personen gaf, al was het dan voor geld, was het geen prostitutie.↑16Guyot,La Prostitution, p. 8. Het element van koopbaarheid behoort tot het wezen van de zaak, en godsdienstige schrijvers (zooals Robert Wardlaw,D.D., uit Edinburg, in zijnLectures on Female Prostitution, 1842, p. 14), die prostitutie definieeren als “de onwettige omgang van de seksen”, en synoniem achten met theologische “fornicatie”, vervallen in een dwaze verwarring.↑17“Zulke huwelijken worden soms gebrandmerkt als “wettige prostitutie””, merkt Sidgwick op (Methods of Ethics, boek III, hoofdst. XI), “maar we voelen, dat de phrase buitensporig en paradox is”.↑18Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, p. 378. Bonger meent, dat in haar wezen de daad van prostitutie “gelijk is aan de daad van een man of een vrouw, die om economische redenen een huwelijk aangaat”.↑19E. Richard,La Prostitution à Paris, 1890, p. 44. Het kan een punt van kwestie zijn of openlijkheid of algemeene bekendheid een essentieel deel moet vormen van de definitie; het schijnt er echter bij ingesloten te zijn want anders kan de prostituée geen klanten krijgen. Reuss zegt, dat ze bovendiengeheel zonder middelen van bestaan moet zijn; dat behoort zeker niet tot het wezen der zaak. En het is ook niet noodig, zooals de Digesten nadrukkelijk zeggen dat de daad gedaan wordt “zonder genoegen”: dat kan al of niet het geval zijn, zonder invloed uit te oefenen op den prostitutie-aard van de daad.↑20Hawkesworth,Account of the Voyages, etc., 1775, deel II, p. 254.↑21R. W. Codrington,The Melanesians, p. 235.↑22F. S. Krauss,Romanische Forschungen, 1903, p. 290.↑23H. Schurtz,Altersklassen und Männerbünde, 1902, p. 190. In dit werk brengt Schurtz eenige voorbeelden samen (p. 189–201) van den oorsprong der prostitutie bij primitieve volken. Vele feiten en aanwijzingen wordengegeven door Westermarck (History ofHumanMarriagep. 66et seq., enOrigin and Development of the Moral Ideas, deel II, p. 441et seq.).↑24Bachofen (meer speciaal in zijnMutterrechtenSage von Tanaquil) beweerde, dat zelfs godsdienstige prostitutie ontstond uit den weerstand van primitieve instincten tegen de individualisatie van de liefde.Cf.Robertson Smith,Religion ofSemites, tweede uitgave p. 59.↑25Wat de reden ook zij, godsdienst en prostitutie komen dikwijls te zamen voor; het is misschien tot op zekere hoogte een speciale uiting van dat algemeene verband tusschen de godsdienstige en de sexueele impulsen, dat elders besproken is. Zoo zegt A. B. Ellis, in zijn boek over deEwe-speaking Peoples of West Africa(pp. 124, 141), dat hier vrouwen, die aan een godheid worden toegewijd, vrije prostituées worden. W. G.Summer(Folkways, hoofdst. XVI)brengt vele feiten samen over het wijd verspreid zijn van de godsdienstige prostitutie.↑26Herodotus, Boek I, hoofdst. CXVIX; Baruch, hoofdst. VI, p. 43. Geleerden van den nieuweren tijd bevestigen uit de studie van de Babylonische literatuur de beweringen van Herodotus, hoewel ze geneigd zijn te ontkennen, dat de godsdienstige prostitutie een zoo groote plaats innam als hij er aan toekent. Een Tafel van het Gilgamash-epos maakt volgens Morris Jastrow melding van prostituées als dienaressen van de godin Isthar in de stad Uruk (of Erech), die dus een centrum was en misschien het hoofd-centrum van de door Herodotus beschreven plechtigheden (Morris Jastrow,The Religion of Babylonia and Assyria, 1898, p. 475). Isthar was de godin der vruchtbaarheid, de groote moeder-godin, en de prostituées namen als tempel-dienaressen deel aan de ceremoniën, die de vruchtbaarheid zinnebeeldig moesten voorstellen. Deze priesteressen van Isthar waren bekend onder den algemeenen naam Kadishtu, “de heiligen” (op. cit., pp. 485, 660).↑27Het is gewoon onder moderne schrijvers Aphrodite Pandemos, eer dan Urania, in verband te brengen met koopbare of vrije sexualiteit, maar dat is een vergissing, want de Aphrodite Pandemos was zuiver politiek en had geen sexueele beteekenis. De vergissing was misschien wel met voorbedachten rade ingevoerd door Plato. Men heeft de mogelijkheid geopperd dat die aartsbedrieger, die niet van democratische denkbeelden hield, met moedwil trachtte de opvatting van Aphrodite Pandemos naar beneden te halen (Farnell,Cults of Greek States, deel II, p. 660).↑28Athenaeus, Boek XIII, hoofdst. XXXII. Het schijnt, dat de eenige andere Grieksche gemeenschap, waar de tempeldienst onkuischheid met zich bracht een stad was van de Locri Epizephyrii (Farnell,op. cit., deel II, p. 636).↑29Ik zeg niet een vroegere “promiscuïteit”, want de theorie van de primitieve sexueele promiscuïteit is nu in ruimen kring in discrediet, hoewel er geen redelijke twijfel aan kan bestaan, dat het in vroeger tijd heerschende moederrechtgunstiger was aan de sexueele vrijheid van vrouwen dan het latere patriarchale systeem. Zoo kon in de alleroudste Egyptische dagen een vrouw haar gunsten schenken aan iederen man dien zij wilde, door hem haar kleed te zenden, zelfs als ze getrouwd was. Na verloop van tijd leidde het zich uitbreiden van de rechten der mannen er toe, dat dit beschouwd werd als misdadig, maar de priesteressen van Ammon behielden tot het laatst dit voorrecht, daar zij onder goddelijke bescherming stonden (Flinders Petrie,Egyptian Tales, pp. 10, 48).↑30We moeten hieraan toevoegen, dat Farnell (“The Position of Women in Ancient Religion”,Archiv für Religionswissenschaft, 1904, p. 88) de godsdienstige prostitutie van Babylonië tracht uit te leggen als een speciale godsdienstige wijziging van de gewoonte de maagdelijkheid voor het huwelijk te vernietigen, om den echtgenoot te vrijwaren tegen de mystieke gevaren van de defloratie. E. S. Hartland (“Concerning the Rite at the Temple of Mylitta”,Anthropological Essays Presented to E. B. Tylerp. 189) veronderstelt, dat dit een godsdienstige plechtigheid bij de puberteit was, die in verband stond met de ceremonieele defloratie. Deze theorie is echter niet algemeen door Semitische geleerden aangenomen.↑31De meisjes van dezen stam, die opmerkelijk knap zijn, keeren, nadat zij twee of drie jaar doorgebracht hebben met het verzamelen van zoo’n bruidsschat, naar huis terug om te trouwen; men zegt, dat zij zeer goede vrouwen en moeders worden. Zij worden beschreven door Bertherand in Parent-Duchâtelet,La Prostitution à Paris, deel II, p. 539.↑32In Abyssinië (volgens Fiashi,British Medical Journal,Maart 13, 1897), waar de prostitutie altijd in hooge eer gehouden is, achten de prostituées, dietegenwoordig tweemaal in de week medisch onderzocht worden, haar beroep in geenen deele schandelijk; zij vinden later gemakkelijk echtgenooten. Ook Potter (Sohrab und Rustem, pp. 168et seq.) geeft aanwijzingen over volken, die ver verspreid zijn over de Oude Wereld en de Nieuwe, onder wie de jonge vrouwen prostitutie uitgeoefend hebben om een bruidschat te verkrijgen.↑33In Tralles, in Lydië was zelfs in de tweede eeuw voor Christus, zooals Sir W. M. Ramsay opmerkt (Cities of Phrygia, deel I, pp. 115) geheiligde prostitutie nog een eerbare handeling voor vrouwen van goede geboorte, die “zich geroepen voelen het goddelijke leven te leiden onder den invloed der goddelijke inspiratie”.↑34De geleidelijke secularisatie van de prostitutie van haar vroegeren godsdienstigen vorm is door verschillende schrijvers nagegaan (zie b.v. DupouneyLa Prostitution dans l’Antiquité). De vroegste waardeerende vermelding van de hetare wordt in de literatuur gevonden, volgens Benecke (Antimachus of Colophon, p. 36), in Bacchylides.↑35Cicero,Oratis prô Coelio, hoofdst. XX.↑36Pierre Dufour,Histoire de la Prostitution, deel II, hoofdst. XIX-XX. De werkelijke schrijver van deze welbekende geschiedenis van de prostitutie, die, hoewel ze niet wetenschappelijk is in haar methoden, een groote massa interessant nieuws samenbrengt, zegt men, dat Paul Lecroix is.↑37Rabutaux beschrijft, in zijnHistoire de la Prostitution en Europe, vele pogingen om de prostitutie te onderdrukken;cf.Dufour,op. cit., deel III.↑38Dufour,op. cit., deel VI, hoofdst. XLI. Het was onder de regeering van Hendrik III, dat er verordend werd de bordeelen te dulden.↑39In de achttiende eeuw vooral kwamen huizen van prostitutie in Parijs tot een verwonderlijken graad van glans en bloei. Dank zij de voortdurende waakzame belangstelling van de politie werd een groote mate van gedetailleerde inlichtingen over deze instellingen opgezameld, en in de laatste jaren is er veel van gepubliceerd. Een opsomming van deze literatuur zal men vinden inNeue Forschungen über den Marquis de Sade und seine Zeit, 1904, p. 97et seq.van Dühren.↑40Rabutaux,op cit., p. 54.↑41Calza heeft de geschiedenis geschreven van de prostitutie in Venetië; en de inhoud van sommige van de documenten, die hij vond, is medegedeeld door Mantegazza,Gli Amori degli Uomimi, hoofdst. XIV. Bij het begin van de zeventiende eeuw, een tamelijk late periode, bezocht Coryat Venetië en gaf in zijnCruditieseen volledig en belangwekkend verslag van de courtisanes daar, die toen, naar hij zegt, minstens 20.000 in getal waren; de belasting die zij voor den staat inbrachten onderhield een dozijn galeien.↑42J. Schrank,Die Prostitution in Wien, deel I, pp. 152–206.↑43U. Robert,Les Signes d’Infamie au Moyen Age, hoofdst. IV.↑44Rudeck (Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland, pp. 26–36) geeft vele bijzonderheden over de belangrijke rol, gespeeld door prostituées en bordeelen in het middeleeuwsche Duitsche leven.↑45Zij worden beschreven door Rabutaux,op. cit., pp. 90et seq.↑46L’Année Sociologique, zevende jaar, 1904, p. 440.↑47Bloch,Der Ursprung der Syphilis, Wat de Duitsche “Frauenhausen” aangaat, zie men Max Bauer,Das Geschlechtsleben in der Deutschen Vergangenheit, pp. 133–214. In Parijs, zegt Dufour, (op. cit., deel V, hoofdst. XXXIV), hadden bordeelen onder de verordeningen van den heiligen Lodewijk vele rechten, die zij ten slotte verloren in 1560, toen zij enkel huizen waren die geduld werden zonder statuten, speciale costuums, of beperking tot speciale straten.↑48“Cortegiana, hoc est meretrix honesta”, schreef Burckhardt, de secretarisvan den paus, aan het begin van de zestiende eeuw,Diarium, ed. Thuasne, deel II, p. 442; andere autoriteiten worden door Thuasne in een noot aangehaald.↑49Burckhardt,Diarium, deel III, p. 167. Thuasne haalt een andere autoriteit aan ter bevestiging.↑50Het voorbeeld van Holland, waar sommige groote steden de contrôle hebben aangenomen en andere niet, is leerzaam, wat den denkbeeldigen aardvan de voordeelen van de contrôle aangaat. In 1883 gaf Dr. Després cijfers, geleverd door Hollandsche ambtenaren, die aantoonen, dat in Rotterdam, waar de prostitutie onder contrôle stond, zoowel prostitutie als venerische ziekten meer voorkwamen dan in Amsterdam, een stad zonder contrôle (A. Després,La Prostitution en France, p. 122).↑51In 1802 werd het medisch onderzoek van prostituées in Parijsche bordeelen ingevoerd, hoewel het niet voor 1825 ten volle ingesteld en algemeen gemaakt werd.↑52M. L. Heidingsfeld, “The Control of Prostitution”,Journal American Medical Association, January 30, 1904.↑53Zie, b.v. G. Bérault,La Maison de Tolérance, Thèse de Paris, 1904.↑54Zoo zijn de omstandigheden van het Engelsche leger in Indië van een speciaal karakter. Een aantal feiten (uit de rapporten van commissies, officieele publicaties, etc.) aangaande den goeden invloed van regeling bij het doen verminderen van venerische ziekten in Indië, samengebracht door den Kolonel-Geneesheer F. H. Welch, “The Prevention of Syphilis”,Lancet, Augustus 12, 1899. Het systeem is afgeschaft, maar alleen tengevolge van den drang van het publiek en niet wegens ongunstige resultaten.↑55Zoo wilde Richards, die regeling goedkeurt, en die de opdracht had er aan de Parijsche gemeenteraad verslag over te doen, meisjes niet als prostituées van beroep ingeschreven hebben voor zij meerderjarig zijn en in staat zich duidelijk voor oogen te stellen, waartoe zij zich verbinden (E. Richards,La Prostitution à Paris, p. 147). Maar op dien leeftijd oefenen vele prostituées haar beroep al jarenlang uit.↑56In Duitschland, waar de behandeling van geïnfecteerde prostituées, die onder contrôle staan, bijna overal gedwongen is, gewoonlijk op kosten van de gemeenschap, heeft men bevonden, dat de gemiddelde leeftijd, waarop zij met syphilis geïnfecteerd worden, achttien jaar is; de gemiddelde leeftijd van prostituées in bordeelen is hooger dan die van haar, die er buiten wonen, en een veel grootere proportie is daarom immuun geworden tegen ziekte (Blaschko, “Hygiene der Syphilis”, in Weyl’sHandbuch der Hygiene, deel II, p. 62, 1900).↑57A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst. V.↑58Bonger brengt statistieken samen, die dit punt illustreeren,op. cit., pp. 402–6.↑59The Nightless City, p. 125.↑60Ströhmberg, zooals hij aangehaald wordt door Aschaffenburg,Das Verbrechen, 1903, p. 77.↑61Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906. Heft 10, p. 460. Maar deze oorzaak werkt ongetwijfeld in sommige gevallen van ongetrouwde vrouwen in Duitschland, die niet in staat zijn werk te krijgen (zie het artikel van Henriette Arendt, assistente bij de politie te Stuttgart,Sexual-Probleme, December, 1908).↑62Zoo vinden we bijvoorbeeld, dat Irma von Troll-Borostyáni in haar boek,Im Freien Reich(p. 176) zegt: “Ga en vraag deze ongelukkige schepsels of zij uit vrije wil zich aan de zonde hebben overgegeven. En zij zullen U bijna allemaal een verhaal vertellen van nood en armoede, van honger en gebrek aan werk, die haar er toe gedreven hebben, of anders van liefde en verleiding en de vrees voor ontdekking van haar misstap, die haar uit haar huis verdreven hebben, hulpeloos en verlaten, in den poel van misdaad, waaruit bijna geen redding is”. Het is natuurlijk volkomen waar, dat de prostituée dikwijls bereid is zulke verhalen te doen aan philantropische personen, die verwachten ze te hooren, en soms haar zelfs de woorden in den mond geven.↑63C. Booth,Life and Labour, laatste deel, p. 125. Zoo zegt Kullberg, dat in Zweden meisjes van dertien tot zeventien jaar, die thuis bij haar ouders in goede omstandigheden wonen, dikwijls op straat gevonden zijn.↑64W. Acton,Prostitution, 1870, pp. 39, 49.↑65In Lyon lieten van de 3884 prostituées er 3194 haar beroep varen, of het scheen tenminste, dat zij dit deden; in Parijs werden een groot aantal van haar dienstmeisjes, naaisters of kleermaaksters, beroepen, die zij in veel gevallen ongetwijfeld vroeger ook uitgeoefend hadden (Parent-Duchâtelet,De la Prostitution, 1857, deel I, p. 584; deel II, p. 451). Slogget (die aangehaald wordt door Acton) zeide, dat in Davenport 250 van de 1775 prostituées trouwden. Het is wel bekend, dat prostituées soms zeer goede huwelijken doen. Het werd bijna een eeuw geleden opgemerkt, dat huwelijken van prostituées met rijke mannen vooral in Engeland veel voorkwamen, en dat ze gewoonlijk gelukkig waren; hetzelfde schijnt nog waar te zijn. In haar eigen stand huwen zij meermalen met huurkoetsiers en politie-agenten, de twee klassen van mannen, waarmee ze op straat in nauw contact komen. Wat Duitschland betreft zegt C. K. Schneider (DieProstituierteund die Gesellschaft), dat jonge prostituées allerlei soort van bezigheden en betrekkingen aannemen, terwijl ze soms, als ze wat geld gespaard hebben, een zaakje opzetten, terwijl oude prostituées koppelaarsters, bordeel-houdsters, toiletvrouwen enz. worden. Niet weinige prostituées trouwen, voegt hij er aan toe, maar haar aantal onder de ingeschreven Duitsche prostituées is heel klein, minder dan 2 percent.↑66G. de Molinari,La Viriculture, 1897, p. 155.↑67Reuss en andere schrijvers hebben typische uittreksels uit de kasboeken van prostituées gepubliceerd, die doen zien hoeveel zij verdienen. Zelfs inde gewone bordeelen in Philadelphia (volgens Goodchild, “The Social Evil in Philadelphia”,Arena, Maart, 1896), verdienen meisjes twintig dollars of meer in de week, wat veel meer is dan wat zij in eenigen anderen werkkring, die voor haar open is, zouden kunnen verdienen.↑68A. Després,La Prostitution en France, 1883.↑69Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, 1905, p. 378–414.↑70La Donna Delinquente, p. 401.↑71Raciborski,Traité de l’Impuissance, p. 20. We kunnen hier aan toevoegen, dat Bergh, een toonaangevende autoriteit over de anatomische eigenaardigheden van de uitwendige vrouwelijke sexueele organen, die meent, dat sterke ontwikkeling van de uitwendige genitaliën samengaat met losbandige neigingen, niet gevonden heeft dat zulke ontwikkeling veel voorkomt onder prostituées.↑72Hammer, die veel gelegenheid gehad heeft om de psychologie van de prostituées te bestudeeren, merkt op, dat hij geen reden heeft gezien om sexueele koelheid te onderstellen (Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906, Heft 2, p. 85), hoewel hij, zooals hij elders geconstateerd heeft, meent, dat luiheid eer dan overmaat van zinnelijkheid de voornaamste oorzaak is van de prostitutie.↑73Zie “The Sexual Impulse in Women”, in het derde deel van dezeStudies.↑74Tait constateerde, dat in Edinburgh vele getrouwde vrouwen waren, die met haar echtgenooten in gunstige omstandigheden verkeerden, kinderen hadden, en die toch als prostituées leefden, nl. dat ze de gewoonte hadden afspraken met vreemdelingen te maken.↑75Janke brengt gegevens te zamen, die hierop wijzen,Die WillkürlicheHervorbringungdes Geschlechts, p. 275. “Als wij een prostituée van vijf en dertig jaar vergelijken met haar fatsoenlijke zuster”, merkte Acton op (Prostitution, 1870, p. 39), “dan vinden we zelden dat de verwoestingen van het gestel, die men dikwijls denkt, dat de noodzakelijke gevolgen zijn van de prostitutie, veel erger zijn dan de verwoestingen, die moeten toegeschreven worden aan de zorgen voor een familie en den uitputtenden strijd van deugdzamen arbeid”.↑76Hirschfeld zegt (Wesen der Liebe, p. 35), dat de begeerte naar omgang met een sympathiek persoon verhoogd wordt en niet verminderd door een beroeps-coïtusdaad.↑77Dit is duidelijk aangetoond door Hans Ostwald (aan wien ik de boven aangehaalde opmerking van een prostituée ontleen), een van de beste autoriteiten op het gebied van het leven en den aard der prostituées; zie b.v. zijn artikel, “Die erotischen Beziehungen zwischen Dirne und Zuhälter,”Sexual-Probleme, Juni, 1908. In het volgende nummer van hetzelfde tijdschrift (Juli, 1908, p. 393) is Dr. Max Marcuse het eens met de beweringen van Ostwald, en zegt dat de brieven van prostituées en haar minnaars minnebrieven zijn precies zoo als de brieven van fatsoenlijke menschen uit dezelfde klasse, en met dezelfde elementen van liefde en jaloezie; deze verhoudingen, merkt hij op, zijn soms zeer standvastig. De prostituée-schrijfster van hetTagebuch einer Verlorenen(p. 147) geeft ook eenige opmerkingen over de verhoudingen van de prostituée en haar minnaar, en zegt dat het eenvoudig de natuurlijke verhouding is tusschen een meisje en haar minnaar.↑78Zoo vond Moraglia, dat van de 180 prostituées in Noord-Italiaansche bordeelen en van 23 elegante Italiaansche en buitenlandsche cocottes allen toegaven, dat zij masturbeerden, bij voorkeur door wrijving van de clitoris; 113 van haar, de meesten, verklaarden, dat zij alleen uitgevoerde of wederkeerige masturbatie prefereerden boven normalencoïtus. Hammer zegt (Zehn Lebensläufe Berliner Kontrollmädchenin Ostwald’s serie van “Grosstadt Dokumente”, 1905) dat, als zij in het ziekenhuis zijn, de zestig prostituées allemaal op drie of vier na, masturbeeren, en dat zij, die het niet doen, door de andere uitgelachen worden.↑79Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen, Jahrgang VII, 1905, p. 148; Hammervond, dat van de vijf en twintig prostituées in een verbeteringsgesticht er wel drie en twintig homosexueel waren, of op goede gronden verondersteld werden het te zijn. Hirschfeld (Berlins Drittes Geschlecht, p. 65) zegt, dat prostituées soms vrouwen uit den beteren stand aanspreken, waarvan zij, om haar mannelijk uitzien, meenen dat ze homosexueel zijn; van personen van haar eigen sekse nemen prostituées een kleinere belooning, en soms weigeren ze betaling geheel.↑80Bij de prostitutie is het, evenals bij de erfelijkheid, natuurlijk moeilijk het element der erfelijkheid te scheiden van dat der omgeving, zelfs als wij goeden grond hebben om te gelooven, dat de factor der erfelijkheid hier, evenals door het geheele leven, niet na kan laten veel gewicht in de schaal te leggen. Het is in ieder geval zeker, dat prostitutie dikwijls “in de familie zit”. “Het is dikwijls mijn ondervinding geweest”, schrijft een vroegere prostituée (Hedwig Hard,Beichte einer Gefallenen, p. 156) “dat, als in een familie een meisje het pad der prostitutie betreedt haar zuster haar spoedig daarop volgt. Ik heb onnoemelijk veel gevallen gezien; soms staan wel drie zusters tegelijk op de lijst, en ik heb een geval gekend van vier zusters, wier moeder, een vroedvrouw, in de gevangenis was geweest, en waarvan de vader dronk. In dit geval raakten alle vier de zusters, die heel mooi waren, getrouwd, een ten minste zeer gelukkig, met een rijken dokter, die haar uit het bordeel nam, toen ze zestien jaar oud was en haar opvoedde”.↑81Dit wordt niet tegengesproken door het ontwijfelbare feit, dat prostituées in het geheel niet altijd tevreden zijn met het leven, dat zij kiezen.↑82Dit punt is besproken door Bloch,Sexualleben unserer Zeit, hoofdst. XIII.↑83Verschillende series observaties zijn geresumeerd door Lombroso en Ferrero,La Donna Delinquente, 1893, deel III, hoofdst. IV.↑84History of European Morals, deel III, p. 283.↑85In gelijken geest heeft Lord Morley geschreven (Diderot, deel II, p. 20). “De reinheid van het gezin, zoo liefelijk en dierbaar als ze is, is tot nu toe alleen maar verzekerd door het in stand houden van een groot en droevigleger van vrouwelijke paria’s … op wier hoofd, evenals op den zondebok van den Hebreeuwschen ritus, wij al de ongerechtigheden stapelen van ons en onze kinderen, alle overtredingen en alle zonden, en die we dan met verwenschingen wegzenden naar de onreine uiterste wildernis en het onbewoonde land”.↑86Horatius,Satires, boek I, 2.↑87Augustinus,De Ordine, boek II, hoofdst. IV.↑88De Regimine Principum(Opuscula XX), boek IV, hoofdst. XIV. Ik dank de verwijzing naar de juiste plaats, waar dit gezegde voorkomt, aan den Rev. H. Northcote; gewoonlijk wordt ze in vager termen aangehaald.↑89Lea,History of Auricular Confession, deel II, p. 69. Er was, schijnt het, zelfs een excentriek besluit van de theologen uit Salamanca, dat bepaalde, dat een non geld kon aannemen, “licite et valide”.↑90Lea,op. cit.deel II, pp. 263, 399.↑91Rabutaux,De la Prostitution en Europe, pp. 22et seq.↑92Burton,Anatomyof Melancholy, deel III, Sect. III, Mem. VI, Subs. II.↑93B. Mandeville,Remarks to Fable of the Bees, 1714, pp. 93–9;cf.P. Sackmann,Bernard de Mandeville, pp. 101–4.↑94Deze omstandigheden begunstigen tijdelijke vrije verbintenissen, maar zij begunstigen ook de prostitutie. De reden is, volgens Adolf Gerson (Sexual-Probleme, September, 1908), dat de vrouw uit de goede klasse geen vrije vereenigingen hebben wil. Gedeeltelijk door moreele tradities, en gedeeltelijk door een gevoel, dat een man wettig haar eigendom moet zijn, wil zij zich niet uit liefde aan een man geven; en daarom gaat hij naar de vrouw uit den lageren stand, die zich voor geld geeft.↑95Vele meisjes, zeide Ellice Hopkins, komen in moeilijkheid, alleen omdat zij iets in zich hebben van het “zwarte geitje”, dat vroolijk moet zijn en spelen, maar dat niet in gevaar wenscht te komen. “Is het niet hard”, voegde zij er bij, “dat de mannen naast haar dwaze, dansende voeten een bodemlooze put gegraven hebben en dat zij haar dansen en springen niet in veiligheid kan genieten en haar mooie veeren kan aandoen als het dwaze vogeltje, dat ze is, zonder dat een enkele misstap haar over den rand stort en haar achterlaat, met al haar vrouwelijkheid in haar vernietigd?”↑96A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst.V.↑97Zooals aangehaald wordt door Bloch,SexuallebenunsererZeit, p. 358. In Berlijn is in de laatste jaren het aantal prostituées toegenomen, bijna dubbel zoo snel als de algemeene bevolking toegenomen is. Het is ongetwijfeld waarschijnlijk, dat het aanbod de vraag zal doen toenemen.↑98Goncourt,Journal, deel IIIp. 49.↑99Vanderkiste,The Dens of London, 1854, p. 242.↑100Bonger(Criminalité et Conditions Economiques, p. 406) verwijst naar het veel voorkomen van prostitutie onder naaisters en modistes, zoowel als onder dienstboden, omdat dit wijst op den invloed van de aanraking met de weelde, en voegt er bij, dat de rijke vrouwen, die neerzien op de prostitutie, zich niet altijd duidelijk voor oogen stellen dat zij zelf een belangrijke factor zijn voor de prostitutie, door haar weelderigheid en haar ledigheid beide; terwijl ze niet schijnen te begrijpen, dat zij evenzoo zouden handelen, als ze in dezelfde omstandigheden waren geplaatst.↑101H. Lippert legde, in zijn boek over de prostitutie in Hamburg, zeer den nadruk op het verlangen naar kleeding en versiering, als een factor van de prostitutie, en Bloch (Das Sexualleben unserer Zeit, p. 372) meent, dat deze factor gewoonlijk onderschat wordt, en dat hij een speciaal machtigen invloed uitoefent op dienstboden.↑102Sedert dit geschreven werd, is de invloed van het leven van verscheidene generaties in de stad tot het immuun maken van een familie voor de verkeerdheden van dat leven (hoewel zonder betrekking op de prostitutie) uiteengezet door Reibmayr,Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies, 1908, deel II, p.p. 73et seq.↑103In Frankrijk is deze intimiteit belichaamd in het heerlijke voorrecht vantutoyeeren, “Het mysterie van hettutoyeeren!” roept Ernest La Jeunesse inL’Holocauste: “Slagboomen, die vallen, sluiers, die opgelicht worden, en de genoegelijkheid van het bestaan! Eens, toen ik mij erg eenzaam voelde en trachtte te wennen aan Parijs en aan het ongeluk, was ik bereid mijlen af te leggen—te voet natuurlijk—om een nichtje en een tante op te zoeken, alleen maar om iemand te mogentutoyeeren. Soms waren ze niet thuis, en dan moest ik weer terug met mijn behoefte aan vertrouwelijkheid en familiariteit en broederlijkheid”.↑104Voor Sommige feiten en verwijzingen naar de uitgebreide literatuur over dezen handel, zie men bv. Bloch,Das Sexualleben unserer Zeit, pp. 374–376; ook K. M. Baer,Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Sept. 1908; Paulucci de Colboli,Nuova Antologia, April 1902.↑105Deze beschouwingen gelden niet voor vele soorten van sexueel geperverteerden, die een belangrijk aandeel vormen van de cliënten van bordeelen. Deze kunnen dikwijls, wat zij begeeren, gemakkelijker in een bordeel vinden dan daar buiten.↑106Zoo raadt Charles Booth, in zijn groote werk overLife and Labor in London, laatste deel (p. 128) aan, dat “rendez-vous-huizen”in plaatsvan vervolgd te worden, moesten geduld worden als een schrede in de richting van het onderdrukken van bordeelen.↑107“Steden, zooals Woolwich, Aldershot, Portsmouth, Plymouth”, zegt men wel eens, “zijn vol van ellendige, vuile monsters, die niet meer op vrouwen gelijken; maar het is drank, verachting, ruwheid en ziekte, die haar in dezen toestand gebracht hebben, niet het enkele feit, dat ze omgang hebben met mannen”.↑108“Het prostitutie-contract kan in de oogen van de prostituées zelf”, volgens Bernaldo de Quiros en LlanasAguilaniedo, “niet gelijk gesteld worden met een koop-akte of een werk-contract, noch met een anderen ruilhandel, die door de burgerlijke wetgeving erkend wordt. Zij vinden, dat er in zulk een contract altijd een element komt, dat het meer doet gelijken op een gift. “Hetlichaam van een vrouw heeft geen prijs” is een axioma van de prostitutie. Het geld, dat gelegd wordt in de handen van haar, die de bevrediging van sexueel verlangen verzekert, is niet de prijs voor de daad, maar een offer, door de priesteres van Venus geëischt voor haar onderhoud”. Voor den Spanjaard is, wel is waar, iedere verrichting, die aan handel doet denken, verachtelijk, maar het principe, dat aan dit gevoelen ten grondslag ligt, geldt ook voor de prostitutie in het algemeen.↑109Journal des Goncourt, deel III; dit was in 1866.↑110E. Lyttelton,Training of the Young in Laws of Sex, p. 42.↑111Zie bv. R. W. Taylor,Treatise on Sexual Disorders, 1897, pp. 74–75. Georg Hirth (Wege zur Heimat, 1909, p. 619) vertelt het geval van een jong officier, die opgewonden door de liefkoozingen van zijn verloofde, terwijl hij te veel respect voor haar had om verder te gaan dan dit en te veel respect voor zich zelf om te masturbeeren, niet beter wist te doen dan naar een prostituée te gaan. Syphilis ontwikkelde zich eenige dagen na de bruiloft. Hirth voegt er kort aan toe, dat de gevolgen vreeselijk waren.↑112Het is een dikwijls aangehaalde passage, maar ze kan haast niet dikwijls genoeg herhaald worden: “Ge ziet dat deze ijzeren plaat niet geheel plat is: ze heeft een bult, hier aan den linkerkant. Hoe moeten we ze plat krijgen? Natuurlijk, zult ge antwoorden, door op het uitstekende deel te slaan. Nu, hier is een hamer, en ik geef de plaat een slag, zooals ge aanraadt. Harder, zegt ge. Nog geen resultaat. Nog een slag? Nu, vooruit maar, en nog een en nog een. De verhevenheid blijft, ziet ge: het kwaad is even groot als vroeger—ja, zelfs grooter. Maar dat is niet alles. Kijk eens, hoe de plaat aan den anderen kant krom getrokken is. Waar ze tevoren plat was, daar is ze nu gebogen. We hebben ze mooi verknoeid. In plaats dat we het oorspronkelijke kwaad verbeterd hebben, hebben we er een tweede bij gemaakt. Als we een werkman gevraagd hadden, die ervaren was in het “pletten”, zooals het genoemd wordt, dan zou hij ons vertellen, dat er geen goed te doen was, niets dan kwaad, door op het uitstekende deel te slaan. Hij zou ons geleerd hebben verschillend gerichte en speciaal geplaatste slagen met een hamer op een andere plaats te doen: zoo het kwaad aan te vallen, niet door directe, maar door indirecte handelingen. Het vereischte proces is minder eenvoudig dan ge gedacht had. Zelfs een metalen plaat kan niet met succes behandeld worden op die verstandige wijze, waarin ge zooveel vertrouwen hebt. Wat zullen we dan zeggen over een maatschappij?… Is de menschheid gemakkelijker in orde te krijgen dan een ijzeren plaat?” (The Study of Sociology, p. 270).↑

1Zie bv. Cheetham’s “Hulsean Lectures”The Mysteries, Pagan and Christian, pp. 123, 136.↑2Hormayr’sTaschenbuch, 1835. p. 235. Hagelstange wijst er op, in een hoofdstuk over middeleeuwsche feesten in zijnSüddeutsches Bauernleben im Mittelalter, hoe bij deze Christelijke orgieën, die inderdaad van heidenschen oorsprong waren, de Duitsche menschen met geweldige en luidruchtige energie reageerden tegen de inspanning en de eentonigheid van hun dagelijksch leven.↑3Dit werd duidelijk erkend door de meer intelligente voorstanders van het karnaval. Strenge menschen wilden dit feest afschaffen, en in een merkwaardig verzoekschrift, gezonden aan de Theologische Faculteit van Parijs (en aangehaald door Flogel,Geschichte des Grotesk-Komischen, vierde uitgave, p. 204) wordt het feest aldus verdedigd: “Wij doen dit volgens een oude gewoonte, opdat de dwaasheid, die ’s menschen tweede natuur is en hem schijnt aangeboren te zijn, tenminste eenmaal in het jaar vrijen loop heeft. Wijnvaten zouden springen, als we niet nu en dan de spon losmaakten om lucht in the laten. Nu zijn wij allen slecht verzekerde vaten en tonnen, die den wijn der wijsheid zouden laten wegloopen, als wij ze door voortdurende toewijding en vrees voor God lieten gisten. Wij moeten lucht inlaten, opdat hij niet bederft. Zoo geven wij ons op sommige dagen aan vermaak over, dat wij later met des te meer ijver tot de vereering van God kunnen terugkeeren”. Het losbandigheidsfeest werd niet verboden voor het midden van de zestiende eeuw en overblijfselen ervan bestonden nog (zooals in Aken) tot bijna aan het einde van de achttiende eeuw.↑4A. Méray,La Vie au Temps des Libres Prêcheurs, deel II, hoofdst. X. Een goed en op grondige bronnenstudie berustend verslag van het losbandigheidsfeestgeeft E. K. Chambers,The Mediaeval Stage, hoofdst. XIII. Het is waar, dat de Kerk en de eerste Kerkvaders dikwijls het tooneel hebben gevloekt. Maar Gregorius van Nazianza wilde een Christelijk tooneel oprichten; de middeleeuwsche mysteriespelen stonden zeker onder de bescherming van de geestelijkheid; en de heilige Thomas van Aquino, de grootste van de scholastici, veroordeelt het tooneel slechts in bedekte termen.↑5Spencer en Gillen,Northern Tribes of Central Australia, hoofdst. XII.↑6Journal Anthropological Institute, July–Dec., 1904, p. 329.↑7Westermarck(Origin and Development of the Moral Ideas, deel II, pp. 285–9) toont aan, hoe wijd verspreid de gewoonte is, een op gezette tijden terugkeerenden rustdag vast te stellen.↑8A. E. Crawley,The Mystic Rose, pp. 273et seq., Crawley brengt met dit doel van groote feesten de gewoonte in verband, die in sommige deelen der wereld gevonden wordt, van bij tijden van vrouwen te verwisselen. “Het heeft niets hoegenaamd te maken met het huwelijks-systeem, behalve dat het dat eenigen tijd verbreekt, zoodat vrouwen van een verboden graad van verwantschap te leen gegeven worden, op dezelfde gronden, waarop conventies en gewone betrekkingen bij feesten van het Saturnalische type verbroken worden; het doel is een verandering in het leven te brengen en weer opnieuw te beginnen, door alles om te ruilen wat men kan, terwijl de enkele ruilingsdaad een andere behoefte bevredigt, samengaat met het andere verlangen om de gemeenschap aaneen te smeden” (Ib., p 479).↑9G. Murray,Ancient Greek Literature, p. 211.↑10Het Grieksche drama ontstond waarschijnlijk uit een volksfeest van een min of meer sexueel karakter, en het is zelfs mogelijk, dat het middeleeuwsche drama een eenigszins daarmee overeenkomende oorsprong had (zie Donaldson,The Greek Theatre; Gilbert Murray,loc. cit.; Karl Pearson,The Chances of Death, deel ii, pp. 135–6, 280et seq.).↑11R. Canudo, “Les Chorèges Français”,Mercure de France, 1 Maart 1907, p. 180.↑12“Dit is inderdaad”, verklaart Cyples (The Process of Human Experience, p. 743), “het groote doel van de Kunst—dat zij in ons bewust doet worden groote egoïstische mogelijkheden, ons op een rudimentaire wijze gewent aan grootere verwerkelijking van de persoonlijkheid”, en zoo “zonder doel, maar toch op schitterende wijze de reine nog niet vervulde mogelijkheden in ons wekt”.↑13Zelfs als eentonige arbeid intellectueel is, is hij daardoor niet gevrijwaard tegen orgiastische reacties. Prof. L. Gurlitt toont aan (Die Neue Generation, Januari 1909, pp. 31–6) hoe de ingespannen, zonder verpoozing voortgezette intellectueele arbeid van de Pruisische seminariën zoowel onder leeraren als onder leerlingen, leidt tot de ergste vormen van orgie.↑14Rabutauxbespreekt verschillende definities van prostitutie.De la Prostitution enEurope, pp. 119 et seq. Voor den oorsprong van de namen om prostituée aan te duiden, zie men Schrader,Reallexicon, art. “Beischläferin”.↑15Digest, boek XXIII, deel II, p. 43. Als zij zich alleen aan een of twee personen gaf, al was het dan voor geld, was het geen prostitutie.↑16Guyot,La Prostitution, p. 8. Het element van koopbaarheid behoort tot het wezen van de zaak, en godsdienstige schrijvers (zooals Robert Wardlaw,D.D., uit Edinburg, in zijnLectures on Female Prostitution, 1842, p. 14), die prostitutie definieeren als “de onwettige omgang van de seksen”, en synoniem achten met theologische “fornicatie”, vervallen in een dwaze verwarring.↑17“Zulke huwelijken worden soms gebrandmerkt als “wettige prostitutie””, merkt Sidgwick op (Methods of Ethics, boek III, hoofdst. XI), “maar we voelen, dat de phrase buitensporig en paradox is”.↑18Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, p. 378. Bonger meent, dat in haar wezen de daad van prostitutie “gelijk is aan de daad van een man of een vrouw, die om economische redenen een huwelijk aangaat”.↑19E. Richard,La Prostitution à Paris, 1890, p. 44. Het kan een punt van kwestie zijn of openlijkheid of algemeene bekendheid een essentieel deel moet vormen van de definitie; het schijnt er echter bij ingesloten te zijn want anders kan de prostituée geen klanten krijgen. Reuss zegt, dat ze bovendiengeheel zonder middelen van bestaan moet zijn; dat behoort zeker niet tot het wezen der zaak. En het is ook niet noodig, zooals de Digesten nadrukkelijk zeggen dat de daad gedaan wordt “zonder genoegen”: dat kan al of niet het geval zijn, zonder invloed uit te oefenen op den prostitutie-aard van de daad.↑20Hawkesworth,Account of the Voyages, etc., 1775, deel II, p. 254.↑21R. W. Codrington,The Melanesians, p. 235.↑22F. S. Krauss,Romanische Forschungen, 1903, p. 290.↑23H. Schurtz,Altersklassen und Männerbünde, 1902, p. 190. In dit werk brengt Schurtz eenige voorbeelden samen (p. 189–201) van den oorsprong der prostitutie bij primitieve volken. Vele feiten en aanwijzingen wordengegeven door Westermarck (History ofHumanMarriagep. 66et seq., enOrigin and Development of the Moral Ideas, deel II, p. 441et seq.).↑24Bachofen (meer speciaal in zijnMutterrechtenSage von Tanaquil) beweerde, dat zelfs godsdienstige prostitutie ontstond uit den weerstand van primitieve instincten tegen de individualisatie van de liefde.Cf.Robertson Smith,Religion ofSemites, tweede uitgave p. 59.↑25Wat de reden ook zij, godsdienst en prostitutie komen dikwijls te zamen voor; het is misschien tot op zekere hoogte een speciale uiting van dat algemeene verband tusschen de godsdienstige en de sexueele impulsen, dat elders besproken is. Zoo zegt A. B. Ellis, in zijn boek over deEwe-speaking Peoples of West Africa(pp. 124, 141), dat hier vrouwen, die aan een godheid worden toegewijd, vrije prostituées worden. W. G.Summer(Folkways, hoofdst. XVI)brengt vele feiten samen over het wijd verspreid zijn van de godsdienstige prostitutie.↑26Herodotus, Boek I, hoofdst. CXVIX; Baruch, hoofdst. VI, p. 43. Geleerden van den nieuweren tijd bevestigen uit de studie van de Babylonische literatuur de beweringen van Herodotus, hoewel ze geneigd zijn te ontkennen, dat de godsdienstige prostitutie een zoo groote plaats innam als hij er aan toekent. Een Tafel van het Gilgamash-epos maakt volgens Morris Jastrow melding van prostituées als dienaressen van de godin Isthar in de stad Uruk (of Erech), die dus een centrum was en misschien het hoofd-centrum van de door Herodotus beschreven plechtigheden (Morris Jastrow,The Religion of Babylonia and Assyria, 1898, p. 475). Isthar was de godin der vruchtbaarheid, de groote moeder-godin, en de prostituées namen als tempel-dienaressen deel aan de ceremoniën, die de vruchtbaarheid zinnebeeldig moesten voorstellen. Deze priesteressen van Isthar waren bekend onder den algemeenen naam Kadishtu, “de heiligen” (op. cit., pp. 485, 660).↑27Het is gewoon onder moderne schrijvers Aphrodite Pandemos, eer dan Urania, in verband te brengen met koopbare of vrije sexualiteit, maar dat is een vergissing, want de Aphrodite Pandemos was zuiver politiek en had geen sexueele beteekenis. De vergissing was misschien wel met voorbedachten rade ingevoerd door Plato. Men heeft de mogelijkheid geopperd dat die aartsbedrieger, die niet van democratische denkbeelden hield, met moedwil trachtte de opvatting van Aphrodite Pandemos naar beneden te halen (Farnell,Cults of Greek States, deel II, p. 660).↑28Athenaeus, Boek XIII, hoofdst. XXXII. Het schijnt, dat de eenige andere Grieksche gemeenschap, waar de tempeldienst onkuischheid met zich bracht een stad was van de Locri Epizephyrii (Farnell,op. cit., deel II, p. 636).↑29Ik zeg niet een vroegere “promiscuïteit”, want de theorie van de primitieve sexueele promiscuïteit is nu in ruimen kring in discrediet, hoewel er geen redelijke twijfel aan kan bestaan, dat het in vroeger tijd heerschende moederrechtgunstiger was aan de sexueele vrijheid van vrouwen dan het latere patriarchale systeem. Zoo kon in de alleroudste Egyptische dagen een vrouw haar gunsten schenken aan iederen man dien zij wilde, door hem haar kleed te zenden, zelfs als ze getrouwd was. Na verloop van tijd leidde het zich uitbreiden van de rechten der mannen er toe, dat dit beschouwd werd als misdadig, maar de priesteressen van Ammon behielden tot het laatst dit voorrecht, daar zij onder goddelijke bescherming stonden (Flinders Petrie,Egyptian Tales, pp. 10, 48).↑30We moeten hieraan toevoegen, dat Farnell (“The Position of Women in Ancient Religion”,Archiv für Religionswissenschaft, 1904, p. 88) de godsdienstige prostitutie van Babylonië tracht uit te leggen als een speciale godsdienstige wijziging van de gewoonte de maagdelijkheid voor het huwelijk te vernietigen, om den echtgenoot te vrijwaren tegen de mystieke gevaren van de defloratie. E. S. Hartland (“Concerning the Rite at the Temple of Mylitta”,Anthropological Essays Presented to E. B. Tylerp. 189) veronderstelt, dat dit een godsdienstige plechtigheid bij de puberteit was, die in verband stond met de ceremonieele defloratie. Deze theorie is echter niet algemeen door Semitische geleerden aangenomen.↑31De meisjes van dezen stam, die opmerkelijk knap zijn, keeren, nadat zij twee of drie jaar doorgebracht hebben met het verzamelen van zoo’n bruidsschat, naar huis terug om te trouwen; men zegt, dat zij zeer goede vrouwen en moeders worden. Zij worden beschreven door Bertherand in Parent-Duchâtelet,La Prostitution à Paris, deel II, p. 539.↑32In Abyssinië (volgens Fiashi,British Medical Journal,Maart 13, 1897), waar de prostitutie altijd in hooge eer gehouden is, achten de prostituées, dietegenwoordig tweemaal in de week medisch onderzocht worden, haar beroep in geenen deele schandelijk; zij vinden later gemakkelijk echtgenooten. Ook Potter (Sohrab und Rustem, pp. 168et seq.) geeft aanwijzingen over volken, die ver verspreid zijn over de Oude Wereld en de Nieuwe, onder wie de jonge vrouwen prostitutie uitgeoefend hebben om een bruidschat te verkrijgen.↑33In Tralles, in Lydië was zelfs in de tweede eeuw voor Christus, zooals Sir W. M. Ramsay opmerkt (Cities of Phrygia, deel I, pp. 115) geheiligde prostitutie nog een eerbare handeling voor vrouwen van goede geboorte, die “zich geroepen voelen het goddelijke leven te leiden onder den invloed der goddelijke inspiratie”.↑34De geleidelijke secularisatie van de prostitutie van haar vroegeren godsdienstigen vorm is door verschillende schrijvers nagegaan (zie b.v. DupouneyLa Prostitution dans l’Antiquité). De vroegste waardeerende vermelding van de hetare wordt in de literatuur gevonden, volgens Benecke (Antimachus of Colophon, p. 36), in Bacchylides.↑35Cicero,Oratis prô Coelio, hoofdst. XX.↑36Pierre Dufour,Histoire de la Prostitution, deel II, hoofdst. XIX-XX. De werkelijke schrijver van deze welbekende geschiedenis van de prostitutie, die, hoewel ze niet wetenschappelijk is in haar methoden, een groote massa interessant nieuws samenbrengt, zegt men, dat Paul Lecroix is.↑37Rabutaux beschrijft, in zijnHistoire de la Prostitution en Europe, vele pogingen om de prostitutie te onderdrukken;cf.Dufour,op. cit., deel III.↑38Dufour,op. cit., deel VI, hoofdst. XLI. Het was onder de regeering van Hendrik III, dat er verordend werd de bordeelen te dulden.↑39In de achttiende eeuw vooral kwamen huizen van prostitutie in Parijs tot een verwonderlijken graad van glans en bloei. Dank zij de voortdurende waakzame belangstelling van de politie werd een groote mate van gedetailleerde inlichtingen over deze instellingen opgezameld, en in de laatste jaren is er veel van gepubliceerd. Een opsomming van deze literatuur zal men vinden inNeue Forschungen über den Marquis de Sade und seine Zeit, 1904, p. 97et seq.van Dühren.↑40Rabutaux,op cit., p. 54.↑41Calza heeft de geschiedenis geschreven van de prostitutie in Venetië; en de inhoud van sommige van de documenten, die hij vond, is medegedeeld door Mantegazza,Gli Amori degli Uomimi, hoofdst. XIV. Bij het begin van de zeventiende eeuw, een tamelijk late periode, bezocht Coryat Venetië en gaf in zijnCruditieseen volledig en belangwekkend verslag van de courtisanes daar, die toen, naar hij zegt, minstens 20.000 in getal waren; de belasting die zij voor den staat inbrachten onderhield een dozijn galeien.↑42J. Schrank,Die Prostitution in Wien, deel I, pp. 152–206.↑43U. Robert,Les Signes d’Infamie au Moyen Age, hoofdst. IV.↑44Rudeck (Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland, pp. 26–36) geeft vele bijzonderheden over de belangrijke rol, gespeeld door prostituées en bordeelen in het middeleeuwsche Duitsche leven.↑45Zij worden beschreven door Rabutaux,op. cit., pp. 90et seq.↑46L’Année Sociologique, zevende jaar, 1904, p. 440.↑47Bloch,Der Ursprung der Syphilis, Wat de Duitsche “Frauenhausen” aangaat, zie men Max Bauer,Das Geschlechtsleben in der Deutschen Vergangenheit, pp. 133–214. In Parijs, zegt Dufour, (op. cit., deel V, hoofdst. XXXIV), hadden bordeelen onder de verordeningen van den heiligen Lodewijk vele rechten, die zij ten slotte verloren in 1560, toen zij enkel huizen waren die geduld werden zonder statuten, speciale costuums, of beperking tot speciale straten.↑48“Cortegiana, hoc est meretrix honesta”, schreef Burckhardt, de secretarisvan den paus, aan het begin van de zestiende eeuw,Diarium, ed. Thuasne, deel II, p. 442; andere autoriteiten worden door Thuasne in een noot aangehaald.↑49Burckhardt,Diarium, deel III, p. 167. Thuasne haalt een andere autoriteit aan ter bevestiging.↑50Het voorbeeld van Holland, waar sommige groote steden de contrôle hebben aangenomen en andere niet, is leerzaam, wat den denkbeeldigen aardvan de voordeelen van de contrôle aangaat. In 1883 gaf Dr. Després cijfers, geleverd door Hollandsche ambtenaren, die aantoonen, dat in Rotterdam, waar de prostitutie onder contrôle stond, zoowel prostitutie als venerische ziekten meer voorkwamen dan in Amsterdam, een stad zonder contrôle (A. Després,La Prostitution en France, p. 122).↑51In 1802 werd het medisch onderzoek van prostituées in Parijsche bordeelen ingevoerd, hoewel het niet voor 1825 ten volle ingesteld en algemeen gemaakt werd.↑52M. L. Heidingsfeld, “The Control of Prostitution”,Journal American Medical Association, January 30, 1904.↑53Zie, b.v. G. Bérault,La Maison de Tolérance, Thèse de Paris, 1904.↑54Zoo zijn de omstandigheden van het Engelsche leger in Indië van een speciaal karakter. Een aantal feiten (uit de rapporten van commissies, officieele publicaties, etc.) aangaande den goeden invloed van regeling bij het doen verminderen van venerische ziekten in Indië, samengebracht door den Kolonel-Geneesheer F. H. Welch, “The Prevention of Syphilis”,Lancet, Augustus 12, 1899. Het systeem is afgeschaft, maar alleen tengevolge van den drang van het publiek en niet wegens ongunstige resultaten.↑55Zoo wilde Richards, die regeling goedkeurt, en die de opdracht had er aan de Parijsche gemeenteraad verslag over te doen, meisjes niet als prostituées van beroep ingeschreven hebben voor zij meerderjarig zijn en in staat zich duidelijk voor oogen te stellen, waartoe zij zich verbinden (E. Richards,La Prostitution à Paris, p. 147). Maar op dien leeftijd oefenen vele prostituées haar beroep al jarenlang uit.↑56In Duitschland, waar de behandeling van geïnfecteerde prostituées, die onder contrôle staan, bijna overal gedwongen is, gewoonlijk op kosten van de gemeenschap, heeft men bevonden, dat de gemiddelde leeftijd, waarop zij met syphilis geïnfecteerd worden, achttien jaar is; de gemiddelde leeftijd van prostituées in bordeelen is hooger dan die van haar, die er buiten wonen, en een veel grootere proportie is daarom immuun geworden tegen ziekte (Blaschko, “Hygiene der Syphilis”, in Weyl’sHandbuch der Hygiene, deel II, p. 62, 1900).↑57A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst. V.↑58Bonger brengt statistieken samen, die dit punt illustreeren,op. cit., pp. 402–6.↑59The Nightless City, p. 125.↑60Ströhmberg, zooals hij aangehaald wordt door Aschaffenburg,Das Verbrechen, 1903, p. 77.↑61Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906. Heft 10, p. 460. Maar deze oorzaak werkt ongetwijfeld in sommige gevallen van ongetrouwde vrouwen in Duitschland, die niet in staat zijn werk te krijgen (zie het artikel van Henriette Arendt, assistente bij de politie te Stuttgart,Sexual-Probleme, December, 1908).↑62Zoo vinden we bijvoorbeeld, dat Irma von Troll-Borostyáni in haar boek,Im Freien Reich(p. 176) zegt: “Ga en vraag deze ongelukkige schepsels of zij uit vrije wil zich aan de zonde hebben overgegeven. En zij zullen U bijna allemaal een verhaal vertellen van nood en armoede, van honger en gebrek aan werk, die haar er toe gedreven hebben, of anders van liefde en verleiding en de vrees voor ontdekking van haar misstap, die haar uit haar huis verdreven hebben, hulpeloos en verlaten, in den poel van misdaad, waaruit bijna geen redding is”. Het is natuurlijk volkomen waar, dat de prostituée dikwijls bereid is zulke verhalen te doen aan philantropische personen, die verwachten ze te hooren, en soms haar zelfs de woorden in den mond geven.↑63C. Booth,Life and Labour, laatste deel, p. 125. Zoo zegt Kullberg, dat in Zweden meisjes van dertien tot zeventien jaar, die thuis bij haar ouders in goede omstandigheden wonen, dikwijls op straat gevonden zijn.↑64W. Acton,Prostitution, 1870, pp. 39, 49.↑65In Lyon lieten van de 3884 prostituées er 3194 haar beroep varen, of het scheen tenminste, dat zij dit deden; in Parijs werden een groot aantal van haar dienstmeisjes, naaisters of kleermaaksters, beroepen, die zij in veel gevallen ongetwijfeld vroeger ook uitgeoefend hadden (Parent-Duchâtelet,De la Prostitution, 1857, deel I, p. 584; deel II, p. 451). Slogget (die aangehaald wordt door Acton) zeide, dat in Davenport 250 van de 1775 prostituées trouwden. Het is wel bekend, dat prostituées soms zeer goede huwelijken doen. Het werd bijna een eeuw geleden opgemerkt, dat huwelijken van prostituées met rijke mannen vooral in Engeland veel voorkwamen, en dat ze gewoonlijk gelukkig waren; hetzelfde schijnt nog waar te zijn. In haar eigen stand huwen zij meermalen met huurkoetsiers en politie-agenten, de twee klassen van mannen, waarmee ze op straat in nauw contact komen. Wat Duitschland betreft zegt C. K. Schneider (DieProstituierteund die Gesellschaft), dat jonge prostituées allerlei soort van bezigheden en betrekkingen aannemen, terwijl ze soms, als ze wat geld gespaard hebben, een zaakje opzetten, terwijl oude prostituées koppelaarsters, bordeel-houdsters, toiletvrouwen enz. worden. Niet weinige prostituées trouwen, voegt hij er aan toe, maar haar aantal onder de ingeschreven Duitsche prostituées is heel klein, minder dan 2 percent.↑66G. de Molinari,La Viriculture, 1897, p. 155.↑67Reuss en andere schrijvers hebben typische uittreksels uit de kasboeken van prostituées gepubliceerd, die doen zien hoeveel zij verdienen. Zelfs inde gewone bordeelen in Philadelphia (volgens Goodchild, “The Social Evil in Philadelphia”,Arena, Maart, 1896), verdienen meisjes twintig dollars of meer in de week, wat veel meer is dan wat zij in eenigen anderen werkkring, die voor haar open is, zouden kunnen verdienen.↑68A. Després,La Prostitution en France, 1883.↑69Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, 1905, p. 378–414.↑70La Donna Delinquente, p. 401.↑71Raciborski,Traité de l’Impuissance, p. 20. We kunnen hier aan toevoegen, dat Bergh, een toonaangevende autoriteit over de anatomische eigenaardigheden van de uitwendige vrouwelijke sexueele organen, die meent, dat sterke ontwikkeling van de uitwendige genitaliën samengaat met losbandige neigingen, niet gevonden heeft dat zulke ontwikkeling veel voorkomt onder prostituées.↑72Hammer, die veel gelegenheid gehad heeft om de psychologie van de prostituées te bestudeeren, merkt op, dat hij geen reden heeft gezien om sexueele koelheid te onderstellen (Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906, Heft 2, p. 85), hoewel hij, zooals hij elders geconstateerd heeft, meent, dat luiheid eer dan overmaat van zinnelijkheid de voornaamste oorzaak is van de prostitutie.↑73Zie “The Sexual Impulse in Women”, in het derde deel van dezeStudies.↑74Tait constateerde, dat in Edinburgh vele getrouwde vrouwen waren, die met haar echtgenooten in gunstige omstandigheden verkeerden, kinderen hadden, en die toch als prostituées leefden, nl. dat ze de gewoonte hadden afspraken met vreemdelingen te maken.↑75Janke brengt gegevens te zamen, die hierop wijzen,Die WillkürlicheHervorbringungdes Geschlechts, p. 275. “Als wij een prostituée van vijf en dertig jaar vergelijken met haar fatsoenlijke zuster”, merkte Acton op (Prostitution, 1870, p. 39), “dan vinden we zelden dat de verwoestingen van het gestel, die men dikwijls denkt, dat de noodzakelijke gevolgen zijn van de prostitutie, veel erger zijn dan de verwoestingen, die moeten toegeschreven worden aan de zorgen voor een familie en den uitputtenden strijd van deugdzamen arbeid”.↑76Hirschfeld zegt (Wesen der Liebe, p. 35), dat de begeerte naar omgang met een sympathiek persoon verhoogd wordt en niet verminderd door een beroeps-coïtusdaad.↑77Dit is duidelijk aangetoond door Hans Ostwald (aan wien ik de boven aangehaalde opmerking van een prostituée ontleen), een van de beste autoriteiten op het gebied van het leven en den aard der prostituées; zie b.v. zijn artikel, “Die erotischen Beziehungen zwischen Dirne und Zuhälter,”Sexual-Probleme, Juni, 1908. In het volgende nummer van hetzelfde tijdschrift (Juli, 1908, p. 393) is Dr. Max Marcuse het eens met de beweringen van Ostwald, en zegt dat de brieven van prostituées en haar minnaars minnebrieven zijn precies zoo als de brieven van fatsoenlijke menschen uit dezelfde klasse, en met dezelfde elementen van liefde en jaloezie; deze verhoudingen, merkt hij op, zijn soms zeer standvastig. De prostituée-schrijfster van hetTagebuch einer Verlorenen(p. 147) geeft ook eenige opmerkingen over de verhoudingen van de prostituée en haar minnaar, en zegt dat het eenvoudig de natuurlijke verhouding is tusschen een meisje en haar minnaar.↑78Zoo vond Moraglia, dat van de 180 prostituées in Noord-Italiaansche bordeelen en van 23 elegante Italiaansche en buitenlandsche cocottes allen toegaven, dat zij masturbeerden, bij voorkeur door wrijving van de clitoris; 113 van haar, de meesten, verklaarden, dat zij alleen uitgevoerde of wederkeerige masturbatie prefereerden boven normalencoïtus. Hammer zegt (Zehn Lebensläufe Berliner Kontrollmädchenin Ostwald’s serie van “Grosstadt Dokumente”, 1905) dat, als zij in het ziekenhuis zijn, de zestig prostituées allemaal op drie of vier na, masturbeeren, en dat zij, die het niet doen, door de andere uitgelachen worden.↑79Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen, Jahrgang VII, 1905, p. 148; Hammervond, dat van de vijf en twintig prostituées in een verbeteringsgesticht er wel drie en twintig homosexueel waren, of op goede gronden verondersteld werden het te zijn. Hirschfeld (Berlins Drittes Geschlecht, p. 65) zegt, dat prostituées soms vrouwen uit den beteren stand aanspreken, waarvan zij, om haar mannelijk uitzien, meenen dat ze homosexueel zijn; van personen van haar eigen sekse nemen prostituées een kleinere belooning, en soms weigeren ze betaling geheel.↑80Bij de prostitutie is het, evenals bij de erfelijkheid, natuurlijk moeilijk het element der erfelijkheid te scheiden van dat der omgeving, zelfs als wij goeden grond hebben om te gelooven, dat de factor der erfelijkheid hier, evenals door het geheele leven, niet na kan laten veel gewicht in de schaal te leggen. Het is in ieder geval zeker, dat prostitutie dikwijls “in de familie zit”. “Het is dikwijls mijn ondervinding geweest”, schrijft een vroegere prostituée (Hedwig Hard,Beichte einer Gefallenen, p. 156) “dat, als in een familie een meisje het pad der prostitutie betreedt haar zuster haar spoedig daarop volgt. Ik heb onnoemelijk veel gevallen gezien; soms staan wel drie zusters tegelijk op de lijst, en ik heb een geval gekend van vier zusters, wier moeder, een vroedvrouw, in de gevangenis was geweest, en waarvan de vader dronk. In dit geval raakten alle vier de zusters, die heel mooi waren, getrouwd, een ten minste zeer gelukkig, met een rijken dokter, die haar uit het bordeel nam, toen ze zestien jaar oud was en haar opvoedde”.↑81Dit wordt niet tegengesproken door het ontwijfelbare feit, dat prostituées in het geheel niet altijd tevreden zijn met het leven, dat zij kiezen.↑82Dit punt is besproken door Bloch,Sexualleben unserer Zeit, hoofdst. XIII.↑83Verschillende series observaties zijn geresumeerd door Lombroso en Ferrero,La Donna Delinquente, 1893, deel III, hoofdst. IV.↑84History of European Morals, deel III, p. 283.↑85In gelijken geest heeft Lord Morley geschreven (Diderot, deel II, p. 20). “De reinheid van het gezin, zoo liefelijk en dierbaar als ze is, is tot nu toe alleen maar verzekerd door het in stand houden van een groot en droevigleger van vrouwelijke paria’s … op wier hoofd, evenals op den zondebok van den Hebreeuwschen ritus, wij al de ongerechtigheden stapelen van ons en onze kinderen, alle overtredingen en alle zonden, en die we dan met verwenschingen wegzenden naar de onreine uiterste wildernis en het onbewoonde land”.↑86Horatius,Satires, boek I, 2.↑87Augustinus,De Ordine, boek II, hoofdst. IV.↑88De Regimine Principum(Opuscula XX), boek IV, hoofdst. XIV. Ik dank de verwijzing naar de juiste plaats, waar dit gezegde voorkomt, aan den Rev. H. Northcote; gewoonlijk wordt ze in vager termen aangehaald.↑89Lea,History of Auricular Confession, deel II, p. 69. Er was, schijnt het, zelfs een excentriek besluit van de theologen uit Salamanca, dat bepaalde, dat een non geld kon aannemen, “licite et valide”.↑90Lea,op. cit.deel II, pp. 263, 399.↑91Rabutaux,De la Prostitution en Europe, pp. 22et seq.↑92Burton,Anatomyof Melancholy, deel III, Sect. III, Mem. VI, Subs. II.↑93B. Mandeville,Remarks to Fable of the Bees, 1714, pp. 93–9;cf.P. Sackmann,Bernard de Mandeville, pp. 101–4.↑94Deze omstandigheden begunstigen tijdelijke vrije verbintenissen, maar zij begunstigen ook de prostitutie. De reden is, volgens Adolf Gerson (Sexual-Probleme, September, 1908), dat de vrouw uit de goede klasse geen vrije vereenigingen hebben wil. Gedeeltelijk door moreele tradities, en gedeeltelijk door een gevoel, dat een man wettig haar eigendom moet zijn, wil zij zich niet uit liefde aan een man geven; en daarom gaat hij naar de vrouw uit den lageren stand, die zich voor geld geeft.↑95Vele meisjes, zeide Ellice Hopkins, komen in moeilijkheid, alleen omdat zij iets in zich hebben van het “zwarte geitje”, dat vroolijk moet zijn en spelen, maar dat niet in gevaar wenscht te komen. “Is het niet hard”, voegde zij er bij, “dat de mannen naast haar dwaze, dansende voeten een bodemlooze put gegraven hebben en dat zij haar dansen en springen niet in veiligheid kan genieten en haar mooie veeren kan aandoen als het dwaze vogeltje, dat ze is, zonder dat een enkele misstap haar over den rand stort en haar achterlaat, met al haar vrouwelijkheid in haar vernietigd?”↑96A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst.V.↑97Zooals aangehaald wordt door Bloch,SexuallebenunsererZeit, p. 358. In Berlijn is in de laatste jaren het aantal prostituées toegenomen, bijna dubbel zoo snel als de algemeene bevolking toegenomen is. Het is ongetwijfeld waarschijnlijk, dat het aanbod de vraag zal doen toenemen.↑98Goncourt,Journal, deel IIIp. 49.↑99Vanderkiste,The Dens of London, 1854, p. 242.↑100Bonger(Criminalité et Conditions Economiques, p. 406) verwijst naar het veel voorkomen van prostitutie onder naaisters en modistes, zoowel als onder dienstboden, omdat dit wijst op den invloed van de aanraking met de weelde, en voegt er bij, dat de rijke vrouwen, die neerzien op de prostitutie, zich niet altijd duidelijk voor oogen stellen dat zij zelf een belangrijke factor zijn voor de prostitutie, door haar weelderigheid en haar ledigheid beide; terwijl ze niet schijnen te begrijpen, dat zij evenzoo zouden handelen, als ze in dezelfde omstandigheden waren geplaatst.↑101H. Lippert legde, in zijn boek over de prostitutie in Hamburg, zeer den nadruk op het verlangen naar kleeding en versiering, als een factor van de prostitutie, en Bloch (Das Sexualleben unserer Zeit, p. 372) meent, dat deze factor gewoonlijk onderschat wordt, en dat hij een speciaal machtigen invloed uitoefent op dienstboden.↑102Sedert dit geschreven werd, is de invloed van het leven van verscheidene generaties in de stad tot het immuun maken van een familie voor de verkeerdheden van dat leven (hoewel zonder betrekking op de prostitutie) uiteengezet door Reibmayr,Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies, 1908, deel II, p.p. 73et seq.↑103In Frankrijk is deze intimiteit belichaamd in het heerlijke voorrecht vantutoyeeren, “Het mysterie van hettutoyeeren!” roept Ernest La Jeunesse inL’Holocauste: “Slagboomen, die vallen, sluiers, die opgelicht worden, en de genoegelijkheid van het bestaan! Eens, toen ik mij erg eenzaam voelde en trachtte te wennen aan Parijs en aan het ongeluk, was ik bereid mijlen af te leggen—te voet natuurlijk—om een nichtje en een tante op te zoeken, alleen maar om iemand te mogentutoyeeren. Soms waren ze niet thuis, en dan moest ik weer terug met mijn behoefte aan vertrouwelijkheid en familiariteit en broederlijkheid”.↑104Voor Sommige feiten en verwijzingen naar de uitgebreide literatuur over dezen handel, zie men bv. Bloch,Das Sexualleben unserer Zeit, pp. 374–376; ook K. M. Baer,Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Sept. 1908; Paulucci de Colboli,Nuova Antologia, April 1902.↑105Deze beschouwingen gelden niet voor vele soorten van sexueel geperverteerden, die een belangrijk aandeel vormen van de cliënten van bordeelen. Deze kunnen dikwijls, wat zij begeeren, gemakkelijker in een bordeel vinden dan daar buiten.↑106Zoo raadt Charles Booth, in zijn groote werk overLife and Labor in London, laatste deel (p. 128) aan, dat “rendez-vous-huizen”in plaatsvan vervolgd te worden, moesten geduld worden als een schrede in de richting van het onderdrukken van bordeelen.↑107“Steden, zooals Woolwich, Aldershot, Portsmouth, Plymouth”, zegt men wel eens, “zijn vol van ellendige, vuile monsters, die niet meer op vrouwen gelijken; maar het is drank, verachting, ruwheid en ziekte, die haar in dezen toestand gebracht hebben, niet het enkele feit, dat ze omgang hebben met mannen”.↑108“Het prostitutie-contract kan in de oogen van de prostituées zelf”, volgens Bernaldo de Quiros en LlanasAguilaniedo, “niet gelijk gesteld worden met een koop-akte of een werk-contract, noch met een anderen ruilhandel, die door de burgerlijke wetgeving erkend wordt. Zij vinden, dat er in zulk een contract altijd een element komt, dat het meer doet gelijken op een gift. “Hetlichaam van een vrouw heeft geen prijs” is een axioma van de prostitutie. Het geld, dat gelegd wordt in de handen van haar, die de bevrediging van sexueel verlangen verzekert, is niet de prijs voor de daad, maar een offer, door de priesteres van Venus geëischt voor haar onderhoud”. Voor den Spanjaard is, wel is waar, iedere verrichting, die aan handel doet denken, verachtelijk, maar het principe, dat aan dit gevoelen ten grondslag ligt, geldt ook voor de prostitutie in het algemeen.↑109Journal des Goncourt, deel III; dit was in 1866.↑110E. Lyttelton,Training of the Young in Laws of Sex, p. 42.↑111Zie bv. R. W. Taylor,Treatise on Sexual Disorders, 1897, pp. 74–75. Georg Hirth (Wege zur Heimat, 1909, p. 619) vertelt het geval van een jong officier, die opgewonden door de liefkoozingen van zijn verloofde, terwijl hij te veel respect voor haar had om verder te gaan dan dit en te veel respect voor zich zelf om te masturbeeren, niet beter wist te doen dan naar een prostituée te gaan. Syphilis ontwikkelde zich eenige dagen na de bruiloft. Hirth voegt er kort aan toe, dat de gevolgen vreeselijk waren.↑112Het is een dikwijls aangehaalde passage, maar ze kan haast niet dikwijls genoeg herhaald worden: “Ge ziet dat deze ijzeren plaat niet geheel plat is: ze heeft een bult, hier aan den linkerkant. Hoe moeten we ze plat krijgen? Natuurlijk, zult ge antwoorden, door op het uitstekende deel te slaan. Nu, hier is een hamer, en ik geef de plaat een slag, zooals ge aanraadt. Harder, zegt ge. Nog geen resultaat. Nog een slag? Nu, vooruit maar, en nog een en nog een. De verhevenheid blijft, ziet ge: het kwaad is even groot als vroeger—ja, zelfs grooter. Maar dat is niet alles. Kijk eens, hoe de plaat aan den anderen kant krom getrokken is. Waar ze tevoren plat was, daar is ze nu gebogen. We hebben ze mooi verknoeid. In plaats dat we het oorspronkelijke kwaad verbeterd hebben, hebben we er een tweede bij gemaakt. Als we een werkman gevraagd hadden, die ervaren was in het “pletten”, zooals het genoemd wordt, dan zou hij ons vertellen, dat er geen goed te doen was, niets dan kwaad, door op het uitstekende deel te slaan. Hij zou ons geleerd hebben verschillend gerichte en speciaal geplaatste slagen met een hamer op een andere plaats te doen: zoo het kwaad aan te vallen, niet door directe, maar door indirecte handelingen. Het vereischte proces is minder eenvoudig dan ge gedacht had. Zelfs een metalen plaat kan niet met succes behandeld worden op die verstandige wijze, waarin ge zooveel vertrouwen hebt. Wat zullen we dan zeggen over een maatschappij?… Is de menschheid gemakkelijker in orde te krijgen dan een ijzeren plaat?” (The Study of Sociology, p. 270).↑

1Zie bv. Cheetham’s “Hulsean Lectures”The Mysteries, Pagan and Christian, pp. 123, 136.↑2Hormayr’sTaschenbuch, 1835. p. 235. Hagelstange wijst er op, in een hoofdstuk over middeleeuwsche feesten in zijnSüddeutsches Bauernleben im Mittelalter, hoe bij deze Christelijke orgieën, die inderdaad van heidenschen oorsprong waren, de Duitsche menschen met geweldige en luidruchtige energie reageerden tegen de inspanning en de eentonigheid van hun dagelijksch leven.↑3Dit werd duidelijk erkend door de meer intelligente voorstanders van het karnaval. Strenge menschen wilden dit feest afschaffen, en in een merkwaardig verzoekschrift, gezonden aan de Theologische Faculteit van Parijs (en aangehaald door Flogel,Geschichte des Grotesk-Komischen, vierde uitgave, p. 204) wordt het feest aldus verdedigd: “Wij doen dit volgens een oude gewoonte, opdat de dwaasheid, die ’s menschen tweede natuur is en hem schijnt aangeboren te zijn, tenminste eenmaal in het jaar vrijen loop heeft. Wijnvaten zouden springen, als we niet nu en dan de spon losmaakten om lucht in the laten. Nu zijn wij allen slecht verzekerde vaten en tonnen, die den wijn der wijsheid zouden laten wegloopen, als wij ze door voortdurende toewijding en vrees voor God lieten gisten. Wij moeten lucht inlaten, opdat hij niet bederft. Zoo geven wij ons op sommige dagen aan vermaak over, dat wij later met des te meer ijver tot de vereering van God kunnen terugkeeren”. Het losbandigheidsfeest werd niet verboden voor het midden van de zestiende eeuw en overblijfselen ervan bestonden nog (zooals in Aken) tot bijna aan het einde van de achttiende eeuw.↑4A. Méray,La Vie au Temps des Libres Prêcheurs, deel II, hoofdst. X. Een goed en op grondige bronnenstudie berustend verslag van het losbandigheidsfeestgeeft E. K. Chambers,The Mediaeval Stage, hoofdst. XIII. Het is waar, dat de Kerk en de eerste Kerkvaders dikwijls het tooneel hebben gevloekt. Maar Gregorius van Nazianza wilde een Christelijk tooneel oprichten; de middeleeuwsche mysteriespelen stonden zeker onder de bescherming van de geestelijkheid; en de heilige Thomas van Aquino, de grootste van de scholastici, veroordeelt het tooneel slechts in bedekte termen.↑5Spencer en Gillen,Northern Tribes of Central Australia, hoofdst. XII.↑6Journal Anthropological Institute, July–Dec., 1904, p. 329.↑7Westermarck(Origin and Development of the Moral Ideas, deel II, pp. 285–9) toont aan, hoe wijd verspreid de gewoonte is, een op gezette tijden terugkeerenden rustdag vast te stellen.↑8A. E. Crawley,The Mystic Rose, pp. 273et seq., Crawley brengt met dit doel van groote feesten de gewoonte in verband, die in sommige deelen der wereld gevonden wordt, van bij tijden van vrouwen te verwisselen. “Het heeft niets hoegenaamd te maken met het huwelijks-systeem, behalve dat het dat eenigen tijd verbreekt, zoodat vrouwen van een verboden graad van verwantschap te leen gegeven worden, op dezelfde gronden, waarop conventies en gewone betrekkingen bij feesten van het Saturnalische type verbroken worden; het doel is een verandering in het leven te brengen en weer opnieuw te beginnen, door alles om te ruilen wat men kan, terwijl de enkele ruilingsdaad een andere behoefte bevredigt, samengaat met het andere verlangen om de gemeenschap aaneen te smeden” (Ib., p 479).↑9G. Murray,Ancient Greek Literature, p. 211.↑10Het Grieksche drama ontstond waarschijnlijk uit een volksfeest van een min of meer sexueel karakter, en het is zelfs mogelijk, dat het middeleeuwsche drama een eenigszins daarmee overeenkomende oorsprong had (zie Donaldson,The Greek Theatre; Gilbert Murray,loc. cit.; Karl Pearson,The Chances of Death, deel ii, pp. 135–6, 280et seq.).↑11R. Canudo, “Les Chorèges Français”,Mercure de France, 1 Maart 1907, p. 180.↑12“Dit is inderdaad”, verklaart Cyples (The Process of Human Experience, p. 743), “het groote doel van de Kunst—dat zij in ons bewust doet worden groote egoïstische mogelijkheden, ons op een rudimentaire wijze gewent aan grootere verwerkelijking van de persoonlijkheid”, en zoo “zonder doel, maar toch op schitterende wijze de reine nog niet vervulde mogelijkheden in ons wekt”.↑13Zelfs als eentonige arbeid intellectueel is, is hij daardoor niet gevrijwaard tegen orgiastische reacties. Prof. L. Gurlitt toont aan (Die Neue Generation, Januari 1909, pp. 31–6) hoe de ingespannen, zonder verpoozing voortgezette intellectueele arbeid van de Pruisische seminariën zoowel onder leeraren als onder leerlingen, leidt tot de ergste vormen van orgie.↑14Rabutauxbespreekt verschillende definities van prostitutie.De la Prostitution enEurope, pp. 119 et seq. Voor den oorsprong van de namen om prostituée aan te duiden, zie men Schrader,Reallexicon, art. “Beischläferin”.↑15Digest, boek XXIII, deel II, p. 43. Als zij zich alleen aan een of twee personen gaf, al was het dan voor geld, was het geen prostitutie.↑16Guyot,La Prostitution, p. 8. Het element van koopbaarheid behoort tot het wezen van de zaak, en godsdienstige schrijvers (zooals Robert Wardlaw,D.D., uit Edinburg, in zijnLectures on Female Prostitution, 1842, p. 14), die prostitutie definieeren als “de onwettige omgang van de seksen”, en synoniem achten met theologische “fornicatie”, vervallen in een dwaze verwarring.↑17“Zulke huwelijken worden soms gebrandmerkt als “wettige prostitutie””, merkt Sidgwick op (Methods of Ethics, boek III, hoofdst. XI), “maar we voelen, dat de phrase buitensporig en paradox is”.↑18Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, p. 378. Bonger meent, dat in haar wezen de daad van prostitutie “gelijk is aan de daad van een man of een vrouw, die om economische redenen een huwelijk aangaat”.↑19E. Richard,La Prostitution à Paris, 1890, p. 44. Het kan een punt van kwestie zijn of openlijkheid of algemeene bekendheid een essentieel deel moet vormen van de definitie; het schijnt er echter bij ingesloten te zijn want anders kan de prostituée geen klanten krijgen. Reuss zegt, dat ze bovendiengeheel zonder middelen van bestaan moet zijn; dat behoort zeker niet tot het wezen der zaak. En het is ook niet noodig, zooals de Digesten nadrukkelijk zeggen dat de daad gedaan wordt “zonder genoegen”: dat kan al of niet het geval zijn, zonder invloed uit te oefenen op den prostitutie-aard van de daad.↑20Hawkesworth,Account of the Voyages, etc., 1775, deel II, p. 254.↑21R. W. Codrington,The Melanesians, p. 235.↑22F. S. Krauss,Romanische Forschungen, 1903, p. 290.↑23H. Schurtz,Altersklassen und Männerbünde, 1902, p. 190. In dit werk brengt Schurtz eenige voorbeelden samen (p. 189–201) van den oorsprong der prostitutie bij primitieve volken. Vele feiten en aanwijzingen wordengegeven door Westermarck (History ofHumanMarriagep. 66et seq., enOrigin and Development of the Moral Ideas, deel II, p. 441et seq.).↑24Bachofen (meer speciaal in zijnMutterrechtenSage von Tanaquil) beweerde, dat zelfs godsdienstige prostitutie ontstond uit den weerstand van primitieve instincten tegen de individualisatie van de liefde.Cf.Robertson Smith,Religion ofSemites, tweede uitgave p. 59.↑25Wat de reden ook zij, godsdienst en prostitutie komen dikwijls te zamen voor; het is misschien tot op zekere hoogte een speciale uiting van dat algemeene verband tusschen de godsdienstige en de sexueele impulsen, dat elders besproken is. Zoo zegt A. B. Ellis, in zijn boek over deEwe-speaking Peoples of West Africa(pp. 124, 141), dat hier vrouwen, die aan een godheid worden toegewijd, vrije prostituées worden. W. G.Summer(Folkways, hoofdst. XVI)brengt vele feiten samen over het wijd verspreid zijn van de godsdienstige prostitutie.↑26Herodotus, Boek I, hoofdst. CXVIX; Baruch, hoofdst. VI, p. 43. Geleerden van den nieuweren tijd bevestigen uit de studie van de Babylonische literatuur de beweringen van Herodotus, hoewel ze geneigd zijn te ontkennen, dat de godsdienstige prostitutie een zoo groote plaats innam als hij er aan toekent. Een Tafel van het Gilgamash-epos maakt volgens Morris Jastrow melding van prostituées als dienaressen van de godin Isthar in de stad Uruk (of Erech), die dus een centrum was en misschien het hoofd-centrum van de door Herodotus beschreven plechtigheden (Morris Jastrow,The Religion of Babylonia and Assyria, 1898, p. 475). Isthar was de godin der vruchtbaarheid, de groote moeder-godin, en de prostituées namen als tempel-dienaressen deel aan de ceremoniën, die de vruchtbaarheid zinnebeeldig moesten voorstellen. Deze priesteressen van Isthar waren bekend onder den algemeenen naam Kadishtu, “de heiligen” (op. cit., pp. 485, 660).↑27Het is gewoon onder moderne schrijvers Aphrodite Pandemos, eer dan Urania, in verband te brengen met koopbare of vrije sexualiteit, maar dat is een vergissing, want de Aphrodite Pandemos was zuiver politiek en had geen sexueele beteekenis. De vergissing was misschien wel met voorbedachten rade ingevoerd door Plato. Men heeft de mogelijkheid geopperd dat die aartsbedrieger, die niet van democratische denkbeelden hield, met moedwil trachtte de opvatting van Aphrodite Pandemos naar beneden te halen (Farnell,Cults of Greek States, deel II, p. 660).↑28Athenaeus, Boek XIII, hoofdst. XXXII. Het schijnt, dat de eenige andere Grieksche gemeenschap, waar de tempeldienst onkuischheid met zich bracht een stad was van de Locri Epizephyrii (Farnell,op. cit., deel II, p. 636).↑29Ik zeg niet een vroegere “promiscuïteit”, want de theorie van de primitieve sexueele promiscuïteit is nu in ruimen kring in discrediet, hoewel er geen redelijke twijfel aan kan bestaan, dat het in vroeger tijd heerschende moederrechtgunstiger was aan de sexueele vrijheid van vrouwen dan het latere patriarchale systeem. Zoo kon in de alleroudste Egyptische dagen een vrouw haar gunsten schenken aan iederen man dien zij wilde, door hem haar kleed te zenden, zelfs als ze getrouwd was. Na verloop van tijd leidde het zich uitbreiden van de rechten der mannen er toe, dat dit beschouwd werd als misdadig, maar de priesteressen van Ammon behielden tot het laatst dit voorrecht, daar zij onder goddelijke bescherming stonden (Flinders Petrie,Egyptian Tales, pp. 10, 48).↑30We moeten hieraan toevoegen, dat Farnell (“The Position of Women in Ancient Religion”,Archiv für Religionswissenschaft, 1904, p. 88) de godsdienstige prostitutie van Babylonië tracht uit te leggen als een speciale godsdienstige wijziging van de gewoonte de maagdelijkheid voor het huwelijk te vernietigen, om den echtgenoot te vrijwaren tegen de mystieke gevaren van de defloratie. E. S. Hartland (“Concerning the Rite at the Temple of Mylitta”,Anthropological Essays Presented to E. B. Tylerp. 189) veronderstelt, dat dit een godsdienstige plechtigheid bij de puberteit was, die in verband stond met de ceremonieele defloratie. Deze theorie is echter niet algemeen door Semitische geleerden aangenomen.↑31De meisjes van dezen stam, die opmerkelijk knap zijn, keeren, nadat zij twee of drie jaar doorgebracht hebben met het verzamelen van zoo’n bruidsschat, naar huis terug om te trouwen; men zegt, dat zij zeer goede vrouwen en moeders worden. Zij worden beschreven door Bertherand in Parent-Duchâtelet,La Prostitution à Paris, deel II, p. 539.↑32In Abyssinië (volgens Fiashi,British Medical Journal,Maart 13, 1897), waar de prostitutie altijd in hooge eer gehouden is, achten de prostituées, dietegenwoordig tweemaal in de week medisch onderzocht worden, haar beroep in geenen deele schandelijk; zij vinden later gemakkelijk echtgenooten. Ook Potter (Sohrab und Rustem, pp. 168et seq.) geeft aanwijzingen over volken, die ver verspreid zijn over de Oude Wereld en de Nieuwe, onder wie de jonge vrouwen prostitutie uitgeoefend hebben om een bruidschat te verkrijgen.↑33In Tralles, in Lydië was zelfs in de tweede eeuw voor Christus, zooals Sir W. M. Ramsay opmerkt (Cities of Phrygia, deel I, pp. 115) geheiligde prostitutie nog een eerbare handeling voor vrouwen van goede geboorte, die “zich geroepen voelen het goddelijke leven te leiden onder den invloed der goddelijke inspiratie”.↑34De geleidelijke secularisatie van de prostitutie van haar vroegeren godsdienstigen vorm is door verschillende schrijvers nagegaan (zie b.v. DupouneyLa Prostitution dans l’Antiquité). De vroegste waardeerende vermelding van de hetare wordt in de literatuur gevonden, volgens Benecke (Antimachus of Colophon, p. 36), in Bacchylides.↑35Cicero,Oratis prô Coelio, hoofdst. XX.↑36Pierre Dufour,Histoire de la Prostitution, deel II, hoofdst. XIX-XX. De werkelijke schrijver van deze welbekende geschiedenis van de prostitutie, die, hoewel ze niet wetenschappelijk is in haar methoden, een groote massa interessant nieuws samenbrengt, zegt men, dat Paul Lecroix is.↑37Rabutaux beschrijft, in zijnHistoire de la Prostitution en Europe, vele pogingen om de prostitutie te onderdrukken;cf.Dufour,op. cit., deel III.↑38Dufour,op. cit., deel VI, hoofdst. XLI. Het was onder de regeering van Hendrik III, dat er verordend werd de bordeelen te dulden.↑39In de achttiende eeuw vooral kwamen huizen van prostitutie in Parijs tot een verwonderlijken graad van glans en bloei. Dank zij de voortdurende waakzame belangstelling van de politie werd een groote mate van gedetailleerde inlichtingen over deze instellingen opgezameld, en in de laatste jaren is er veel van gepubliceerd. Een opsomming van deze literatuur zal men vinden inNeue Forschungen über den Marquis de Sade und seine Zeit, 1904, p. 97et seq.van Dühren.↑40Rabutaux,op cit., p. 54.↑41Calza heeft de geschiedenis geschreven van de prostitutie in Venetië; en de inhoud van sommige van de documenten, die hij vond, is medegedeeld door Mantegazza,Gli Amori degli Uomimi, hoofdst. XIV. Bij het begin van de zeventiende eeuw, een tamelijk late periode, bezocht Coryat Venetië en gaf in zijnCruditieseen volledig en belangwekkend verslag van de courtisanes daar, die toen, naar hij zegt, minstens 20.000 in getal waren; de belasting die zij voor den staat inbrachten onderhield een dozijn galeien.↑42J. Schrank,Die Prostitution in Wien, deel I, pp. 152–206.↑43U. Robert,Les Signes d’Infamie au Moyen Age, hoofdst. IV.↑44Rudeck (Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland, pp. 26–36) geeft vele bijzonderheden over de belangrijke rol, gespeeld door prostituées en bordeelen in het middeleeuwsche Duitsche leven.↑45Zij worden beschreven door Rabutaux,op. cit., pp. 90et seq.↑46L’Année Sociologique, zevende jaar, 1904, p. 440.↑47Bloch,Der Ursprung der Syphilis, Wat de Duitsche “Frauenhausen” aangaat, zie men Max Bauer,Das Geschlechtsleben in der Deutschen Vergangenheit, pp. 133–214. In Parijs, zegt Dufour, (op. cit., deel V, hoofdst. XXXIV), hadden bordeelen onder de verordeningen van den heiligen Lodewijk vele rechten, die zij ten slotte verloren in 1560, toen zij enkel huizen waren die geduld werden zonder statuten, speciale costuums, of beperking tot speciale straten.↑48“Cortegiana, hoc est meretrix honesta”, schreef Burckhardt, de secretarisvan den paus, aan het begin van de zestiende eeuw,Diarium, ed. Thuasne, deel II, p. 442; andere autoriteiten worden door Thuasne in een noot aangehaald.↑49Burckhardt,Diarium, deel III, p. 167. Thuasne haalt een andere autoriteit aan ter bevestiging.↑50Het voorbeeld van Holland, waar sommige groote steden de contrôle hebben aangenomen en andere niet, is leerzaam, wat den denkbeeldigen aardvan de voordeelen van de contrôle aangaat. In 1883 gaf Dr. Després cijfers, geleverd door Hollandsche ambtenaren, die aantoonen, dat in Rotterdam, waar de prostitutie onder contrôle stond, zoowel prostitutie als venerische ziekten meer voorkwamen dan in Amsterdam, een stad zonder contrôle (A. Després,La Prostitution en France, p. 122).↑51In 1802 werd het medisch onderzoek van prostituées in Parijsche bordeelen ingevoerd, hoewel het niet voor 1825 ten volle ingesteld en algemeen gemaakt werd.↑52M. L. Heidingsfeld, “The Control of Prostitution”,Journal American Medical Association, January 30, 1904.↑53Zie, b.v. G. Bérault,La Maison de Tolérance, Thèse de Paris, 1904.↑54Zoo zijn de omstandigheden van het Engelsche leger in Indië van een speciaal karakter. Een aantal feiten (uit de rapporten van commissies, officieele publicaties, etc.) aangaande den goeden invloed van regeling bij het doen verminderen van venerische ziekten in Indië, samengebracht door den Kolonel-Geneesheer F. H. Welch, “The Prevention of Syphilis”,Lancet, Augustus 12, 1899. Het systeem is afgeschaft, maar alleen tengevolge van den drang van het publiek en niet wegens ongunstige resultaten.↑55Zoo wilde Richards, die regeling goedkeurt, en die de opdracht had er aan de Parijsche gemeenteraad verslag over te doen, meisjes niet als prostituées van beroep ingeschreven hebben voor zij meerderjarig zijn en in staat zich duidelijk voor oogen te stellen, waartoe zij zich verbinden (E. Richards,La Prostitution à Paris, p. 147). Maar op dien leeftijd oefenen vele prostituées haar beroep al jarenlang uit.↑56In Duitschland, waar de behandeling van geïnfecteerde prostituées, die onder contrôle staan, bijna overal gedwongen is, gewoonlijk op kosten van de gemeenschap, heeft men bevonden, dat de gemiddelde leeftijd, waarop zij met syphilis geïnfecteerd worden, achttien jaar is; de gemiddelde leeftijd van prostituées in bordeelen is hooger dan die van haar, die er buiten wonen, en een veel grootere proportie is daarom immuun geworden tegen ziekte (Blaschko, “Hygiene der Syphilis”, in Weyl’sHandbuch der Hygiene, deel II, p. 62, 1900).↑57A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst. V.↑58Bonger brengt statistieken samen, die dit punt illustreeren,op. cit., pp. 402–6.↑59The Nightless City, p. 125.↑60Ströhmberg, zooals hij aangehaald wordt door Aschaffenburg,Das Verbrechen, 1903, p. 77.↑61Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906. Heft 10, p. 460. Maar deze oorzaak werkt ongetwijfeld in sommige gevallen van ongetrouwde vrouwen in Duitschland, die niet in staat zijn werk te krijgen (zie het artikel van Henriette Arendt, assistente bij de politie te Stuttgart,Sexual-Probleme, December, 1908).↑62Zoo vinden we bijvoorbeeld, dat Irma von Troll-Borostyáni in haar boek,Im Freien Reich(p. 176) zegt: “Ga en vraag deze ongelukkige schepsels of zij uit vrije wil zich aan de zonde hebben overgegeven. En zij zullen U bijna allemaal een verhaal vertellen van nood en armoede, van honger en gebrek aan werk, die haar er toe gedreven hebben, of anders van liefde en verleiding en de vrees voor ontdekking van haar misstap, die haar uit haar huis verdreven hebben, hulpeloos en verlaten, in den poel van misdaad, waaruit bijna geen redding is”. Het is natuurlijk volkomen waar, dat de prostituée dikwijls bereid is zulke verhalen te doen aan philantropische personen, die verwachten ze te hooren, en soms haar zelfs de woorden in den mond geven.↑63C. Booth,Life and Labour, laatste deel, p. 125. Zoo zegt Kullberg, dat in Zweden meisjes van dertien tot zeventien jaar, die thuis bij haar ouders in goede omstandigheden wonen, dikwijls op straat gevonden zijn.↑64W. Acton,Prostitution, 1870, pp. 39, 49.↑65In Lyon lieten van de 3884 prostituées er 3194 haar beroep varen, of het scheen tenminste, dat zij dit deden; in Parijs werden een groot aantal van haar dienstmeisjes, naaisters of kleermaaksters, beroepen, die zij in veel gevallen ongetwijfeld vroeger ook uitgeoefend hadden (Parent-Duchâtelet,De la Prostitution, 1857, deel I, p. 584; deel II, p. 451). Slogget (die aangehaald wordt door Acton) zeide, dat in Davenport 250 van de 1775 prostituées trouwden. Het is wel bekend, dat prostituées soms zeer goede huwelijken doen. Het werd bijna een eeuw geleden opgemerkt, dat huwelijken van prostituées met rijke mannen vooral in Engeland veel voorkwamen, en dat ze gewoonlijk gelukkig waren; hetzelfde schijnt nog waar te zijn. In haar eigen stand huwen zij meermalen met huurkoetsiers en politie-agenten, de twee klassen van mannen, waarmee ze op straat in nauw contact komen. Wat Duitschland betreft zegt C. K. Schneider (DieProstituierteund die Gesellschaft), dat jonge prostituées allerlei soort van bezigheden en betrekkingen aannemen, terwijl ze soms, als ze wat geld gespaard hebben, een zaakje opzetten, terwijl oude prostituées koppelaarsters, bordeel-houdsters, toiletvrouwen enz. worden. Niet weinige prostituées trouwen, voegt hij er aan toe, maar haar aantal onder de ingeschreven Duitsche prostituées is heel klein, minder dan 2 percent.↑66G. de Molinari,La Viriculture, 1897, p. 155.↑67Reuss en andere schrijvers hebben typische uittreksels uit de kasboeken van prostituées gepubliceerd, die doen zien hoeveel zij verdienen. Zelfs inde gewone bordeelen in Philadelphia (volgens Goodchild, “The Social Evil in Philadelphia”,Arena, Maart, 1896), verdienen meisjes twintig dollars of meer in de week, wat veel meer is dan wat zij in eenigen anderen werkkring, die voor haar open is, zouden kunnen verdienen.↑68A. Després,La Prostitution en France, 1883.↑69Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, 1905, p. 378–414.↑70La Donna Delinquente, p. 401.↑71Raciborski,Traité de l’Impuissance, p. 20. We kunnen hier aan toevoegen, dat Bergh, een toonaangevende autoriteit over de anatomische eigenaardigheden van de uitwendige vrouwelijke sexueele organen, die meent, dat sterke ontwikkeling van de uitwendige genitaliën samengaat met losbandige neigingen, niet gevonden heeft dat zulke ontwikkeling veel voorkomt onder prostituées.↑72Hammer, die veel gelegenheid gehad heeft om de psychologie van de prostituées te bestudeeren, merkt op, dat hij geen reden heeft gezien om sexueele koelheid te onderstellen (Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906, Heft 2, p. 85), hoewel hij, zooals hij elders geconstateerd heeft, meent, dat luiheid eer dan overmaat van zinnelijkheid de voornaamste oorzaak is van de prostitutie.↑73Zie “The Sexual Impulse in Women”, in het derde deel van dezeStudies.↑74Tait constateerde, dat in Edinburgh vele getrouwde vrouwen waren, die met haar echtgenooten in gunstige omstandigheden verkeerden, kinderen hadden, en die toch als prostituées leefden, nl. dat ze de gewoonte hadden afspraken met vreemdelingen te maken.↑75Janke brengt gegevens te zamen, die hierop wijzen,Die WillkürlicheHervorbringungdes Geschlechts, p. 275. “Als wij een prostituée van vijf en dertig jaar vergelijken met haar fatsoenlijke zuster”, merkte Acton op (Prostitution, 1870, p. 39), “dan vinden we zelden dat de verwoestingen van het gestel, die men dikwijls denkt, dat de noodzakelijke gevolgen zijn van de prostitutie, veel erger zijn dan de verwoestingen, die moeten toegeschreven worden aan de zorgen voor een familie en den uitputtenden strijd van deugdzamen arbeid”.↑76Hirschfeld zegt (Wesen der Liebe, p. 35), dat de begeerte naar omgang met een sympathiek persoon verhoogd wordt en niet verminderd door een beroeps-coïtusdaad.↑77Dit is duidelijk aangetoond door Hans Ostwald (aan wien ik de boven aangehaalde opmerking van een prostituée ontleen), een van de beste autoriteiten op het gebied van het leven en den aard der prostituées; zie b.v. zijn artikel, “Die erotischen Beziehungen zwischen Dirne und Zuhälter,”Sexual-Probleme, Juni, 1908. In het volgende nummer van hetzelfde tijdschrift (Juli, 1908, p. 393) is Dr. Max Marcuse het eens met de beweringen van Ostwald, en zegt dat de brieven van prostituées en haar minnaars minnebrieven zijn precies zoo als de brieven van fatsoenlijke menschen uit dezelfde klasse, en met dezelfde elementen van liefde en jaloezie; deze verhoudingen, merkt hij op, zijn soms zeer standvastig. De prostituée-schrijfster van hetTagebuch einer Verlorenen(p. 147) geeft ook eenige opmerkingen over de verhoudingen van de prostituée en haar minnaar, en zegt dat het eenvoudig de natuurlijke verhouding is tusschen een meisje en haar minnaar.↑78Zoo vond Moraglia, dat van de 180 prostituées in Noord-Italiaansche bordeelen en van 23 elegante Italiaansche en buitenlandsche cocottes allen toegaven, dat zij masturbeerden, bij voorkeur door wrijving van de clitoris; 113 van haar, de meesten, verklaarden, dat zij alleen uitgevoerde of wederkeerige masturbatie prefereerden boven normalencoïtus. Hammer zegt (Zehn Lebensläufe Berliner Kontrollmädchenin Ostwald’s serie van “Grosstadt Dokumente”, 1905) dat, als zij in het ziekenhuis zijn, de zestig prostituées allemaal op drie of vier na, masturbeeren, en dat zij, die het niet doen, door de andere uitgelachen worden.↑79Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen, Jahrgang VII, 1905, p. 148; Hammervond, dat van de vijf en twintig prostituées in een verbeteringsgesticht er wel drie en twintig homosexueel waren, of op goede gronden verondersteld werden het te zijn. Hirschfeld (Berlins Drittes Geschlecht, p. 65) zegt, dat prostituées soms vrouwen uit den beteren stand aanspreken, waarvan zij, om haar mannelijk uitzien, meenen dat ze homosexueel zijn; van personen van haar eigen sekse nemen prostituées een kleinere belooning, en soms weigeren ze betaling geheel.↑80Bij de prostitutie is het, evenals bij de erfelijkheid, natuurlijk moeilijk het element der erfelijkheid te scheiden van dat der omgeving, zelfs als wij goeden grond hebben om te gelooven, dat de factor der erfelijkheid hier, evenals door het geheele leven, niet na kan laten veel gewicht in de schaal te leggen. Het is in ieder geval zeker, dat prostitutie dikwijls “in de familie zit”. “Het is dikwijls mijn ondervinding geweest”, schrijft een vroegere prostituée (Hedwig Hard,Beichte einer Gefallenen, p. 156) “dat, als in een familie een meisje het pad der prostitutie betreedt haar zuster haar spoedig daarop volgt. Ik heb onnoemelijk veel gevallen gezien; soms staan wel drie zusters tegelijk op de lijst, en ik heb een geval gekend van vier zusters, wier moeder, een vroedvrouw, in de gevangenis was geweest, en waarvan de vader dronk. In dit geval raakten alle vier de zusters, die heel mooi waren, getrouwd, een ten minste zeer gelukkig, met een rijken dokter, die haar uit het bordeel nam, toen ze zestien jaar oud was en haar opvoedde”.↑81Dit wordt niet tegengesproken door het ontwijfelbare feit, dat prostituées in het geheel niet altijd tevreden zijn met het leven, dat zij kiezen.↑82Dit punt is besproken door Bloch,Sexualleben unserer Zeit, hoofdst. XIII.↑83Verschillende series observaties zijn geresumeerd door Lombroso en Ferrero,La Donna Delinquente, 1893, deel III, hoofdst. IV.↑84History of European Morals, deel III, p. 283.↑85In gelijken geest heeft Lord Morley geschreven (Diderot, deel II, p. 20). “De reinheid van het gezin, zoo liefelijk en dierbaar als ze is, is tot nu toe alleen maar verzekerd door het in stand houden van een groot en droevigleger van vrouwelijke paria’s … op wier hoofd, evenals op den zondebok van den Hebreeuwschen ritus, wij al de ongerechtigheden stapelen van ons en onze kinderen, alle overtredingen en alle zonden, en die we dan met verwenschingen wegzenden naar de onreine uiterste wildernis en het onbewoonde land”.↑86Horatius,Satires, boek I, 2.↑87Augustinus,De Ordine, boek II, hoofdst. IV.↑88De Regimine Principum(Opuscula XX), boek IV, hoofdst. XIV. Ik dank de verwijzing naar de juiste plaats, waar dit gezegde voorkomt, aan den Rev. H. Northcote; gewoonlijk wordt ze in vager termen aangehaald.↑89Lea,History of Auricular Confession, deel II, p. 69. Er was, schijnt het, zelfs een excentriek besluit van de theologen uit Salamanca, dat bepaalde, dat een non geld kon aannemen, “licite et valide”.↑90Lea,op. cit.deel II, pp. 263, 399.↑91Rabutaux,De la Prostitution en Europe, pp. 22et seq.↑92Burton,Anatomyof Melancholy, deel III, Sect. III, Mem. VI, Subs. II.↑93B. Mandeville,Remarks to Fable of the Bees, 1714, pp. 93–9;cf.P. Sackmann,Bernard de Mandeville, pp. 101–4.↑94Deze omstandigheden begunstigen tijdelijke vrije verbintenissen, maar zij begunstigen ook de prostitutie. De reden is, volgens Adolf Gerson (Sexual-Probleme, September, 1908), dat de vrouw uit de goede klasse geen vrije vereenigingen hebben wil. Gedeeltelijk door moreele tradities, en gedeeltelijk door een gevoel, dat een man wettig haar eigendom moet zijn, wil zij zich niet uit liefde aan een man geven; en daarom gaat hij naar de vrouw uit den lageren stand, die zich voor geld geeft.↑95Vele meisjes, zeide Ellice Hopkins, komen in moeilijkheid, alleen omdat zij iets in zich hebben van het “zwarte geitje”, dat vroolijk moet zijn en spelen, maar dat niet in gevaar wenscht te komen. “Is het niet hard”, voegde zij er bij, “dat de mannen naast haar dwaze, dansende voeten een bodemlooze put gegraven hebben en dat zij haar dansen en springen niet in veiligheid kan genieten en haar mooie veeren kan aandoen als het dwaze vogeltje, dat ze is, zonder dat een enkele misstap haar over den rand stort en haar achterlaat, met al haar vrouwelijkheid in haar vernietigd?”↑96A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst.V.↑97Zooals aangehaald wordt door Bloch,SexuallebenunsererZeit, p. 358. In Berlijn is in de laatste jaren het aantal prostituées toegenomen, bijna dubbel zoo snel als de algemeene bevolking toegenomen is. Het is ongetwijfeld waarschijnlijk, dat het aanbod de vraag zal doen toenemen.↑98Goncourt,Journal, deel IIIp. 49.↑99Vanderkiste,The Dens of London, 1854, p. 242.↑100Bonger(Criminalité et Conditions Economiques, p. 406) verwijst naar het veel voorkomen van prostitutie onder naaisters en modistes, zoowel als onder dienstboden, omdat dit wijst op den invloed van de aanraking met de weelde, en voegt er bij, dat de rijke vrouwen, die neerzien op de prostitutie, zich niet altijd duidelijk voor oogen stellen dat zij zelf een belangrijke factor zijn voor de prostitutie, door haar weelderigheid en haar ledigheid beide; terwijl ze niet schijnen te begrijpen, dat zij evenzoo zouden handelen, als ze in dezelfde omstandigheden waren geplaatst.↑101H. Lippert legde, in zijn boek over de prostitutie in Hamburg, zeer den nadruk op het verlangen naar kleeding en versiering, als een factor van de prostitutie, en Bloch (Das Sexualleben unserer Zeit, p. 372) meent, dat deze factor gewoonlijk onderschat wordt, en dat hij een speciaal machtigen invloed uitoefent op dienstboden.↑102Sedert dit geschreven werd, is de invloed van het leven van verscheidene generaties in de stad tot het immuun maken van een familie voor de verkeerdheden van dat leven (hoewel zonder betrekking op de prostitutie) uiteengezet door Reibmayr,Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies, 1908, deel II, p.p. 73et seq.↑103In Frankrijk is deze intimiteit belichaamd in het heerlijke voorrecht vantutoyeeren, “Het mysterie van hettutoyeeren!” roept Ernest La Jeunesse inL’Holocauste: “Slagboomen, die vallen, sluiers, die opgelicht worden, en de genoegelijkheid van het bestaan! Eens, toen ik mij erg eenzaam voelde en trachtte te wennen aan Parijs en aan het ongeluk, was ik bereid mijlen af te leggen—te voet natuurlijk—om een nichtje en een tante op te zoeken, alleen maar om iemand te mogentutoyeeren. Soms waren ze niet thuis, en dan moest ik weer terug met mijn behoefte aan vertrouwelijkheid en familiariteit en broederlijkheid”.↑104Voor Sommige feiten en verwijzingen naar de uitgebreide literatuur over dezen handel, zie men bv. Bloch,Das Sexualleben unserer Zeit, pp. 374–376; ook K. M. Baer,Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Sept. 1908; Paulucci de Colboli,Nuova Antologia, April 1902.↑105Deze beschouwingen gelden niet voor vele soorten van sexueel geperverteerden, die een belangrijk aandeel vormen van de cliënten van bordeelen. Deze kunnen dikwijls, wat zij begeeren, gemakkelijker in een bordeel vinden dan daar buiten.↑106Zoo raadt Charles Booth, in zijn groote werk overLife and Labor in London, laatste deel (p. 128) aan, dat “rendez-vous-huizen”in plaatsvan vervolgd te worden, moesten geduld worden als een schrede in de richting van het onderdrukken van bordeelen.↑107“Steden, zooals Woolwich, Aldershot, Portsmouth, Plymouth”, zegt men wel eens, “zijn vol van ellendige, vuile monsters, die niet meer op vrouwen gelijken; maar het is drank, verachting, ruwheid en ziekte, die haar in dezen toestand gebracht hebben, niet het enkele feit, dat ze omgang hebben met mannen”.↑108“Het prostitutie-contract kan in de oogen van de prostituées zelf”, volgens Bernaldo de Quiros en LlanasAguilaniedo, “niet gelijk gesteld worden met een koop-akte of een werk-contract, noch met een anderen ruilhandel, die door de burgerlijke wetgeving erkend wordt. Zij vinden, dat er in zulk een contract altijd een element komt, dat het meer doet gelijken op een gift. “Hetlichaam van een vrouw heeft geen prijs” is een axioma van de prostitutie. Het geld, dat gelegd wordt in de handen van haar, die de bevrediging van sexueel verlangen verzekert, is niet de prijs voor de daad, maar een offer, door de priesteres van Venus geëischt voor haar onderhoud”. Voor den Spanjaard is, wel is waar, iedere verrichting, die aan handel doet denken, verachtelijk, maar het principe, dat aan dit gevoelen ten grondslag ligt, geldt ook voor de prostitutie in het algemeen.↑109Journal des Goncourt, deel III; dit was in 1866.↑110E. Lyttelton,Training of the Young in Laws of Sex, p. 42.↑111Zie bv. R. W. Taylor,Treatise on Sexual Disorders, 1897, pp. 74–75. Georg Hirth (Wege zur Heimat, 1909, p. 619) vertelt het geval van een jong officier, die opgewonden door de liefkoozingen van zijn verloofde, terwijl hij te veel respect voor haar had om verder te gaan dan dit en te veel respect voor zich zelf om te masturbeeren, niet beter wist te doen dan naar een prostituée te gaan. Syphilis ontwikkelde zich eenige dagen na de bruiloft. Hirth voegt er kort aan toe, dat de gevolgen vreeselijk waren.↑112Het is een dikwijls aangehaalde passage, maar ze kan haast niet dikwijls genoeg herhaald worden: “Ge ziet dat deze ijzeren plaat niet geheel plat is: ze heeft een bult, hier aan den linkerkant. Hoe moeten we ze plat krijgen? Natuurlijk, zult ge antwoorden, door op het uitstekende deel te slaan. Nu, hier is een hamer, en ik geef de plaat een slag, zooals ge aanraadt. Harder, zegt ge. Nog geen resultaat. Nog een slag? Nu, vooruit maar, en nog een en nog een. De verhevenheid blijft, ziet ge: het kwaad is even groot als vroeger—ja, zelfs grooter. Maar dat is niet alles. Kijk eens, hoe de plaat aan den anderen kant krom getrokken is. Waar ze tevoren plat was, daar is ze nu gebogen. We hebben ze mooi verknoeid. In plaats dat we het oorspronkelijke kwaad verbeterd hebben, hebben we er een tweede bij gemaakt. Als we een werkman gevraagd hadden, die ervaren was in het “pletten”, zooals het genoemd wordt, dan zou hij ons vertellen, dat er geen goed te doen was, niets dan kwaad, door op het uitstekende deel te slaan. Hij zou ons geleerd hebben verschillend gerichte en speciaal geplaatste slagen met een hamer op een andere plaats te doen: zoo het kwaad aan te vallen, niet door directe, maar door indirecte handelingen. Het vereischte proces is minder eenvoudig dan ge gedacht had. Zelfs een metalen plaat kan niet met succes behandeld worden op die verstandige wijze, waarin ge zooveel vertrouwen hebt. Wat zullen we dan zeggen over een maatschappij?… Is de menschheid gemakkelijker in orde te krijgen dan een ijzeren plaat?” (The Study of Sociology, p. 270).↑

1Zie bv. Cheetham’s “Hulsean Lectures”The Mysteries, Pagan and Christian, pp. 123, 136.↑2Hormayr’sTaschenbuch, 1835. p. 235. Hagelstange wijst er op, in een hoofdstuk over middeleeuwsche feesten in zijnSüddeutsches Bauernleben im Mittelalter, hoe bij deze Christelijke orgieën, die inderdaad van heidenschen oorsprong waren, de Duitsche menschen met geweldige en luidruchtige energie reageerden tegen de inspanning en de eentonigheid van hun dagelijksch leven.↑3Dit werd duidelijk erkend door de meer intelligente voorstanders van het karnaval. Strenge menschen wilden dit feest afschaffen, en in een merkwaardig verzoekschrift, gezonden aan de Theologische Faculteit van Parijs (en aangehaald door Flogel,Geschichte des Grotesk-Komischen, vierde uitgave, p. 204) wordt het feest aldus verdedigd: “Wij doen dit volgens een oude gewoonte, opdat de dwaasheid, die ’s menschen tweede natuur is en hem schijnt aangeboren te zijn, tenminste eenmaal in het jaar vrijen loop heeft. Wijnvaten zouden springen, als we niet nu en dan de spon losmaakten om lucht in the laten. Nu zijn wij allen slecht verzekerde vaten en tonnen, die den wijn der wijsheid zouden laten wegloopen, als wij ze door voortdurende toewijding en vrees voor God lieten gisten. Wij moeten lucht inlaten, opdat hij niet bederft. Zoo geven wij ons op sommige dagen aan vermaak over, dat wij later met des te meer ijver tot de vereering van God kunnen terugkeeren”. Het losbandigheidsfeest werd niet verboden voor het midden van de zestiende eeuw en overblijfselen ervan bestonden nog (zooals in Aken) tot bijna aan het einde van de achttiende eeuw.↑4A. Méray,La Vie au Temps des Libres Prêcheurs, deel II, hoofdst. X. Een goed en op grondige bronnenstudie berustend verslag van het losbandigheidsfeestgeeft E. K. Chambers,The Mediaeval Stage, hoofdst. XIII. Het is waar, dat de Kerk en de eerste Kerkvaders dikwijls het tooneel hebben gevloekt. Maar Gregorius van Nazianza wilde een Christelijk tooneel oprichten; de middeleeuwsche mysteriespelen stonden zeker onder de bescherming van de geestelijkheid; en de heilige Thomas van Aquino, de grootste van de scholastici, veroordeelt het tooneel slechts in bedekte termen.↑5Spencer en Gillen,Northern Tribes of Central Australia, hoofdst. XII.↑6Journal Anthropological Institute, July–Dec., 1904, p. 329.↑7Westermarck(Origin and Development of the Moral Ideas, deel II, pp. 285–9) toont aan, hoe wijd verspreid de gewoonte is, een op gezette tijden terugkeerenden rustdag vast te stellen.↑8A. E. Crawley,The Mystic Rose, pp. 273et seq., Crawley brengt met dit doel van groote feesten de gewoonte in verband, die in sommige deelen der wereld gevonden wordt, van bij tijden van vrouwen te verwisselen. “Het heeft niets hoegenaamd te maken met het huwelijks-systeem, behalve dat het dat eenigen tijd verbreekt, zoodat vrouwen van een verboden graad van verwantschap te leen gegeven worden, op dezelfde gronden, waarop conventies en gewone betrekkingen bij feesten van het Saturnalische type verbroken worden; het doel is een verandering in het leven te brengen en weer opnieuw te beginnen, door alles om te ruilen wat men kan, terwijl de enkele ruilingsdaad een andere behoefte bevredigt, samengaat met het andere verlangen om de gemeenschap aaneen te smeden” (Ib., p 479).↑9G. Murray,Ancient Greek Literature, p. 211.↑10Het Grieksche drama ontstond waarschijnlijk uit een volksfeest van een min of meer sexueel karakter, en het is zelfs mogelijk, dat het middeleeuwsche drama een eenigszins daarmee overeenkomende oorsprong had (zie Donaldson,The Greek Theatre; Gilbert Murray,loc. cit.; Karl Pearson,The Chances of Death, deel ii, pp. 135–6, 280et seq.).↑11R. Canudo, “Les Chorèges Français”,Mercure de France, 1 Maart 1907, p. 180.↑12“Dit is inderdaad”, verklaart Cyples (The Process of Human Experience, p. 743), “het groote doel van de Kunst—dat zij in ons bewust doet worden groote egoïstische mogelijkheden, ons op een rudimentaire wijze gewent aan grootere verwerkelijking van de persoonlijkheid”, en zoo “zonder doel, maar toch op schitterende wijze de reine nog niet vervulde mogelijkheden in ons wekt”.↑13Zelfs als eentonige arbeid intellectueel is, is hij daardoor niet gevrijwaard tegen orgiastische reacties. Prof. L. Gurlitt toont aan (Die Neue Generation, Januari 1909, pp. 31–6) hoe de ingespannen, zonder verpoozing voortgezette intellectueele arbeid van de Pruisische seminariën zoowel onder leeraren als onder leerlingen, leidt tot de ergste vormen van orgie.↑14Rabutauxbespreekt verschillende definities van prostitutie.De la Prostitution enEurope, pp. 119 et seq. Voor den oorsprong van de namen om prostituée aan te duiden, zie men Schrader,Reallexicon, art. “Beischläferin”.↑15Digest, boek XXIII, deel II, p. 43. Als zij zich alleen aan een of twee personen gaf, al was het dan voor geld, was het geen prostitutie.↑16Guyot,La Prostitution, p. 8. Het element van koopbaarheid behoort tot het wezen van de zaak, en godsdienstige schrijvers (zooals Robert Wardlaw,D.D., uit Edinburg, in zijnLectures on Female Prostitution, 1842, p. 14), die prostitutie definieeren als “de onwettige omgang van de seksen”, en synoniem achten met theologische “fornicatie”, vervallen in een dwaze verwarring.↑17“Zulke huwelijken worden soms gebrandmerkt als “wettige prostitutie””, merkt Sidgwick op (Methods of Ethics, boek III, hoofdst. XI), “maar we voelen, dat de phrase buitensporig en paradox is”.↑18Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, p. 378. Bonger meent, dat in haar wezen de daad van prostitutie “gelijk is aan de daad van een man of een vrouw, die om economische redenen een huwelijk aangaat”.↑19E. Richard,La Prostitution à Paris, 1890, p. 44. Het kan een punt van kwestie zijn of openlijkheid of algemeene bekendheid een essentieel deel moet vormen van de definitie; het schijnt er echter bij ingesloten te zijn want anders kan de prostituée geen klanten krijgen. Reuss zegt, dat ze bovendiengeheel zonder middelen van bestaan moet zijn; dat behoort zeker niet tot het wezen der zaak. En het is ook niet noodig, zooals de Digesten nadrukkelijk zeggen dat de daad gedaan wordt “zonder genoegen”: dat kan al of niet het geval zijn, zonder invloed uit te oefenen op den prostitutie-aard van de daad.↑20Hawkesworth,Account of the Voyages, etc., 1775, deel II, p. 254.↑21R. W. Codrington,The Melanesians, p. 235.↑22F. S. Krauss,Romanische Forschungen, 1903, p. 290.↑23H. Schurtz,Altersklassen und Männerbünde, 1902, p. 190. In dit werk brengt Schurtz eenige voorbeelden samen (p. 189–201) van den oorsprong der prostitutie bij primitieve volken. Vele feiten en aanwijzingen wordengegeven door Westermarck (History ofHumanMarriagep. 66et seq., enOrigin and Development of the Moral Ideas, deel II, p. 441et seq.).↑24Bachofen (meer speciaal in zijnMutterrechtenSage von Tanaquil) beweerde, dat zelfs godsdienstige prostitutie ontstond uit den weerstand van primitieve instincten tegen de individualisatie van de liefde.Cf.Robertson Smith,Religion ofSemites, tweede uitgave p. 59.↑25Wat de reden ook zij, godsdienst en prostitutie komen dikwijls te zamen voor; het is misschien tot op zekere hoogte een speciale uiting van dat algemeene verband tusschen de godsdienstige en de sexueele impulsen, dat elders besproken is. Zoo zegt A. B. Ellis, in zijn boek over deEwe-speaking Peoples of West Africa(pp. 124, 141), dat hier vrouwen, die aan een godheid worden toegewijd, vrije prostituées worden. W. G.Summer(Folkways, hoofdst. XVI)brengt vele feiten samen over het wijd verspreid zijn van de godsdienstige prostitutie.↑26Herodotus, Boek I, hoofdst. CXVIX; Baruch, hoofdst. VI, p. 43. Geleerden van den nieuweren tijd bevestigen uit de studie van de Babylonische literatuur de beweringen van Herodotus, hoewel ze geneigd zijn te ontkennen, dat de godsdienstige prostitutie een zoo groote plaats innam als hij er aan toekent. Een Tafel van het Gilgamash-epos maakt volgens Morris Jastrow melding van prostituées als dienaressen van de godin Isthar in de stad Uruk (of Erech), die dus een centrum was en misschien het hoofd-centrum van de door Herodotus beschreven plechtigheden (Morris Jastrow,The Religion of Babylonia and Assyria, 1898, p. 475). Isthar was de godin der vruchtbaarheid, de groote moeder-godin, en de prostituées namen als tempel-dienaressen deel aan de ceremoniën, die de vruchtbaarheid zinnebeeldig moesten voorstellen. Deze priesteressen van Isthar waren bekend onder den algemeenen naam Kadishtu, “de heiligen” (op. cit., pp. 485, 660).↑27Het is gewoon onder moderne schrijvers Aphrodite Pandemos, eer dan Urania, in verband te brengen met koopbare of vrije sexualiteit, maar dat is een vergissing, want de Aphrodite Pandemos was zuiver politiek en had geen sexueele beteekenis. De vergissing was misschien wel met voorbedachten rade ingevoerd door Plato. Men heeft de mogelijkheid geopperd dat die aartsbedrieger, die niet van democratische denkbeelden hield, met moedwil trachtte de opvatting van Aphrodite Pandemos naar beneden te halen (Farnell,Cults of Greek States, deel II, p. 660).↑28Athenaeus, Boek XIII, hoofdst. XXXII. Het schijnt, dat de eenige andere Grieksche gemeenschap, waar de tempeldienst onkuischheid met zich bracht een stad was van de Locri Epizephyrii (Farnell,op. cit., deel II, p. 636).↑29Ik zeg niet een vroegere “promiscuïteit”, want de theorie van de primitieve sexueele promiscuïteit is nu in ruimen kring in discrediet, hoewel er geen redelijke twijfel aan kan bestaan, dat het in vroeger tijd heerschende moederrechtgunstiger was aan de sexueele vrijheid van vrouwen dan het latere patriarchale systeem. Zoo kon in de alleroudste Egyptische dagen een vrouw haar gunsten schenken aan iederen man dien zij wilde, door hem haar kleed te zenden, zelfs als ze getrouwd was. Na verloop van tijd leidde het zich uitbreiden van de rechten der mannen er toe, dat dit beschouwd werd als misdadig, maar de priesteressen van Ammon behielden tot het laatst dit voorrecht, daar zij onder goddelijke bescherming stonden (Flinders Petrie,Egyptian Tales, pp. 10, 48).↑30We moeten hieraan toevoegen, dat Farnell (“The Position of Women in Ancient Religion”,Archiv für Religionswissenschaft, 1904, p. 88) de godsdienstige prostitutie van Babylonië tracht uit te leggen als een speciale godsdienstige wijziging van de gewoonte de maagdelijkheid voor het huwelijk te vernietigen, om den echtgenoot te vrijwaren tegen de mystieke gevaren van de defloratie. E. S. Hartland (“Concerning the Rite at the Temple of Mylitta”,Anthropological Essays Presented to E. B. Tylerp. 189) veronderstelt, dat dit een godsdienstige plechtigheid bij de puberteit was, die in verband stond met de ceremonieele defloratie. Deze theorie is echter niet algemeen door Semitische geleerden aangenomen.↑31De meisjes van dezen stam, die opmerkelijk knap zijn, keeren, nadat zij twee of drie jaar doorgebracht hebben met het verzamelen van zoo’n bruidsschat, naar huis terug om te trouwen; men zegt, dat zij zeer goede vrouwen en moeders worden. Zij worden beschreven door Bertherand in Parent-Duchâtelet,La Prostitution à Paris, deel II, p. 539.↑32In Abyssinië (volgens Fiashi,British Medical Journal,Maart 13, 1897), waar de prostitutie altijd in hooge eer gehouden is, achten de prostituées, dietegenwoordig tweemaal in de week medisch onderzocht worden, haar beroep in geenen deele schandelijk; zij vinden later gemakkelijk echtgenooten. Ook Potter (Sohrab und Rustem, pp. 168et seq.) geeft aanwijzingen over volken, die ver verspreid zijn over de Oude Wereld en de Nieuwe, onder wie de jonge vrouwen prostitutie uitgeoefend hebben om een bruidschat te verkrijgen.↑33In Tralles, in Lydië was zelfs in de tweede eeuw voor Christus, zooals Sir W. M. Ramsay opmerkt (Cities of Phrygia, deel I, pp. 115) geheiligde prostitutie nog een eerbare handeling voor vrouwen van goede geboorte, die “zich geroepen voelen het goddelijke leven te leiden onder den invloed der goddelijke inspiratie”.↑34De geleidelijke secularisatie van de prostitutie van haar vroegeren godsdienstigen vorm is door verschillende schrijvers nagegaan (zie b.v. DupouneyLa Prostitution dans l’Antiquité). De vroegste waardeerende vermelding van de hetare wordt in de literatuur gevonden, volgens Benecke (Antimachus of Colophon, p. 36), in Bacchylides.↑35Cicero,Oratis prô Coelio, hoofdst. XX.↑36Pierre Dufour,Histoire de la Prostitution, deel II, hoofdst. XIX-XX. De werkelijke schrijver van deze welbekende geschiedenis van de prostitutie, die, hoewel ze niet wetenschappelijk is in haar methoden, een groote massa interessant nieuws samenbrengt, zegt men, dat Paul Lecroix is.↑37Rabutaux beschrijft, in zijnHistoire de la Prostitution en Europe, vele pogingen om de prostitutie te onderdrukken;cf.Dufour,op. cit., deel III.↑38Dufour,op. cit., deel VI, hoofdst. XLI. Het was onder de regeering van Hendrik III, dat er verordend werd de bordeelen te dulden.↑39In de achttiende eeuw vooral kwamen huizen van prostitutie in Parijs tot een verwonderlijken graad van glans en bloei. Dank zij de voortdurende waakzame belangstelling van de politie werd een groote mate van gedetailleerde inlichtingen over deze instellingen opgezameld, en in de laatste jaren is er veel van gepubliceerd. Een opsomming van deze literatuur zal men vinden inNeue Forschungen über den Marquis de Sade und seine Zeit, 1904, p. 97et seq.van Dühren.↑40Rabutaux,op cit., p. 54.↑41Calza heeft de geschiedenis geschreven van de prostitutie in Venetië; en de inhoud van sommige van de documenten, die hij vond, is medegedeeld door Mantegazza,Gli Amori degli Uomimi, hoofdst. XIV. Bij het begin van de zeventiende eeuw, een tamelijk late periode, bezocht Coryat Venetië en gaf in zijnCruditieseen volledig en belangwekkend verslag van de courtisanes daar, die toen, naar hij zegt, minstens 20.000 in getal waren; de belasting die zij voor den staat inbrachten onderhield een dozijn galeien.↑42J. Schrank,Die Prostitution in Wien, deel I, pp. 152–206.↑43U. Robert,Les Signes d’Infamie au Moyen Age, hoofdst. IV.↑44Rudeck (Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland, pp. 26–36) geeft vele bijzonderheden over de belangrijke rol, gespeeld door prostituées en bordeelen in het middeleeuwsche Duitsche leven.↑45Zij worden beschreven door Rabutaux,op. cit., pp. 90et seq.↑46L’Année Sociologique, zevende jaar, 1904, p. 440.↑47Bloch,Der Ursprung der Syphilis, Wat de Duitsche “Frauenhausen” aangaat, zie men Max Bauer,Das Geschlechtsleben in der Deutschen Vergangenheit, pp. 133–214. In Parijs, zegt Dufour, (op. cit., deel V, hoofdst. XXXIV), hadden bordeelen onder de verordeningen van den heiligen Lodewijk vele rechten, die zij ten slotte verloren in 1560, toen zij enkel huizen waren die geduld werden zonder statuten, speciale costuums, of beperking tot speciale straten.↑48“Cortegiana, hoc est meretrix honesta”, schreef Burckhardt, de secretarisvan den paus, aan het begin van de zestiende eeuw,Diarium, ed. Thuasne, deel II, p. 442; andere autoriteiten worden door Thuasne in een noot aangehaald.↑49Burckhardt,Diarium, deel III, p. 167. Thuasne haalt een andere autoriteit aan ter bevestiging.↑50Het voorbeeld van Holland, waar sommige groote steden de contrôle hebben aangenomen en andere niet, is leerzaam, wat den denkbeeldigen aardvan de voordeelen van de contrôle aangaat. In 1883 gaf Dr. Després cijfers, geleverd door Hollandsche ambtenaren, die aantoonen, dat in Rotterdam, waar de prostitutie onder contrôle stond, zoowel prostitutie als venerische ziekten meer voorkwamen dan in Amsterdam, een stad zonder contrôle (A. Després,La Prostitution en France, p. 122).↑51In 1802 werd het medisch onderzoek van prostituées in Parijsche bordeelen ingevoerd, hoewel het niet voor 1825 ten volle ingesteld en algemeen gemaakt werd.↑52M. L. Heidingsfeld, “The Control of Prostitution”,Journal American Medical Association, January 30, 1904.↑53Zie, b.v. G. Bérault,La Maison de Tolérance, Thèse de Paris, 1904.↑54Zoo zijn de omstandigheden van het Engelsche leger in Indië van een speciaal karakter. Een aantal feiten (uit de rapporten van commissies, officieele publicaties, etc.) aangaande den goeden invloed van regeling bij het doen verminderen van venerische ziekten in Indië, samengebracht door den Kolonel-Geneesheer F. H. Welch, “The Prevention of Syphilis”,Lancet, Augustus 12, 1899. Het systeem is afgeschaft, maar alleen tengevolge van den drang van het publiek en niet wegens ongunstige resultaten.↑55Zoo wilde Richards, die regeling goedkeurt, en die de opdracht had er aan de Parijsche gemeenteraad verslag over te doen, meisjes niet als prostituées van beroep ingeschreven hebben voor zij meerderjarig zijn en in staat zich duidelijk voor oogen te stellen, waartoe zij zich verbinden (E. Richards,La Prostitution à Paris, p. 147). Maar op dien leeftijd oefenen vele prostituées haar beroep al jarenlang uit.↑56In Duitschland, waar de behandeling van geïnfecteerde prostituées, die onder contrôle staan, bijna overal gedwongen is, gewoonlijk op kosten van de gemeenschap, heeft men bevonden, dat de gemiddelde leeftijd, waarop zij met syphilis geïnfecteerd worden, achttien jaar is; de gemiddelde leeftijd van prostituées in bordeelen is hooger dan die van haar, die er buiten wonen, en een veel grootere proportie is daarom immuun geworden tegen ziekte (Blaschko, “Hygiene der Syphilis”, in Weyl’sHandbuch der Hygiene, deel II, p. 62, 1900).↑57A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst. V.↑58Bonger brengt statistieken samen, die dit punt illustreeren,op. cit., pp. 402–6.↑59The Nightless City, p. 125.↑60Ströhmberg, zooals hij aangehaald wordt door Aschaffenburg,Das Verbrechen, 1903, p. 77.↑61Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906. Heft 10, p. 460. Maar deze oorzaak werkt ongetwijfeld in sommige gevallen van ongetrouwde vrouwen in Duitschland, die niet in staat zijn werk te krijgen (zie het artikel van Henriette Arendt, assistente bij de politie te Stuttgart,Sexual-Probleme, December, 1908).↑62Zoo vinden we bijvoorbeeld, dat Irma von Troll-Borostyáni in haar boek,Im Freien Reich(p. 176) zegt: “Ga en vraag deze ongelukkige schepsels of zij uit vrije wil zich aan de zonde hebben overgegeven. En zij zullen U bijna allemaal een verhaal vertellen van nood en armoede, van honger en gebrek aan werk, die haar er toe gedreven hebben, of anders van liefde en verleiding en de vrees voor ontdekking van haar misstap, die haar uit haar huis verdreven hebben, hulpeloos en verlaten, in den poel van misdaad, waaruit bijna geen redding is”. Het is natuurlijk volkomen waar, dat de prostituée dikwijls bereid is zulke verhalen te doen aan philantropische personen, die verwachten ze te hooren, en soms haar zelfs de woorden in den mond geven.↑63C. Booth,Life and Labour, laatste deel, p. 125. Zoo zegt Kullberg, dat in Zweden meisjes van dertien tot zeventien jaar, die thuis bij haar ouders in goede omstandigheden wonen, dikwijls op straat gevonden zijn.↑64W. Acton,Prostitution, 1870, pp. 39, 49.↑65In Lyon lieten van de 3884 prostituées er 3194 haar beroep varen, of het scheen tenminste, dat zij dit deden; in Parijs werden een groot aantal van haar dienstmeisjes, naaisters of kleermaaksters, beroepen, die zij in veel gevallen ongetwijfeld vroeger ook uitgeoefend hadden (Parent-Duchâtelet,De la Prostitution, 1857, deel I, p. 584; deel II, p. 451). Slogget (die aangehaald wordt door Acton) zeide, dat in Davenport 250 van de 1775 prostituées trouwden. Het is wel bekend, dat prostituées soms zeer goede huwelijken doen. Het werd bijna een eeuw geleden opgemerkt, dat huwelijken van prostituées met rijke mannen vooral in Engeland veel voorkwamen, en dat ze gewoonlijk gelukkig waren; hetzelfde schijnt nog waar te zijn. In haar eigen stand huwen zij meermalen met huurkoetsiers en politie-agenten, de twee klassen van mannen, waarmee ze op straat in nauw contact komen. Wat Duitschland betreft zegt C. K. Schneider (DieProstituierteund die Gesellschaft), dat jonge prostituées allerlei soort van bezigheden en betrekkingen aannemen, terwijl ze soms, als ze wat geld gespaard hebben, een zaakje opzetten, terwijl oude prostituées koppelaarsters, bordeel-houdsters, toiletvrouwen enz. worden. Niet weinige prostituées trouwen, voegt hij er aan toe, maar haar aantal onder de ingeschreven Duitsche prostituées is heel klein, minder dan 2 percent.↑66G. de Molinari,La Viriculture, 1897, p. 155.↑67Reuss en andere schrijvers hebben typische uittreksels uit de kasboeken van prostituées gepubliceerd, die doen zien hoeveel zij verdienen. Zelfs inde gewone bordeelen in Philadelphia (volgens Goodchild, “The Social Evil in Philadelphia”,Arena, Maart, 1896), verdienen meisjes twintig dollars of meer in de week, wat veel meer is dan wat zij in eenigen anderen werkkring, die voor haar open is, zouden kunnen verdienen.↑68A. Després,La Prostitution en France, 1883.↑69Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, 1905, p. 378–414.↑70La Donna Delinquente, p. 401.↑71Raciborski,Traité de l’Impuissance, p. 20. We kunnen hier aan toevoegen, dat Bergh, een toonaangevende autoriteit over de anatomische eigenaardigheden van de uitwendige vrouwelijke sexueele organen, die meent, dat sterke ontwikkeling van de uitwendige genitaliën samengaat met losbandige neigingen, niet gevonden heeft dat zulke ontwikkeling veel voorkomt onder prostituées.↑72Hammer, die veel gelegenheid gehad heeft om de psychologie van de prostituées te bestudeeren, merkt op, dat hij geen reden heeft gezien om sexueele koelheid te onderstellen (Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906, Heft 2, p. 85), hoewel hij, zooals hij elders geconstateerd heeft, meent, dat luiheid eer dan overmaat van zinnelijkheid de voornaamste oorzaak is van de prostitutie.↑73Zie “The Sexual Impulse in Women”, in het derde deel van dezeStudies.↑74Tait constateerde, dat in Edinburgh vele getrouwde vrouwen waren, die met haar echtgenooten in gunstige omstandigheden verkeerden, kinderen hadden, en die toch als prostituées leefden, nl. dat ze de gewoonte hadden afspraken met vreemdelingen te maken.↑75Janke brengt gegevens te zamen, die hierop wijzen,Die WillkürlicheHervorbringungdes Geschlechts, p. 275. “Als wij een prostituée van vijf en dertig jaar vergelijken met haar fatsoenlijke zuster”, merkte Acton op (Prostitution, 1870, p. 39), “dan vinden we zelden dat de verwoestingen van het gestel, die men dikwijls denkt, dat de noodzakelijke gevolgen zijn van de prostitutie, veel erger zijn dan de verwoestingen, die moeten toegeschreven worden aan de zorgen voor een familie en den uitputtenden strijd van deugdzamen arbeid”.↑76Hirschfeld zegt (Wesen der Liebe, p. 35), dat de begeerte naar omgang met een sympathiek persoon verhoogd wordt en niet verminderd door een beroeps-coïtusdaad.↑77Dit is duidelijk aangetoond door Hans Ostwald (aan wien ik de boven aangehaalde opmerking van een prostituée ontleen), een van de beste autoriteiten op het gebied van het leven en den aard der prostituées; zie b.v. zijn artikel, “Die erotischen Beziehungen zwischen Dirne und Zuhälter,”Sexual-Probleme, Juni, 1908. In het volgende nummer van hetzelfde tijdschrift (Juli, 1908, p. 393) is Dr. Max Marcuse het eens met de beweringen van Ostwald, en zegt dat de brieven van prostituées en haar minnaars minnebrieven zijn precies zoo als de brieven van fatsoenlijke menschen uit dezelfde klasse, en met dezelfde elementen van liefde en jaloezie; deze verhoudingen, merkt hij op, zijn soms zeer standvastig. De prostituée-schrijfster van hetTagebuch einer Verlorenen(p. 147) geeft ook eenige opmerkingen over de verhoudingen van de prostituée en haar minnaar, en zegt dat het eenvoudig de natuurlijke verhouding is tusschen een meisje en haar minnaar.↑78Zoo vond Moraglia, dat van de 180 prostituées in Noord-Italiaansche bordeelen en van 23 elegante Italiaansche en buitenlandsche cocottes allen toegaven, dat zij masturbeerden, bij voorkeur door wrijving van de clitoris; 113 van haar, de meesten, verklaarden, dat zij alleen uitgevoerde of wederkeerige masturbatie prefereerden boven normalencoïtus. Hammer zegt (Zehn Lebensläufe Berliner Kontrollmädchenin Ostwald’s serie van “Grosstadt Dokumente”, 1905) dat, als zij in het ziekenhuis zijn, de zestig prostituées allemaal op drie of vier na, masturbeeren, en dat zij, die het niet doen, door de andere uitgelachen worden.↑79Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen, Jahrgang VII, 1905, p. 148; Hammervond, dat van de vijf en twintig prostituées in een verbeteringsgesticht er wel drie en twintig homosexueel waren, of op goede gronden verondersteld werden het te zijn. Hirschfeld (Berlins Drittes Geschlecht, p. 65) zegt, dat prostituées soms vrouwen uit den beteren stand aanspreken, waarvan zij, om haar mannelijk uitzien, meenen dat ze homosexueel zijn; van personen van haar eigen sekse nemen prostituées een kleinere belooning, en soms weigeren ze betaling geheel.↑80Bij de prostitutie is het, evenals bij de erfelijkheid, natuurlijk moeilijk het element der erfelijkheid te scheiden van dat der omgeving, zelfs als wij goeden grond hebben om te gelooven, dat de factor der erfelijkheid hier, evenals door het geheele leven, niet na kan laten veel gewicht in de schaal te leggen. Het is in ieder geval zeker, dat prostitutie dikwijls “in de familie zit”. “Het is dikwijls mijn ondervinding geweest”, schrijft een vroegere prostituée (Hedwig Hard,Beichte einer Gefallenen, p. 156) “dat, als in een familie een meisje het pad der prostitutie betreedt haar zuster haar spoedig daarop volgt. Ik heb onnoemelijk veel gevallen gezien; soms staan wel drie zusters tegelijk op de lijst, en ik heb een geval gekend van vier zusters, wier moeder, een vroedvrouw, in de gevangenis was geweest, en waarvan de vader dronk. In dit geval raakten alle vier de zusters, die heel mooi waren, getrouwd, een ten minste zeer gelukkig, met een rijken dokter, die haar uit het bordeel nam, toen ze zestien jaar oud was en haar opvoedde”.↑81Dit wordt niet tegengesproken door het ontwijfelbare feit, dat prostituées in het geheel niet altijd tevreden zijn met het leven, dat zij kiezen.↑82Dit punt is besproken door Bloch,Sexualleben unserer Zeit, hoofdst. XIII.↑83Verschillende series observaties zijn geresumeerd door Lombroso en Ferrero,La Donna Delinquente, 1893, deel III, hoofdst. IV.↑84History of European Morals, deel III, p. 283.↑85In gelijken geest heeft Lord Morley geschreven (Diderot, deel II, p. 20). “De reinheid van het gezin, zoo liefelijk en dierbaar als ze is, is tot nu toe alleen maar verzekerd door het in stand houden van een groot en droevigleger van vrouwelijke paria’s … op wier hoofd, evenals op den zondebok van den Hebreeuwschen ritus, wij al de ongerechtigheden stapelen van ons en onze kinderen, alle overtredingen en alle zonden, en die we dan met verwenschingen wegzenden naar de onreine uiterste wildernis en het onbewoonde land”.↑86Horatius,Satires, boek I, 2.↑87Augustinus,De Ordine, boek II, hoofdst. IV.↑88De Regimine Principum(Opuscula XX), boek IV, hoofdst. XIV. Ik dank de verwijzing naar de juiste plaats, waar dit gezegde voorkomt, aan den Rev. H. Northcote; gewoonlijk wordt ze in vager termen aangehaald.↑89Lea,History of Auricular Confession, deel II, p. 69. Er was, schijnt het, zelfs een excentriek besluit van de theologen uit Salamanca, dat bepaalde, dat een non geld kon aannemen, “licite et valide”.↑90Lea,op. cit.deel II, pp. 263, 399.↑91Rabutaux,De la Prostitution en Europe, pp. 22et seq.↑92Burton,Anatomyof Melancholy, deel III, Sect. III, Mem. VI, Subs. II.↑93B. Mandeville,Remarks to Fable of the Bees, 1714, pp. 93–9;cf.P. Sackmann,Bernard de Mandeville, pp. 101–4.↑94Deze omstandigheden begunstigen tijdelijke vrije verbintenissen, maar zij begunstigen ook de prostitutie. De reden is, volgens Adolf Gerson (Sexual-Probleme, September, 1908), dat de vrouw uit de goede klasse geen vrije vereenigingen hebben wil. Gedeeltelijk door moreele tradities, en gedeeltelijk door een gevoel, dat een man wettig haar eigendom moet zijn, wil zij zich niet uit liefde aan een man geven; en daarom gaat hij naar de vrouw uit den lageren stand, die zich voor geld geeft.↑95Vele meisjes, zeide Ellice Hopkins, komen in moeilijkheid, alleen omdat zij iets in zich hebben van het “zwarte geitje”, dat vroolijk moet zijn en spelen, maar dat niet in gevaar wenscht te komen. “Is het niet hard”, voegde zij er bij, “dat de mannen naast haar dwaze, dansende voeten een bodemlooze put gegraven hebben en dat zij haar dansen en springen niet in veiligheid kan genieten en haar mooie veeren kan aandoen als het dwaze vogeltje, dat ze is, zonder dat een enkele misstap haar over den rand stort en haar achterlaat, met al haar vrouwelijkheid in haar vernietigd?”↑96A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst.V.↑97Zooals aangehaald wordt door Bloch,SexuallebenunsererZeit, p. 358. In Berlijn is in de laatste jaren het aantal prostituées toegenomen, bijna dubbel zoo snel als de algemeene bevolking toegenomen is. Het is ongetwijfeld waarschijnlijk, dat het aanbod de vraag zal doen toenemen.↑98Goncourt,Journal, deel IIIp. 49.↑99Vanderkiste,The Dens of London, 1854, p. 242.↑100Bonger(Criminalité et Conditions Economiques, p. 406) verwijst naar het veel voorkomen van prostitutie onder naaisters en modistes, zoowel als onder dienstboden, omdat dit wijst op den invloed van de aanraking met de weelde, en voegt er bij, dat de rijke vrouwen, die neerzien op de prostitutie, zich niet altijd duidelijk voor oogen stellen dat zij zelf een belangrijke factor zijn voor de prostitutie, door haar weelderigheid en haar ledigheid beide; terwijl ze niet schijnen te begrijpen, dat zij evenzoo zouden handelen, als ze in dezelfde omstandigheden waren geplaatst.↑101H. Lippert legde, in zijn boek over de prostitutie in Hamburg, zeer den nadruk op het verlangen naar kleeding en versiering, als een factor van de prostitutie, en Bloch (Das Sexualleben unserer Zeit, p. 372) meent, dat deze factor gewoonlijk onderschat wordt, en dat hij een speciaal machtigen invloed uitoefent op dienstboden.↑102Sedert dit geschreven werd, is de invloed van het leven van verscheidene generaties in de stad tot het immuun maken van een familie voor de verkeerdheden van dat leven (hoewel zonder betrekking op de prostitutie) uiteengezet door Reibmayr,Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies, 1908, deel II, p.p. 73et seq.↑103In Frankrijk is deze intimiteit belichaamd in het heerlijke voorrecht vantutoyeeren, “Het mysterie van hettutoyeeren!” roept Ernest La Jeunesse inL’Holocauste: “Slagboomen, die vallen, sluiers, die opgelicht worden, en de genoegelijkheid van het bestaan! Eens, toen ik mij erg eenzaam voelde en trachtte te wennen aan Parijs en aan het ongeluk, was ik bereid mijlen af te leggen—te voet natuurlijk—om een nichtje en een tante op te zoeken, alleen maar om iemand te mogentutoyeeren. Soms waren ze niet thuis, en dan moest ik weer terug met mijn behoefte aan vertrouwelijkheid en familiariteit en broederlijkheid”.↑104Voor Sommige feiten en verwijzingen naar de uitgebreide literatuur over dezen handel, zie men bv. Bloch,Das Sexualleben unserer Zeit, pp. 374–376; ook K. M. Baer,Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Sept. 1908; Paulucci de Colboli,Nuova Antologia, April 1902.↑105Deze beschouwingen gelden niet voor vele soorten van sexueel geperverteerden, die een belangrijk aandeel vormen van de cliënten van bordeelen. Deze kunnen dikwijls, wat zij begeeren, gemakkelijker in een bordeel vinden dan daar buiten.↑106Zoo raadt Charles Booth, in zijn groote werk overLife and Labor in London, laatste deel (p. 128) aan, dat “rendez-vous-huizen”in plaatsvan vervolgd te worden, moesten geduld worden als een schrede in de richting van het onderdrukken van bordeelen.↑107“Steden, zooals Woolwich, Aldershot, Portsmouth, Plymouth”, zegt men wel eens, “zijn vol van ellendige, vuile monsters, die niet meer op vrouwen gelijken; maar het is drank, verachting, ruwheid en ziekte, die haar in dezen toestand gebracht hebben, niet het enkele feit, dat ze omgang hebben met mannen”.↑108“Het prostitutie-contract kan in de oogen van de prostituées zelf”, volgens Bernaldo de Quiros en LlanasAguilaniedo, “niet gelijk gesteld worden met een koop-akte of een werk-contract, noch met een anderen ruilhandel, die door de burgerlijke wetgeving erkend wordt. Zij vinden, dat er in zulk een contract altijd een element komt, dat het meer doet gelijken op een gift. “Hetlichaam van een vrouw heeft geen prijs” is een axioma van de prostitutie. Het geld, dat gelegd wordt in de handen van haar, die de bevrediging van sexueel verlangen verzekert, is niet de prijs voor de daad, maar een offer, door de priesteres van Venus geëischt voor haar onderhoud”. Voor den Spanjaard is, wel is waar, iedere verrichting, die aan handel doet denken, verachtelijk, maar het principe, dat aan dit gevoelen ten grondslag ligt, geldt ook voor de prostitutie in het algemeen.↑109Journal des Goncourt, deel III; dit was in 1866.↑110E. Lyttelton,Training of the Young in Laws of Sex, p. 42.↑111Zie bv. R. W. Taylor,Treatise on Sexual Disorders, 1897, pp. 74–75. Georg Hirth (Wege zur Heimat, 1909, p. 619) vertelt het geval van een jong officier, die opgewonden door de liefkoozingen van zijn verloofde, terwijl hij te veel respect voor haar had om verder te gaan dan dit en te veel respect voor zich zelf om te masturbeeren, niet beter wist te doen dan naar een prostituée te gaan. Syphilis ontwikkelde zich eenige dagen na de bruiloft. Hirth voegt er kort aan toe, dat de gevolgen vreeselijk waren.↑112Het is een dikwijls aangehaalde passage, maar ze kan haast niet dikwijls genoeg herhaald worden: “Ge ziet dat deze ijzeren plaat niet geheel plat is: ze heeft een bult, hier aan den linkerkant. Hoe moeten we ze plat krijgen? Natuurlijk, zult ge antwoorden, door op het uitstekende deel te slaan. Nu, hier is een hamer, en ik geef de plaat een slag, zooals ge aanraadt. Harder, zegt ge. Nog geen resultaat. Nog een slag? Nu, vooruit maar, en nog een en nog een. De verhevenheid blijft, ziet ge: het kwaad is even groot als vroeger—ja, zelfs grooter. Maar dat is niet alles. Kijk eens, hoe de plaat aan den anderen kant krom getrokken is. Waar ze tevoren plat was, daar is ze nu gebogen. We hebben ze mooi verknoeid. In plaats dat we het oorspronkelijke kwaad verbeterd hebben, hebben we er een tweede bij gemaakt. Als we een werkman gevraagd hadden, die ervaren was in het “pletten”, zooals het genoemd wordt, dan zou hij ons vertellen, dat er geen goed te doen was, niets dan kwaad, door op het uitstekende deel te slaan. Hij zou ons geleerd hebben verschillend gerichte en speciaal geplaatste slagen met een hamer op een andere plaats te doen: zoo het kwaad aan te vallen, niet door directe, maar door indirecte handelingen. Het vereischte proces is minder eenvoudig dan ge gedacht had. Zelfs een metalen plaat kan niet met succes behandeld worden op die verstandige wijze, waarin ge zooveel vertrouwen hebt. Wat zullen we dan zeggen over een maatschappij?… Is de menschheid gemakkelijker in orde te krijgen dan een ijzeren plaat?” (The Study of Sociology, p. 270).↑

1Zie bv. Cheetham’s “Hulsean Lectures”The Mysteries, Pagan and Christian, pp. 123, 136.↑

2Hormayr’sTaschenbuch, 1835. p. 235. Hagelstange wijst er op, in een hoofdstuk over middeleeuwsche feesten in zijnSüddeutsches Bauernleben im Mittelalter, hoe bij deze Christelijke orgieën, die inderdaad van heidenschen oorsprong waren, de Duitsche menschen met geweldige en luidruchtige energie reageerden tegen de inspanning en de eentonigheid van hun dagelijksch leven.↑

3Dit werd duidelijk erkend door de meer intelligente voorstanders van het karnaval. Strenge menschen wilden dit feest afschaffen, en in een merkwaardig verzoekschrift, gezonden aan de Theologische Faculteit van Parijs (en aangehaald door Flogel,Geschichte des Grotesk-Komischen, vierde uitgave, p. 204) wordt het feest aldus verdedigd: “Wij doen dit volgens een oude gewoonte, opdat de dwaasheid, die ’s menschen tweede natuur is en hem schijnt aangeboren te zijn, tenminste eenmaal in het jaar vrijen loop heeft. Wijnvaten zouden springen, als we niet nu en dan de spon losmaakten om lucht in the laten. Nu zijn wij allen slecht verzekerde vaten en tonnen, die den wijn der wijsheid zouden laten wegloopen, als wij ze door voortdurende toewijding en vrees voor God lieten gisten. Wij moeten lucht inlaten, opdat hij niet bederft. Zoo geven wij ons op sommige dagen aan vermaak over, dat wij later met des te meer ijver tot de vereering van God kunnen terugkeeren”. Het losbandigheidsfeest werd niet verboden voor het midden van de zestiende eeuw en overblijfselen ervan bestonden nog (zooals in Aken) tot bijna aan het einde van de achttiende eeuw.↑

4A. Méray,La Vie au Temps des Libres Prêcheurs, deel II, hoofdst. X. Een goed en op grondige bronnenstudie berustend verslag van het losbandigheidsfeestgeeft E. K. Chambers,The Mediaeval Stage, hoofdst. XIII. Het is waar, dat de Kerk en de eerste Kerkvaders dikwijls het tooneel hebben gevloekt. Maar Gregorius van Nazianza wilde een Christelijk tooneel oprichten; de middeleeuwsche mysteriespelen stonden zeker onder de bescherming van de geestelijkheid; en de heilige Thomas van Aquino, de grootste van de scholastici, veroordeelt het tooneel slechts in bedekte termen.↑

5Spencer en Gillen,Northern Tribes of Central Australia, hoofdst. XII.↑

6Journal Anthropological Institute, July–Dec., 1904, p. 329.↑

7Westermarck(Origin and Development of the Moral Ideas, deel II, pp. 285–9) toont aan, hoe wijd verspreid de gewoonte is, een op gezette tijden terugkeerenden rustdag vast te stellen.↑

8A. E. Crawley,The Mystic Rose, pp. 273et seq., Crawley brengt met dit doel van groote feesten de gewoonte in verband, die in sommige deelen der wereld gevonden wordt, van bij tijden van vrouwen te verwisselen. “Het heeft niets hoegenaamd te maken met het huwelijks-systeem, behalve dat het dat eenigen tijd verbreekt, zoodat vrouwen van een verboden graad van verwantschap te leen gegeven worden, op dezelfde gronden, waarop conventies en gewone betrekkingen bij feesten van het Saturnalische type verbroken worden; het doel is een verandering in het leven te brengen en weer opnieuw te beginnen, door alles om te ruilen wat men kan, terwijl de enkele ruilingsdaad een andere behoefte bevredigt, samengaat met het andere verlangen om de gemeenschap aaneen te smeden” (Ib., p 479).↑

9G. Murray,Ancient Greek Literature, p. 211.↑

10Het Grieksche drama ontstond waarschijnlijk uit een volksfeest van een min of meer sexueel karakter, en het is zelfs mogelijk, dat het middeleeuwsche drama een eenigszins daarmee overeenkomende oorsprong had (zie Donaldson,The Greek Theatre; Gilbert Murray,loc. cit.; Karl Pearson,The Chances of Death, deel ii, pp. 135–6, 280et seq.).↑

11R. Canudo, “Les Chorèges Français”,Mercure de France, 1 Maart 1907, p. 180.↑

12“Dit is inderdaad”, verklaart Cyples (The Process of Human Experience, p. 743), “het groote doel van de Kunst—dat zij in ons bewust doet worden groote egoïstische mogelijkheden, ons op een rudimentaire wijze gewent aan grootere verwerkelijking van de persoonlijkheid”, en zoo “zonder doel, maar toch op schitterende wijze de reine nog niet vervulde mogelijkheden in ons wekt”.↑

13Zelfs als eentonige arbeid intellectueel is, is hij daardoor niet gevrijwaard tegen orgiastische reacties. Prof. L. Gurlitt toont aan (Die Neue Generation, Januari 1909, pp. 31–6) hoe de ingespannen, zonder verpoozing voortgezette intellectueele arbeid van de Pruisische seminariën zoowel onder leeraren als onder leerlingen, leidt tot de ergste vormen van orgie.↑

14Rabutauxbespreekt verschillende definities van prostitutie.De la Prostitution enEurope, pp. 119 et seq. Voor den oorsprong van de namen om prostituée aan te duiden, zie men Schrader,Reallexicon, art. “Beischläferin”.↑

15Digest, boek XXIII, deel II, p. 43. Als zij zich alleen aan een of twee personen gaf, al was het dan voor geld, was het geen prostitutie.↑

16Guyot,La Prostitution, p. 8. Het element van koopbaarheid behoort tot het wezen van de zaak, en godsdienstige schrijvers (zooals Robert Wardlaw,D.D., uit Edinburg, in zijnLectures on Female Prostitution, 1842, p. 14), die prostitutie definieeren als “de onwettige omgang van de seksen”, en synoniem achten met theologische “fornicatie”, vervallen in een dwaze verwarring.↑

17“Zulke huwelijken worden soms gebrandmerkt als “wettige prostitutie””, merkt Sidgwick op (Methods of Ethics, boek III, hoofdst. XI), “maar we voelen, dat de phrase buitensporig en paradox is”.↑

18Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, p. 378. Bonger meent, dat in haar wezen de daad van prostitutie “gelijk is aan de daad van een man of een vrouw, die om economische redenen een huwelijk aangaat”.↑

19E. Richard,La Prostitution à Paris, 1890, p. 44. Het kan een punt van kwestie zijn of openlijkheid of algemeene bekendheid een essentieel deel moet vormen van de definitie; het schijnt er echter bij ingesloten te zijn want anders kan de prostituée geen klanten krijgen. Reuss zegt, dat ze bovendiengeheel zonder middelen van bestaan moet zijn; dat behoort zeker niet tot het wezen der zaak. En het is ook niet noodig, zooals de Digesten nadrukkelijk zeggen dat de daad gedaan wordt “zonder genoegen”: dat kan al of niet het geval zijn, zonder invloed uit te oefenen op den prostitutie-aard van de daad.↑

20Hawkesworth,Account of the Voyages, etc., 1775, deel II, p. 254.↑

21R. W. Codrington,The Melanesians, p. 235.↑

22F. S. Krauss,Romanische Forschungen, 1903, p. 290.↑

23H. Schurtz,Altersklassen und Männerbünde, 1902, p. 190. In dit werk brengt Schurtz eenige voorbeelden samen (p. 189–201) van den oorsprong der prostitutie bij primitieve volken. Vele feiten en aanwijzingen wordengegeven door Westermarck (History ofHumanMarriagep. 66et seq., enOrigin and Development of the Moral Ideas, deel II, p. 441et seq.).↑

24Bachofen (meer speciaal in zijnMutterrechtenSage von Tanaquil) beweerde, dat zelfs godsdienstige prostitutie ontstond uit den weerstand van primitieve instincten tegen de individualisatie van de liefde.Cf.Robertson Smith,Religion ofSemites, tweede uitgave p. 59.↑

25Wat de reden ook zij, godsdienst en prostitutie komen dikwijls te zamen voor; het is misschien tot op zekere hoogte een speciale uiting van dat algemeene verband tusschen de godsdienstige en de sexueele impulsen, dat elders besproken is. Zoo zegt A. B. Ellis, in zijn boek over deEwe-speaking Peoples of West Africa(pp. 124, 141), dat hier vrouwen, die aan een godheid worden toegewijd, vrije prostituées worden. W. G.Summer(Folkways, hoofdst. XVI)brengt vele feiten samen over het wijd verspreid zijn van de godsdienstige prostitutie.↑

26Herodotus, Boek I, hoofdst. CXVIX; Baruch, hoofdst. VI, p. 43. Geleerden van den nieuweren tijd bevestigen uit de studie van de Babylonische literatuur de beweringen van Herodotus, hoewel ze geneigd zijn te ontkennen, dat de godsdienstige prostitutie een zoo groote plaats innam als hij er aan toekent. Een Tafel van het Gilgamash-epos maakt volgens Morris Jastrow melding van prostituées als dienaressen van de godin Isthar in de stad Uruk (of Erech), die dus een centrum was en misschien het hoofd-centrum van de door Herodotus beschreven plechtigheden (Morris Jastrow,The Religion of Babylonia and Assyria, 1898, p. 475). Isthar was de godin der vruchtbaarheid, de groote moeder-godin, en de prostituées namen als tempel-dienaressen deel aan de ceremoniën, die de vruchtbaarheid zinnebeeldig moesten voorstellen. Deze priesteressen van Isthar waren bekend onder den algemeenen naam Kadishtu, “de heiligen” (op. cit., pp. 485, 660).↑

27Het is gewoon onder moderne schrijvers Aphrodite Pandemos, eer dan Urania, in verband te brengen met koopbare of vrije sexualiteit, maar dat is een vergissing, want de Aphrodite Pandemos was zuiver politiek en had geen sexueele beteekenis. De vergissing was misschien wel met voorbedachten rade ingevoerd door Plato. Men heeft de mogelijkheid geopperd dat die aartsbedrieger, die niet van democratische denkbeelden hield, met moedwil trachtte de opvatting van Aphrodite Pandemos naar beneden te halen (Farnell,Cults of Greek States, deel II, p. 660).↑

28Athenaeus, Boek XIII, hoofdst. XXXII. Het schijnt, dat de eenige andere Grieksche gemeenschap, waar de tempeldienst onkuischheid met zich bracht een stad was van de Locri Epizephyrii (Farnell,op. cit., deel II, p. 636).↑

29Ik zeg niet een vroegere “promiscuïteit”, want de theorie van de primitieve sexueele promiscuïteit is nu in ruimen kring in discrediet, hoewel er geen redelijke twijfel aan kan bestaan, dat het in vroeger tijd heerschende moederrechtgunstiger was aan de sexueele vrijheid van vrouwen dan het latere patriarchale systeem. Zoo kon in de alleroudste Egyptische dagen een vrouw haar gunsten schenken aan iederen man dien zij wilde, door hem haar kleed te zenden, zelfs als ze getrouwd was. Na verloop van tijd leidde het zich uitbreiden van de rechten der mannen er toe, dat dit beschouwd werd als misdadig, maar de priesteressen van Ammon behielden tot het laatst dit voorrecht, daar zij onder goddelijke bescherming stonden (Flinders Petrie,Egyptian Tales, pp. 10, 48).↑

30We moeten hieraan toevoegen, dat Farnell (“The Position of Women in Ancient Religion”,Archiv für Religionswissenschaft, 1904, p. 88) de godsdienstige prostitutie van Babylonië tracht uit te leggen als een speciale godsdienstige wijziging van de gewoonte de maagdelijkheid voor het huwelijk te vernietigen, om den echtgenoot te vrijwaren tegen de mystieke gevaren van de defloratie. E. S. Hartland (“Concerning the Rite at the Temple of Mylitta”,Anthropological Essays Presented to E. B. Tylerp. 189) veronderstelt, dat dit een godsdienstige plechtigheid bij de puberteit was, die in verband stond met de ceremonieele defloratie. Deze theorie is echter niet algemeen door Semitische geleerden aangenomen.↑

31De meisjes van dezen stam, die opmerkelijk knap zijn, keeren, nadat zij twee of drie jaar doorgebracht hebben met het verzamelen van zoo’n bruidsschat, naar huis terug om te trouwen; men zegt, dat zij zeer goede vrouwen en moeders worden. Zij worden beschreven door Bertherand in Parent-Duchâtelet,La Prostitution à Paris, deel II, p. 539.↑

32In Abyssinië (volgens Fiashi,British Medical Journal,Maart 13, 1897), waar de prostitutie altijd in hooge eer gehouden is, achten de prostituées, dietegenwoordig tweemaal in de week medisch onderzocht worden, haar beroep in geenen deele schandelijk; zij vinden later gemakkelijk echtgenooten. Ook Potter (Sohrab und Rustem, pp. 168et seq.) geeft aanwijzingen over volken, die ver verspreid zijn over de Oude Wereld en de Nieuwe, onder wie de jonge vrouwen prostitutie uitgeoefend hebben om een bruidschat te verkrijgen.↑

33In Tralles, in Lydië was zelfs in de tweede eeuw voor Christus, zooals Sir W. M. Ramsay opmerkt (Cities of Phrygia, deel I, pp. 115) geheiligde prostitutie nog een eerbare handeling voor vrouwen van goede geboorte, die “zich geroepen voelen het goddelijke leven te leiden onder den invloed der goddelijke inspiratie”.↑

34De geleidelijke secularisatie van de prostitutie van haar vroegeren godsdienstigen vorm is door verschillende schrijvers nagegaan (zie b.v. DupouneyLa Prostitution dans l’Antiquité). De vroegste waardeerende vermelding van de hetare wordt in de literatuur gevonden, volgens Benecke (Antimachus of Colophon, p. 36), in Bacchylides.↑

35Cicero,Oratis prô Coelio, hoofdst. XX.↑

36Pierre Dufour,Histoire de la Prostitution, deel II, hoofdst. XIX-XX. De werkelijke schrijver van deze welbekende geschiedenis van de prostitutie, die, hoewel ze niet wetenschappelijk is in haar methoden, een groote massa interessant nieuws samenbrengt, zegt men, dat Paul Lecroix is.↑

37Rabutaux beschrijft, in zijnHistoire de la Prostitution en Europe, vele pogingen om de prostitutie te onderdrukken;cf.Dufour,op. cit., deel III.↑

38Dufour,op. cit., deel VI, hoofdst. XLI. Het was onder de regeering van Hendrik III, dat er verordend werd de bordeelen te dulden.↑

39In de achttiende eeuw vooral kwamen huizen van prostitutie in Parijs tot een verwonderlijken graad van glans en bloei. Dank zij de voortdurende waakzame belangstelling van de politie werd een groote mate van gedetailleerde inlichtingen over deze instellingen opgezameld, en in de laatste jaren is er veel van gepubliceerd. Een opsomming van deze literatuur zal men vinden inNeue Forschungen über den Marquis de Sade und seine Zeit, 1904, p. 97et seq.van Dühren.↑

40Rabutaux,op cit., p. 54.↑

41Calza heeft de geschiedenis geschreven van de prostitutie in Venetië; en de inhoud van sommige van de documenten, die hij vond, is medegedeeld door Mantegazza,Gli Amori degli Uomimi, hoofdst. XIV. Bij het begin van de zeventiende eeuw, een tamelijk late periode, bezocht Coryat Venetië en gaf in zijnCruditieseen volledig en belangwekkend verslag van de courtisanes daar, die toen, naar hij zegt, minstens 20.000 in getal waren; de belasting die zij voor den staat inbrachten onderhield een dozijn galeien.↑

42J. Schrank,Die Prostitution in Wien, deel I, pp. 152–206.↑

43U. Robert,Les Signes d’Infamie au Moyen Age, hoofdst. IV.↑

44Rudeck (Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland, pp. 26–36) geeft vele bijzonderheden over de belangrijke rol, gespeeld door prostituées en bordeelen in het middeleeuwsche Duitsche leven.↑

45Zij worden beschreven door Rabutaux,op. cit., pp. 90et seq.↑

46L’Année Sociologique, zevende jaar, 1904, p. 440.↑

47Bloch,Der Ursprung der Syphilis, Wat de Duitsche “Frauenhausen” aangaat, zie men Max Bauer,Das Geschlechtsleben in der Deutschen Vergangenheit, pp. 133–214. In Parijs, zegt Dufour, (op. cit., deel V, hoofdst. XXXIV), hadden bordeelen onder de verordeningen van den heiligen Lodewijk vele rechten, die zij ten slotte verloren in 1560, toen zij enkel huizen waren die geduld werden zonder statuten, speciale costuums, of beperking tot speciale straten.↑

48“Cortegiana, hoc est meretrix honesta”, schreef Burckhardt, de secretarisvan den paus, aan het begin van de zestiende eeuw,Diarium, ed. Thuasne, deel II, p. 442; andere autoriteiten worden door Thuasne in een noot aangehaald.↑

49Burckhardt,Diarium, deel III, p. 167. Thuasne haalt een andere autoriteit aan ter bevestiging.↑

50Het voorbeeld van Holland, waar sommige groote steden de contrôle hebben aangenomen en andere niet, is leerzaam, wat den denkbeeldigen aardvan de voordeelen van de contrôle aangaat. In 1883 gaf Dr. Després cijfers, geleverd door Hollandsche ambtenaren, die aantoonen, dat in Rotterdam, waar de prostitutie onder contrôle stond, zoowel prostitutie als venerische ziekten meer voorkwamen dan in Amsterdam, een stad zonder contrôle (A. Després,La Prostitution en France, p. 122).↑

51In 1802 werd het medisch onderzoek van prostituées in Parijsche bordeelen ingevoerd, hoewel het niet voor 1825 ten volle ingesteld en algemeen gemaakt werd.↑

52M. L. Heidingsfeld, “The Control of Prostitution”,Journal American Medical Association, January 30, 1904.↑

53Zie, b.v. G. Bérault,La Maison de Tolérance, Thèse de Paris, 1904.↑

54Zoo zijn de omstandigheden van het Engelsche leger in Indië van een speciaal karakter. Een aantal feiten (uit de rapporten van commissies, officieele publicaties, etc.) aangaande den goeden invloed van regeling bij het doen verminderen van venerische ziekten in Indië, samengebracht door den Kolonel-Geneesheer F. H. Welch, “The Prevention of Syphilis”,Lancet, Augustus 12, 1899. Het systeem is afgeschaft, maar alleen tengevolge van den drang van het publiek en niet wegens ongunstige resultaten.↑

55Zoo wilde Richards, die regeling goedkeurt, en die de opdracht had er aan de Parijsche gemeenteraad verslag over te doen, meisjes niet als prostituées van beroep ingeschreven hebben voor zij meerderjarig zijn en in staat zich duidelijk voor oogen te stellen, waartoe zij zich verbinden (E. Richards,La Prostitution à Paris, p. 147). Maar op dien leeftijd oefenen vele prostituées haar beroep al jarenlang uit.↑

56In Duitschland, waar de behandeling van geïnfecteerde prostituées, die onder contrôle staan, bijna overal gedwongen is, gewoonlijk op kosten van de gemeenschap, heeft men bevonden, dat de gemiddelde leeftijd, waarop zij met syphilis geïnfecteerd worden, achttien jaar is; de gemiddelde leeftijd van prostituées in bordeelen is hooger dan die van haar, die er buiten wonen, en een veel grootere proportie is daarom immuun geworden tegen ziekte (Blaschko, “Hygiene der Syphilis”, in Weyl’sHandbuch der Hygiene, deel II, p. 62, 1900).↑

57A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst. V.↑

58Bonger brengt statistieken samen, die dit punt illustreeren,op. cit., pp. 402–6.↑

59The Nightless City, p. 125.↑

60Ströhmberg, zooals hij aangehaald wordt door Aschaffenburg,Das Verbrechen, 1903, p. 77.↑

61Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906. Heft 10, p. 460. Maar deze oorzaak werkt ongetwijfeld in sommige gevallen van ongetrouwde vrouwen in Duitschland, die niet in staat zijn werk te krijgen (zie het artikel van Henriette Arendt, assistente bij de politie te Stuttgart,Sexual-Probleme, December, 1908).↑

62Zoo vinden we bijvoorbeeld, dat Irma von Troll-Borostyáni in haar boek,Im Freien Reich(p. 176) zegt: “Ga en vraag deze ongelukkige schepsels of zij uit vrije wil zich aan de zonde hebben overgegeven. En zij zullen U bijna allemaal een verhaal vertellen van nood en armoede, van honger en gebrek aan werk, die haar er toe gedreven hebben, of anders van liefde en verleiding en de vrees voor ontdekking van haar misstap, die haar uit haar huis verdreven hebben, hulpeloos en verlaten, in den poel van misdaad, waaruit bijna geen redding is”. Het is natuurlijk volkomen waar, dat de prostituée dikwijls bereid is zulke verhalen te doen aan philantropische personen, die verwachten ze te hooren, en soms haar zelfs de woorden in den mond geven.↑

63C. Booth,Life and Labour, laatste deel, p. 125. Zoo zegt Kullberg, dat in Zweden meisjes van dertien tot zeventien jaar, die thuis bij haar ouders in goede omstandigheden wonen, dikwijls op straat gevonden zijn.↑

64W. Acton,Prostitution, 1870, pp. 39, 49.↑

65In Lyon lieten van de 3884 prostituées er 3194 haar beroep varen, of het scheen tenminste, dat zij dit deden; in Parijs werden een groot aantal van haar dienstmeisjes, naaisters of kleermaaksters, beroepen, die zij in veel gevallen ongetwijfeld vroeger ook uitgeoefend hadden (Parent-Duchâtelet,De la Prostitution, 1857, deel I, p. 584; deel II, p. 451). Slogget (die aangehaald wordt door Acton) zeide, dat in Davenport 250 van de 1775 prostituées trouwden. Het is wel bekend, dat prostituées soms zeer goede huwelijken doen. Het werd bijna een eeuw geleden opgemerkt, dat huwelijken van prostituées met rijke mannen vooral in Engeland veel voorkwamen, en dat ze gewoonlijk gelukkig waren; hetzelfde schijnt nog waar te zijn. In haar eigen stand huwen zij meermalen met huurkoetsiers en politie-agenten, de twee klassen van mannen, waarmee ze op straat in nauw contact komen. Wat Duitschland betreft zegt C. K. Schneider (DieProstituierteund die Gesellschaft), dat jonge prostituées allerlei soort van bezigheden en betrekkingen aannemen, terwijl ze soms, als ze wat geld gespaard hebben, een zaakje opzetten, terwijl oude prostituées koppelaarsters, bordeel-houdsters, toiletvrouwen enz. worden. Niet weinige prostituées trouwen, voegt hij er aan toe, maar haar aantal onder de ingeschreven Duitsche prostituées is heel klein, minder dan 2 percent.↑

66G. de Molinari,La Viriculture, 1897, p. 155.↑

67Reuss en andere schrijvers hebben typische uittreksels uit de kasboeken van prostituées gepubliceerd, die doen zien hoeveel zij verdienen. Zelfs inde gewone bordeelen in Philadelphia (volgens Goodchild, “The Social Evil in Philadelphia”,Arena, Maart, 1896), verdienen meisjes twintig dollars of meer in de week, wat veel meer is dan wat zij in eenigen anderen werkkring, die voor haar open is, zouden kunnen verdienen.↑

68A. Després,La Prostitution en France, 1883.↑

69Bonger,Criminalité et Conditions Economiques, 1905, p. 378–414.↑

70La Donna Delinquente, p. 401.↑

71Raciborski,Traité de l’Impuissance, p. 20. We kunnen hier aan toevoegen, dat Bergh, een toonaangevende autoriteit over de anatomische eigenaardigheden van de uitwendige vrouwelijke sexueele organen, die meent, dat sterke ontwikkeling van de uitwendige genitaliën samengaat met losbandige neigingen, niet gevonden heeft dat zulke ontwikkeling veel voorkomt onder prostituées.↑

72Hammer, die veel gelegenheid gehad heeft om de psychologie van de prostituées te bestudeeren, merkt op, dat hij geen reden heeft gezien om sexueele koelheid te onderstellen (Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906, Heft 2, p. 85), hoewel hij, zooals hij elders geconstateerd heeft, meent, dat luiheid eer dan overmaat van zinnelijkheid de voornaamste oorzaak is van de prostitutie.↑

73Zie “The Sexual Impulse in Women”, in het derde deel van dezeStudies.↑

74Tait constateerde, dat in Edinburgh vele getrouwde vrouwen waren, die met haar echtgenooten in gunstige omstandigheden verkeerden, kinderen hadden, en die toch als prostituées leefden, nl. dat ze de gewoonte hadden afspraken met vreemdelingen te maken.↑

75Janke brengt gegevens te zamen, die hierop wijzen,Die WillkürlicheHervorbringungdes Geschlechts, p. 275. “Als wij een prostituée van vijf en dertig jaar vergelijken met haar fatsoenlijke zuster”, merkte Acton op (Prostitution, 1870, p. 39), “dan vinden we zelden dat de verwoestingen van het gestel, die men dikwijls denkt, dat de noodzakelijke gevolgen zijn van de prostitutie, veel erger zijn dan de verwoestingen, die moeten toegeschreven worden aan de zorgen voor een familie en den uitputtenden strijd van deugdzamen arbeid”.↑

76Hirschfeld zegt (Wesen der Liebe, p. 35), dat de begeerte naar omgang met een sympathiek persoon verhoogd wordt en niet verminderd door een beroeps-coïtusdaad.↑

77Dit is duidelijk aangetoond door Hans Ostwald (aan wien ik de boven aangehaalde opmerking van een prostituée ontleen), een van de beste autoriteiten op het gebied van het leven en den aard der prostituées; zie b.v. zijn artikel, “Die erotischen Beziehungen zwischen Dirne und Zuhälter,”Sexual-Probleme, Juni, 1908. In het volgende nummer van hetzelfde tijdschrift (Juli, 1908, p. 393) is Dr. Max Marcuse het eens met de beweringen van Ostwald, en zegt dat de brieven van prostituées en haar minnaars minnebrieven zijn precies zoo als de brieven van fatsoenlijke menschen uit dezelfde klasse, en met dezelfde elementen van liefde en jaloezie; deze verhoudingen, merkt hij op, zijn soms zeer standvastig. De prostituée-schrijfster van hetTagebuch einer Verlorenen(p. 147) geeft ook eenige opmerkingen over de verhoudingen van de prostituée en haar minnaar, en zegt dat het eenvoudig de natuurlijke verhouding is tusschen een meisje en haar minnaar.↑

78Zoo vond Moraglia, dat van de 180 prostituées in Noord-Italiaansche bordeelen en van 23 elegante Italiaansche en buitenlandsche cocottes allen toegaven, dat zij masturbeerden, bij voorkeur door wrijving van de clitoris; 113 van haar, de meesten, verklaarden, dat zij alleen uitgevoerde of wederkeerige masturbatie prefereerden boven normalencoïtus. Hammer zegt (Zehn Lebensläufe Berliner Kontrollmädchenin Ostwald’s serie van “Grosstadt Dokumente”, 1905) dat, als zij in het ziekenhuis zijn, de zestig prostituées allemaal op drie of vier na, masturbeeren, en dat zij, die het niet doen, door de andere uitgelachen worden.↑

79Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen, Jahrgang VII, 1905, p. 148; Hammervond, dat van de vijf en twintig prostituées in een verbeteringsgesticht er wel drie en twintig homosexueel waren, of op goede gronden verondersteld werden het te zijn. Hirschfeld (Berlins Drittes Geschlecht, p. 65) zegt, dat prostituées soms vrouwen uit den beteren stand aanspreken, waarvan zij, om haar mannelijk uitzien, meenen dat ze homosexueel zijn; van personen van haar eigen sekse nemen prostituées een kleinere belooning, en soms weigeren ze betaling geheel.↑

80Bij de prostitutie is het, evenals bij de erfelijkheid, natuurlijk moeilijk het element der erfelijkheid te scheiden van dat der omgeving, zelfs als wij goeden grond hebben om te gelooven, dat de factor der erfelijkheid hier, evenals door het geheele leven, niet na kan laten veel gewicht in de schaal te leggen. Het is in ieder geval zeker, dat prostitutie dikwijls “in de familie zit”. “Het is dikwijls mijn ondervinding geweest”, schrijft een vroegere prostituée (Hedwig Hard,Beichte einer Gefallenen, p. 156) “dat, als in een familie een meisje het pad der prostitutie betreedt haar zuster haar spoedig daarop volgt. Ik heb onnoemelijk veel gevallen gezien; soms staan wel drie zusters tegelijk op de lijst, en ik heb een geval gekend van vier zusters, wier moeder, een vroedvrouw, in de gevangenis was geweest, en waarvan de vader dronk. In dit geval raakten alle vier de zusters, die heel mooi waren, getrouwd, een ten minste zeer gelukkig, met een rijken dokter, die haar uit het bordeel nam, toen ze zestien jaar oud was en haar opvoedde”.↑

81Dit wordt niet tegengesproken door het ontwijfelbare feit, dat prostituées in het geheel niet altijd tevreden zijn met het leven, dat zij kiezen.↑

82Dit punt is besproken door Bloch,Sexualleben unserer Zeit, hoofdst. XIII.↑

83Verschillende series observaties zijn geresumeerd door Lombroso en Ferrero,La Donna Delinquente, 1893, deel III, hoofdst. IV.↑

84History of European Morals, deel III, p. 283.↑

85In gelijken geest heeft Lord Morley geschreven (Diderot, deel II, p. 20). “De reinheid van het gezin, zoo liefelijk en dierbaar als ze is, is tot nu toe alleen maar verzekerd door het in stand houden van een groot en droevigleger van vrouwelijke paria’s … op wier hoofd, evenals op den zondebok van den Hebreeuwschen ritus, wij al de ongerechtigheden stapelen van ons en onze kinderen, alle overtredingen en alle zonden, en die we dan met verwenschingen wegzenden naar de onreine uiterste wildernis en het onbewoonde land”.↑

86Horatius,Satires, boek I, 2.↑

87Augustinus,De Ordine, boek II, hoofdst. IV.↑

88De Regimine Principum(Opuscula XX), boek IV, hoofdst. XIV. Ik dank de verwijzing naar de juiste plaats, waar dit gezegde voorkomt, aan den Rev. H. Northcote; gewoonlijk wordt ze in vager termen aangehaald.↑

89Lea,History of Auricular Confession, deel II, p. 69. Er was, schijnt het, zelfs een excentriek besluit van de theologen uit Salamanca, dat bepaalde, dat een non geld kon aannemen, “licite et valide”.↑

90Lea,op. cit.deel II, pp. 263, 399.↑

91Rabutaux,De la Prostitution en Europe, pp. 22et seq.↑

92Burton,Anatomyof Melancholy, deel III, Sect. III, Mem. VI, Subs. II.↑

93B. Mandeville,Remarks to Fable of the Bees, 1714, pp. 93–9;cf.P. Sackmann,Bernard de Mandeville, pp. 101–4.↑

94Deze omstandigheden begunstigen tijdelijke vrije verbintenissen, maar zij begunstigen ook de prostitutie. De reden is, volgens Adolf Gerson (Sexual-Probleme, September, 1908), dat de vrouw uit de goede klasse geen vrije vereenigingen hebben wil. Gedeeltelijk door moreele tradities, en gedeeltelijk door een gevoel, dat een man wettig haar eigendom moet zijn, wil zij zich niet uit liefde aan een man geven; en daarom gaat hij naar de vrouw uit den lageren stand, die zich voor geld geeft.↑

95Vele meisjes, zeide Ellice Hopkins, komen in moeilijkheid, alleen omdat zij iets in zich hebben van het “zwarte geitje”, dat vroolijk moet zijn en spelen, maar dat niet in gevaar wenscht te komen. “Is het niet hard”, voegde zij er bij, “dat de mannen naast haar dwaze, dansende voeten een bodemlooze put gegraven hebben en dat zij haar dansen en springen niet in veiligheid kan genieten en haar mooie veeren kan aandoen als het dwaze vogeltje, dat ze is, zonder dat een enkele misstap haar over den rand stort en haar achterlaat, met al haar vrouwelijkheid in haar vernietigd?”↑

96A. Sherwell,Life in West London, 1897, hoofdst.V.↑

97Zooals aangehaald wordt door Bloch,SexuallebenunsererZeit, p. 358. In Berlijn is in de laatste jaren het aantal prostituées toegenomen, bijna dubbel zoo snel als de algemeene bevolking toegenomen is. Het is ongetwijfeld waarschijnlijk, dat het aanbod de vraag zal doen toenemen.↑

98Goncourt,Journal, deel IIIp. 49.↑

99Vanderkiste,The Dens of London, 1854, p. 242.↑

100Bonger(Criminalité et Conditions Economiques, p. 406) verwijst naar het veel voorkomen van prostitutie onder naaisters en modistes, zoowel als onder dienstboden, omdat dit wijst op den invloed van de aanraking met de weelde, en voegt er bij, dat de rijke vrouwen, die neerzien op de prostitutie, zich niet altijd duidelijk voor oogen stellen dat zij zelf een belangrijke factor zijn voor de prostitutie, door haar weelderigheid en haar ledigheid beide; terwijl ze niet schijnen te begrijpen, dat zij evenzoo zouden handelen, als ze in dezelfde omstandigheden waren geplaatst.↑

101H. Lippert legde, in zijn boek over de prostitutie in Hamburg, zeer den nadruk op het verlangen naar kleeding en versiering, als een factor van de prostitutie, en Bloch (Das Sexualleben unserer Zeit, p. 372) meent, dat deze factor gewoonlijk onderschat wordt, en dat hij een speciaal machtigen invloed uitoefent op dienstboden.↑

102Sedert dit geschreven werd, is de invloed van het leven van verscheidene generaties in de stad tot het immuun maken van een familie voor de verkeerdheden van dat leven (hoewel zonder betrekking op de prostitutie) uiteengezet door Reibmayr,Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies, 1908, deel II, p.p. 73et seq.↑

103In Frankrijk is deze intimiteit belichaamd in het heerlijke voorrecht vantutoyeeren, “Het mysterie van hettutoyeeren!” roept Ernest La Jeunesse inL’Holocauste: “Slagboomen, die vallen, sluiers, die opgelicht worden, en de genoegelijkheid van het bestaan! Eens, toen ik mij erg eenzaam voelde en trachtte te wennen aan Parijs en aan het ongeluk, was ik bereid mijlen af te leggen—te voet natuurlijk—om een nichtje en een tante op te zoeken, alleen maar om iemand te mogentutoyeeren. Soms waren ze niet thuis, en dan moest ik weer terug met mijn behoefte aan vertrouwelijkheid en familiariteit en broederlijkheid”.↑

104Voor Sommige feiten en verwijzingen naar de uitgebreide literatuur over dezen handel, zie men bv. Bloch,Das Sexualleben unserer Zeit, pp. 374–376; ook K. M. Baer,Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Sept. 1908; Paulucci de Colboli,Nuova Antologia, April 1902.↑

105Deze beschouwingen gelden niet voor vele soorten van sexueel geperverteerden, die een belangrijk aandeel vormen van de cliënten van bordeelen. Deze kunnen dikwijls, wat zij begeeren, gemakkelijker in een bordeel vinden dan daar buiten.↑

106Zoo raadt Charles Booth, in zijn groote werk overLife and Labor in London, laatste deel (p. 128) aan, dat “rendez-vous-huizen”in plaatsvan vervolgd te worden, moesten geduld worden als een schrede in de richting van het onderdrukken van bordeelen.↑

107“Steden, zooals Woolwich, Aldershot, Portsmouth, Plymouth”, zegt men wel eens, “zijn vol van ellendige, vuile monsters, die niet meer op vrouwen gelijken; maar het is drank, verachting, ruwheid en ziekte, die haar in dezen toestand gebracht hebben, niet het enkele feit, dat ze omgang hebben met mannen”.↑

108“Het prostitutie-contract kan in de oogen van de prostituées zelf”, volgens Bernaldo de Quiros en LlanasAguilaniedo, “niet gelijk gesteld worden met een koop-akte of een werk-contract, noch met een anderen ruilhandel, die door de burgerlijke wetgeving erkend wordt. Zij vinden, dat er in zulk een contract altijd een element komt, dat het meer doet gelijken op een gift. “Hetlichaam van een vrouw heeft geen prijs” is een axioma van de prostitutie. Het geld, dat gelegd wordt in de handen van haar, die de bevrediging van sexueel verlangen verzekert, is niet de prijs voor de daad, maar een offer, door de priesteres van Venus geëischt voor haar onderhoud”. Voor den Spanjaard is, wel is waar, iedere verrichting, die aan handel doet denken, verachtelijk, maar het principe, dat aan dit gevoelen ten grondslag ligt, geldt ook voor de prostitutie in het algemeen.↑

109Journal des Goncourt, deel III; dit was in 1866.↑

110E. Lyttelton,Training of the Young in Laws of Sex, p. 42.↑

111Zie bv. R. W. Taylor,Treatise on Sexual Disorders, 1897, pp. 74–75. Georg Hirth (Wege zur Heimat, 1909, p. 619) vertelt het geval van een jong officier, die opgewonden door de liefkoozingen van zijn verloofde, terwijl hij te veel respect voor haar had om verder te gaan dan dit en te veel respect voor zich zelf om te masturbeeren, niet beter wist te doen dan naar een prostituée te gaan. Syphilis ontwikkelde zich eenige dagen na de bruiloft. Hirth voegt er kort aan toe, dat de gevolgen vreeselijk waren.↑

112Het is een dikwijls aangehaalde passage, maar ze kan haast niet dikwijls genoeg herhaald worden: “Ge ziet dat deze ijzeren plaat niet geheel plat is: ze heeft een bult, hier aan den linkerkant. Hoe moeten we ze plat krijgen? Natuurlijk, zult ge antwoorden, door op het uitstekende deel te slaan. Nu, hier is een hamer, en ik geef de plaat een slag, zooals ge aanraadt. Harder, zegt ge. Nog geen resultaat. Nog een slag? Nu, vooruit maar, en nog een en nog een. De verhevenheid blijft, ziet ge: het kwaad is even groot als vroeger—ja, zelfs grooter. Maar dat is niet alles. Kijk eens, hoe de plaat aan den anderen kant krom getrokken is. Waar ze tevoren plat was, daar is ze nu gebogen. We hebben ze mooi verknoeid. In plaats dat we het oorspronkelijke kwaad verbeterd hebben, hebben we er een tweede bij gemaakt. Als we een werkman gevraagd hadden, die ervaren was in het “pletten”, zooals het genoemd wordt, dan zou hij ons vertellen, dat er geen goed te doen was, niets dan kwaad, door op het uitstekende deel te slaan. Hij zou ons geleerd hebben verschillend gerichte en speciaal geplaatste slagen met een hamer op een andere plaats te doen: zoo het kwaad aan te vallen, niet door directe, maar door indirecte handelingen. Het vereischte proces is minder eenvoudig dan ge gedacht had. Zelfs een metalen plaat kan niet met succes behandeld worden op die verstandige wijze, waarin ge zooveel vertrouwen hebt. Wat zullen we dan zeggen over een maatschappij?… Is de menschheid gemakkelijker in orde te krijgen dan een ijzeren plaat?” (The Study of Sociology, p. 270).↑


Back to IndexNext