[Inhoud]ZEUS EN DE GIGANTEN.Toen Zeus nu de regeering in handen had gekregen, koos hij zich zijn zuster Hera tot vrouw. Aan ieder van zijn broeders gaf hij een deel der heerschappij; Poseidon werd de beheerscher van de zee, Hades de vorst van de onderwereld. Ook de geit Amalthèa werd niet vergeten; Zeus maakte een van haar horens tot een wonderhoren: wie deze bezat, kon wenschen, wat hij goed vond en zeker zijn van de vervulling; sedert spreekt men van den „Hoorn van overvloed.â€Maar Gaia, ontstemd over de opsluiting der Titanen, zette nu de Giganten op tot strijd tegen de goden. Met forsche kracht wierpen zij groote rotsblokken tegen den hemel: de goden echter spotten met hun geweld, de steenen rolden, zonder uitwerking, terug, en geen berg was hoog genoeg om van daar uit een bestorming te kunnen ondernemen. Toen scheurden de reuzen den Pelion uit den grond en wentelden dien boven op den Ossa. Te vergeefs echter; Zeus slingerde een geduchten bliksem tegen den berg, zoodat hij kantelde en naar beneden rolde. Daarop stormden de goden, onder een vervaarlijk krijgsgeschreeuw, van den Olympus af en begonnen een gevecht. De Giganten waren zeer sterk en de slag duurde een geheelen dag; eindelijk werden zij overwonnen en gevangen genomen.Om ze nu goed in bedwang te houden, werd op iederen Gigant een zwaar rotsblok gewenteld, zóó, dat ze niet meer aan opstaan konden denken. Een der reuzen trachtte over de Middellandsche Zee te ontvluchten. Maar de dochter van Zeus, de krijgshaftige Athene, die ook een groot aandeel aan den strijd had genomen, bemerkte die poging, scheurde een ontzaglijk, driehoekig stuk land los en wierp dat den vluchteling achterna. De worp was raak, en de Gigant werd midden in zee onder de aarde bedolven. De aarde zelve bleef daar liggen,[5]droeg langzamerhand bosschen en steden, en heet tegenwoordig Sicilië. Soms roeren de Giganten zich nog onder hun last en trachten dien van zich af te schudden; dan wordt door de menschen een aardbeving gevoeld. En als zij in hun ongeduld erg driftig worden, blaast hun vurige adem door de rotsblokken heen en werpen zij gesmolten erts en steenen uit.Een voorstelling van de gigantomachie kwam voor op het altaar van Pergamum en op een deel der metopen van het Pà rthenon.1. Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.1.Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.Uit: Brunn,Denkmäler griech. und röm. Skulptur.F. Bruckmann, München. P. Noordhoff, Groningen.
[Inhoud]ZEUS EN DE GIGANTEN.Toen Zeus nu de regeering in handen had gekregen, koos hij zich zijn zuster Hera tot vrouw. Aan ieder van zijn broeders gaf hij een deel der heerschappij; Poseidon werd de beheerscher van de zee, Hades de vorst van de onderwereld. Ook de geit Amalthèa werd niet vergeten; Zeus maakte een van haar horens tot een wonderhoren: wie deze bezat, kon wenschen, wat hij goed vond en zeker zijn van de vervulling; sedert spreekt men van den „Hoorn van overvloed.â€Maar Gaia, ontstemd over de opsluiting der Titanen, zette nu de Giganten op tot strijd tegen de goden. Met forsche kracht wierpen zij groote rotsblokken tegen den hemel: de goden echter spotten met hun geweld, de steenen rolden, zonder uitwerking, terug, en geen berg was hoog genoeg om van daar uit een bestorming te kunnen ondernemen. Toen scheurden de reuzen den Pelion uit den grond en wentelden dien boven op den Ossa. Te vergeefs echter; Zeus slingerde een geduchten bliksem tegen den berg, zoodat hij kantelde en naar beneden rolde. Daarop stormden de goden, onder een vervaarlijk krijgsgeschreeuw, van den Olympus af en begonnen een gevecht. De Giganten waren zeer sterk en de slag duurde een geheelen dag; eindelijk werden zij overwonnen en gevangen genomen.Om ze nu goed in bedwang te houden, werd op iederen Gigant een zwaar rotsblok gewenteld, zóó, dat ze niet meer aan opstaan konden denken. Een der reuzen trachtte over de Middellandsche Zee te ontvluchten. Maar de dochter van Zeus, de krijgshaftige Athene, die ook een groot aandeel aan den strijd had genomen, bemerkte die poging, scheurde een ontzaglijk, driehoekig stuk land los en wierp dat den vluchteling achterna. De worp was raak, en de Gigant werd midden in zee onder de aarde bedolven. De aarde zelve bleef daar liggen,[5]droeg langzamerhand bosschen en steden, en heet tegenwoordig Sicilië. Soms roeren de Giganten zich nog onder hun last en trachten dien van zich af te schudden; dan wordt door de menschen een aardbeving gevoeld. En als zij in hun ongeduld erg driftig worden, blaast hun vurige adem door de rotsblokken heen en werpen zij gesmolten erts en steenen uit.Een voorstelling van de gigantomachie kwam voor op het altaar van Pergamum en op een deel der metopen van het Pà rthenon.1. Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.1.Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.Uit: Brunn,Denkmäler griech. und röm. Skulptur.F. Bruckmann, München. P. Noordhoff, Groningen.
[Inhoud]ZEUS EN DE GIGANTEN.Toen Zeus nu de regeering in handen had gekregen, koos hij zich zijn zuster Hera tot vrouw. Aan ieder van zijn broeders gaf hij een deel der heerschappij; Poseidon werd de beheerscher van de zee, Hades de vorst van de onderwereld. Ook de geit Amalthèa werd niet vergeten; Zeus maakte een van haar horens tot een wonderhoren: wie deze bezat, kon wenschen, wat hij goed vond en zeker zijn van de vervulling; sedert spreekt men van den „Hoorn van overvloed.â€Maar Gaia, ontstemd over de opsluiting der Titanen, zette nu de Giganten op tot strijd tegen de goden. Met forsche kracht wierpen zij groote rotsblokken tegen den hemel: de goden echter spotten met hun geweld, de steenen rolden, zonder uitwerking, terug, en geen berg was hoog genoeg om van daar uit een bestorming te kunnen ondernemen. Toen scheurden de reuzen den Pelion uit den grond en wentelden dien boven op den Ossa. Te vergeefs echter; Zeus slingerde een geduchten bliksem tegen den berg, zoodat hij kantelde en naar beneden rolde. Daarop stormden de goden, onder een vervaarlijk krijgsgeschreeuw, van den Olympus af en begonnen een gevecht. De Giganten waren zeer sterk en de slag duurde een geheelen dag; eindelijk werden zij overwonnen en gevangen genomen.Om ze nu goed in bedwang te houden, werd op iederen Gigant een zwaar rotsblok gewenteld, zóó, dat ze niet meer aan opstaan konden denken. Een der reuzen trachtte over de Middellandsche Zee te ontvluchten. Maar de dochter van Zeus, de krijgshaftige Athene, die ook een groot aandeel aan den strijd had genomen, bemerkte die poging, scheurde een ontzaglijk, driehoekig stuk land los en wierp dat den vluchteling achterna. De worp was raak, en de Gigant werd midden in zee onder de aarde bedolven. De aarde zelve bleef daar liggen,[5]droeg langzamerhand bosschen en steden, en heet tegenwoordig Sicilië. Soms roeren de Giganten zich nog onder hun last en trachten dien van zich af te schudden; dan wordt door de menschen een aardbeving gevoeld. En als zij in hun ongeduld erg driftig worden, blaast hun vurige adem door de rotsblokken heen en werpen zij gesmolten erts en steenen uit.Een voorstelling van de gigantomachie kwam voor op het altaar van Pergamum en op een deel der metopen van het Pà rthenon.1. Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.1.Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.Uit: Brunn,Denkmäler griech. und röm. Skulptur.F. Bruckmann, München. P. Noordhoff, Groningen.
[Inhoud]ZEUS EN DE GIGANTEN.Toen Zeus nu de regeering in handen had gekregen, koos hij zich zijn zuster Hera tot vrouw. Aan ieder van zijn broeders gaf hij een deel der heerschappij; Poseidon werd de beheerscher van de zee, Hades de vorst van de onderwereld. Ook de geit Amalthèa werd niet vergeten; Zeus maakte een van haar horens tot een wonderhoren: wie deze bezat, kon wenschen, wat hij goed vond en zeker zijn van de vervulling; sedert spreekt men van den „Hoorn van overvloed.â€Maar Gaia, ontstemd over de opsluiting der Titanen, zette nu de Giganten op tot strijd tegen de goden. Met forsche kracht wierpen zij groote rotsblokken tegen den hemel: de goden echter spotten met hun geweld, de steenen rolden, zonder uitwerking, terug, en geen berg was hoog genoeg om van daar uit een bestorming te kunnen ondernemen. Toen scheurden de reuzen den Pelion uit den grond en wentelden dien boven op den Ossa. Te vergeefs echter; Zeus slingerde een geduchten bliksem tegen den berg, zoodat hij kantelde en naar beneden rolde. Daarop stormden de goden, onder een vervaarlijk krijgsgeschreeuw, van den Olympus af en begonnen een gevecht. De Giganten waren zeer sterk en de slag duurde een geheelen dag; eindelijk werden zij overwonnen en gevangen genomen.Om ze nu goed in bedwang te houden, werd op iederen Gigant een zwaar rotsblok gewenteld, zóó, dat ze niet meer aan opstaan konden denken. Een der reuzen trachtte over de Middellandsche Zee te ontvluchten. Maar de dochter van Zeus, de krijgshaftige Athene, die ook een groot aandeel aan den strijd had genomen, bemerkte die poging, scheurde een ontzaglijk, driehoekig stuk land los en wierp dat den vluchteling achterna. De worp was raak, en de Gigant werd midden in zee onder de aarde bedolven. De aarde zelve bleef daar liggen,[5]droeg langzamerhand bosschen en steden, en heet tegenwoordig Sicilië. Soms roeren de Giganten zich nog onder hun last en trachten dien van zich af te schudden; dan wordt door de menschen een aardbeving gevoeld. En als zij in hun ongeduld erg driftig worden, blaast hun vurige adem door de rotsblokken heen en werpen zij gesmolten erts en steenen uit.Een voorstelling van de gigantomachie kwam voor op het altaar van Pergamum en op een deel der metopen van het Pà rthenon.1. Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.1.Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.Uit: Brunn,Denkmäler griech. und röm. Skulptur.F. Bruckmann, München. P. Noordhoff, Groningen.
ZEUS EN DE GIGANTEN.
Toen Zeus nu de regeering in handen had gekregen, koos hij zich zijn zuster Hera tot vrouw. Aan ieder van zijn broeders gaf hij een deel der heerschappij; Poseidon werd de beheerscher van de zee, Hades de vorst van de onderwereld. Ook de geit Amalthèa werd niet vergeten; Zeus maakte een van haar horens tot een wonderhoren: wie deze bezat, kon wenschen, wat hij goed vond en zeker zijn van de vervulling; sedert spreekt men van den „Hoorn van overvloed.â€Maar Gaia, ontstemd over de opsluiting der Titanen, zette nu de Giganten op tot strijd tegen de goden. Met forsche kracht wierpen zij groote rotsblokken tegen den hemel: de goden echter spotten met hun geweld, de steenen rolden, zonder uitwerking, terug, en geen berg was hoog genoeg om van daar uit een bestorming te kunnen ondernemen. Toen scheurden de reuzen den Pelion uit den grond en wentelden dien boven op den Ossa. Te vergeefs echter; Zeus slingerde een geduchten bliksem tegen den berg, zoodat hij kantelde en naar beneden rolde. Daarop stormden de goden, onder een vervaarlijk krijgsgeschreeuw, van den Olympus af en begonnen een gevecht. De Giganten waren zeer sterk en de slag duurde een geheelen dag; eindelijk werden zij overwonnen en gevangen genomen.Om ze nu goed in bedwang te houden, werd op iederen Gigant een zwaar rotsblok gewenteld, zóó, dat ze niet meer aan opstaan konden denken. Een der reuzen trachtte over de Middellandsche Zee te ontvluchten. Maar de dochter van Zeus, de krijgshaftige Athene, die ook een groot aandeel aan den strijd had genomen, bemerkte die poging, scheurde een ontzaglijk, driehoekig stuk land los en wierp dat den vluchteling achterna. De worp was raak, en de Gigant werd midden in zee onder de aarde bedolven. De aarde zelve bleef daar liggen,[5]droeg langzamerhand bosschen en steden, en heet tegenwoordig Sicilië. Soms roeren de Giganten zich nog onder hun last en trachten dien van zich af te schudden; dan wordt door de menschen een aardbeving gevoeld. En als zij in hun ongeduld erg driftig worden, blaast hun vurige adem door de rotsblokken heen en werpen zij gesmolten erts en steenen uit.Een voorstelling van de gigantomachie kwam voor op het altaar van Pergamum en op een deel der metopen van het Pà rthenon.1. Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.1.Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.Uit: Brunn,Denkmäler griech. und röm. Skulptur.F. Bruckmann, München. P. Noordhoff, Groningen.
Toen Zeus nu de regeering in handen had gekregen, koos hij zich zijn zuster Hera tot vrouw. Aan ieder van zijn broeders gaf hij een deel der heerschappij; Poseidon werd de beheerscher van de zee, Hades de vorst van de onderwereld. Ook de geit Amalthèa werd niet vergeten; Zeus maakte een van haar horens tot een wonderhoren: wie deze bezat, kon wenschen, wat hij goed vond en zeker zijn van de vervulling; sedert spreekt men van den „Hoorn van overvloed.â€
Maar Gaia, ontstemd over de opsluiting der Titanen, zette nu de Giganten op tot strijd tegen de goden. Met forsche kracht wierpen zij groote rotsblokken tegen den hemel: de goden echter spotten met hun geweld, de steenen rolden, zonder uitwerking, terug, en geen berg was hoog genoeg om van daar uit een bestorming te kunnen ondernemen. Toen scheurden de reuzen den Pelion uit den grond en wentelden dien boven op den Ossa. Te vergeefs echter; Zeus slingerde een geduchten bliksem tegen den berg, zoodat hij kantelde en naar beneden rolde. Daarop stormden de goden, onder een vervaarlijk krijgsgeschreeuw, van den Olympus af en begonnen een gevecht. De Giganten waren zeer sterk en de slag duurde een geheelen dag; eindelijk werden zij overwonnen en gevangen genomen.
Om ze nu goed in bedwang te houden, werd op iederen Gigant een zwaar rotsblok gewenteld, zóó, dat ze niet meer aan opstaan konden denken. Een der reuzen trachtte over de Middellandsche Zee te ontvluchten. Maar de dochter van Zeus, de krijgshaftige Athene, die ook een groot aandeel aan den strijd had genomen, bemerkte die poging, scheurde een ontzaglijk, driehoekig stuk land los en wierp dat den vluchteling achterna. De worp was raak, en de Gigant werd midden in zee onder de aarde bedolven. De aarde zelve bleef daar liggen,[5]droeg langzamerhand bosschen en steden, en heet tegenwoordig Sicilië. Soms roeren de Giganten zich nog onder hun last en trachten dien van zich af te schudden; dan wordt door de menschen een aardbeving gevoeld. En als zij in hun ongeduld erg driftig worden, blaast hun vurige adem door de rotsblokken heen en werpen zij gesmolten erts en steenen uit.
Een voorstelling van de gigantomachie kwam voor op het altaar van Pergamum en op een deel der metopen van het PÃ rthenon.
1. Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.1.Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.Uit: Brunn,Denkmäler griech. und röm. Skulptur.F. Bruckmann, München. P. Noordhoff, Groningen.
1.Athene-groep van het groote fries van het altaar van Pergamum.
Uit: Brunn,Denkmäler griech. und röm. Skulptur.
F. Bruckmann, München. P. Noordhoff, Groningen.