Geboortehuis van Jacobus Arminius.Naast de stadswaag, of meer juist, door de Gasthuissteeg gescheiden, bevindt zich het geboortehuis van Jacobus Arminius. Het is een fraai huis, de voorgevel is naar de Ionische orde gebouwd, met vele versieringen voorzien, en is getooid met het symbool der fortuin, waarin sommige menschen verkeerdelijk het standbeeld van den eersten remonstrant meenen te zien. Niettemin gelooven wij, dat het opschrift van een marmeren steen, eertijds onder het beeld der fortuin aanwezig, wel eenige betrekking op onzen lateren Leidschen hoogleeraar mag gehad hebben;deze steen met dit opschrift, zijn echter uit den gevel verwijderd, en welligt verloren geraakt, daar men ons verhaalde, dat niemand het opschrift van dien steen kon ontraadselen. Wij moeten echter opmerken, dat het huis niet meer in dien toestand is, als toen Arminius daarin werd geboren, daar wij het jaartal 1601 in den voorgevel vinden, en zijne geboorte reeds in 1560 plaats had. Stellig echter is het huis weder op dezelfde plaats herbouwd, zoodat wij nog met gerustheid mogen zeggen: zie dat is het huis, daar is de plek, daar de groote Arminius het eerste licht heeft aanschouwd.Voor eenige jaren (in 1854,) werden in het voorhuis, eenige veranderingen aangebragt, waarbij tevens het volgende vers verwijderd werd, dat men tot dusver het huis binnentredende met fraai geschilderde gothische letters, daarin had opgemerkt:Jammer, ellende en grooten noodIs der regtvaardigen dagelyksch brood,Die tot het eeuwige leven zyn verkorenSteken veel distels ende doornenNog zal de Heer ten allen tydenDe vromen verlossen en verblyden.Ps. 34.Over Arminius zelve zal te gelegener tijd worden geschreven—alleenlijk vermelden wij nog, dat in het huis zijner geboorte, nu eene grutterij wordt uitgeoefend.
Geboortehuis van Jacobus Arminius.Naast de stadswaag, of meer juist, door de Gasthuissteeg gescheiden, bevindt zich het geboortehuis van Jacobus Arminius. Het is een fraai huis, de voorgevel is naar de Ionische orde gebouwd, met vele versieringen voorzien, en is getooid met het symbool der fortuin, waarin sommige menschen verkeerdelijk het standbeeld van den eersten remonstrant meenen te zien. Niettemin gelooven wij, dat het opschrift van een marmeren steen, eertijds onder het beeld der fortuin aanwezig, wel eenige betrekking op onzen lateren Leidschen hoogleeraar mag gehad hebben;deze steen met dit opschrift, zijn echter uit den gevel verwijderd, en welligt verloren geraakt, daar men ons verhaalde, dat niemand het opschrift van dien steen kon ontraadselen. Wij moeten echter opmerken, dat het huis niet meer in dien toestand is, als toen Arminius daarin werd geboren, daar wij het jaartal 1601 in den voorgevel vinden, en zijne geboorte reeds in 1560 plaats had. Stellig echter is het huis weder op dezelfde plaats herbouwd, zoodat wij nog met gerustheid mogen zeggen: zie dat is het huis, daar is de plek, daar de groote Arminius het eerste licht heeft aanschouwd.Voor eenige jaren (in 1854,) werden in het voorhuis, eenige veranderingen aangebragt, waarbij tevens het volgende vers verwijderd werd, dat men tot dusver het huis binnentredende met fraai geschilderde gothische letters, daarin had opgemerkt:Jammer, ellende en grooten noodIs der regtvaardigen dagelyksch brood,Die tot het eeuwige leven zyn verkorenSteken veel distels ende doornenNog zal de Heer ten allen tydenDe vromen verlossen en verblyden.Ps. 34.Over Arminius zelve zal te gelegener tijd worden geschreven—alleenlijk vermelden wij nog, dat in het huis zijner geboorte, nu eene grutterij wordt uitgeoefend.
Geboortehuis van Jacobus Arminius.Naast de stadswaag, of meer juist, door de Gasthuissteeg gescheiden, bevindt zich het geboortehuis van Jacobus Arminius. Het is een fraai huis, de voorgevel is naar de Ionische orde gebouwd, met vele versieringen voorzien, en is getooid met het symbool der fortuin, waarin sommige menschen verkeerdelijk het standbeeld van den eersten remonstrant meenen te zien. Niettemin gelooven wij, dat het opschrift van een marmeren steen, eertijds onder het beeld der fortuin aanwezig, wel eenige betrekking op onzen lateren Leidschen hoogleeraar mag gehad hebben;deze steen met dit opschrift, zijn echter uit den gevel verwijderd, en welligt verloren geraakt, daar men ons verhaalde, dat niemand het opschrift van dien steen kon ontraadselen. Wij moeten echter opmerken, dat het huis niet meer in dien toestand is, als toen Arminius daarin werd geboren, daar wij het jaartal 1601 in den voorgevel vinden, en zijne geboorte reeds in 1560 plaats had. Stellig echter is het huis weder op dezelfde plaats herbouwd, zoodat wij nog met gerustheid mogen zeggen: zie dat is het huis, daar is de plek, daar de groote Arminius het eerste licht heeft aanschouwd.Voor eenige jaren (in 1854,) werden in het voorhuis, eenige veranderingen aangebragt, waarbij tevens het volgende vers verwijderd werd, dat men tot dusver het huis binnentredende met fraai geschilderde gothische letters, daarin had opgemerkt:Jammer, ellende en grooten noodIs der regtvaardigen dagelyksch brood,Die tot het eeuwige leven zyn verkorenSteken veel distels ende doornenNog zal de Heer ten allen tydenDe vromen verlossen en verblyden.Ps. 34.Over Arminius zelve zal te gelegener tijd worden geschreven—alleenlijk vermelden wij nog, dat in het huis zijner geboorte, nu eene grutterij wordt uitgeoefend.
Geboortehuis van Jacobus Arminius.Naast de stadswaag, of meer juist, door de Gasthuissteeg gescheiden, bevindt zich het geboortehuis van Jacobus Arminius. Het is een fraai huis, de voorgevel is naar de Ionische orde gebouwd, met vele versieringen voorzien, en is getooid met het symbool der fortuin, waarin sommige menschen verkeerdelijk het standbeeld van den eersten remonstrant meenen te zien. Niettemin gelooven wij, dat het opschrift van een marmeren steen, eertijds onder het beeld der fortuin aanwezig, wel eenige betrekking op onzen lateren Leidschen hoogleeraar mag gehad hebben;deze steen met dit opschrift, zijn echter uit den gevel verwijderd, en welligt verloren geraakt, daar men ons verhaalde, dat niemand het opschrift van dien steen kon ontraadselen. Wij moeten echter opmerken, dat het huis niet meer in dien toestand is, als toen Arminius daarin werd geboren, daar wij het jaartal 1601 in den voorgevel vinden, en zijne geboorte reeds in 1560 plaats had. Stellig echter is het huis weder op dezelfde plaats herbouwd, zoodat wij nog met gerustheid mogen zeggen: zie dat is het huis, daar is de plek, daar de groote Arminius het eerste licht heeft aanschouwd.Voor eenige jaren (in 1854,) werden in het voorhuis, eenige veranderingen aangebragt, waarbij tevens het volgende vers verwijderd werd, dat men tot dusver het huis binnentredende met fraai geschilderde gothische letters, daarin had opgemerkt:Jammer, ellende en grooten noodIs der regtvaardigen dagelyksch brood,Die tot het eeuwige leven zyn verkorenSteken veel distels ende doornenNog zal de Heer ten allen tydenDe vromen verlossen en verblyden.Ps. 34.Over Arminius zelve zal te gelegener tijd worden geschreven—alleenlijk vermelden wij nog, dat in het huis zijner geboorte, nu eene grutterij wordt uitgeoefend.
Geboortehuis van Jacobus Arminius.Naast de stadswaag, of meer juist, door de Gasthuissteeg gescheiden, bevindt zich het geboortehuis van Jacobus Arminius. Het is een fraai huis, de voorgevel is naar de Ionische orde gebouwd, met vele versieringen voorzien, en is getooid met het symbool der fortuin, waarin sommige menschen verkeerdelijk het standbeeld van den eersten remonstrant meenen te zien. Niettemin gelooven wij, dat het opschrift van een marmeren steen, eertijds onder het beeld der fortuin aanwezig, wel eenige betrekking op onzen lateren Leidschen hoogleeraar mag gehad hebben;deze steen met dit opschrift, zijn echter uit den gevel verwijderd, en welligt verloren geraakt, daar men ons verhaalde, dat niemand het opschrift van dien steen kon ontraadselen. Wij moeten echter opmerken, dat het huis niet meer in dien toestand is, als toen Arminius daarin werd geboren, daar wij het jaartal 1601 in den voorgevel vinden, en zijne geboorte reeds in 1560 plaats had. Stellig echter is het huis weder op dezelfde plaats herbouwd, zoodat wij nog met gerustheid mogen zeggen: zie dat is het huis, daar is de plek, daar de groote Arminius het eerste licht heeft aanschouwd.Voor eenige jaren (in 1854,) werden in het voorhuis, eenige veranderingen aangebragt, waarbij tevens het volgende vers verwijderd werd, dat men tot dusver het huis binnentredende met fraai geschilderde gothische letters, daarin had opgemerkt:Jammer, ellende en grooten noodIs der regtvaardigen dagelyksch brood,Die tot het eeuwige leven zyn verkorenSteken veel distels ende doornenNog zal de Heer ten allen tydenDe vromen verlossen en verblyden.Ps. 34.Over Arminius zelve zal te gelegener tijd worden geschreven—alleenlijk vermelden wij nog, dat in het huis zijner geboorte, nu eene grutterij wordt uitgeoefend.
Geboortehuis van Jacobus Arminius.
Naast de stadswaag, of meer juist, door de Gasthuissteeg gescheiden, bevindt zich het geboortehuis van Jacobus Arminius. Het is een fraai huis, de voorgevel is naar de Ionische orde gebouwd, met vele versieringen voorzien, en is getooid met het symbool der fortuin, waarin sommige menschen verkeerdelijk het standbeeld van den eersten remonstrant meenen te zien. Niettemin gelooven wij, dat het opschrift van een marmeren steen, eertijds onder het beeld der fortuin aanwezig, wel eenige betrekking op onzen lateren Leidschen hoogleeraar mag gehad hebben;deze steen met dit opschrift, zijn echter uit den gevel verwijderd, en welligt verloren geraakt, daar men ons verhaalde, dat niemand het opschrift van dien steen kon ontraadselen. Wij moeten echter opmerken, dat het huis niet meer in dien toestand is, als toen Arminius daarin werd geboren, daar wij het jaartal 1601 in den voorgevel vinden, en zijne geboorte reeds in 1560 plaats had. Stellig echter is het huis weder op dezelfde plaats herbouwd, zoodat wij nog met gerustheid mogen zeggen: zie dat is het huis, daar is de plek, daar de groote Arminius het eerste licht heeft aanschouwd.Voor eenige jaren (in 1854,) werden in het voorhuis, eenige veranderingen aangebragt, waarbij tevens het volgende vers verwijderd werd, dat men tot dusver het huis binnentredende met fraai geschilderde gothische letters, daarin had opgemerkt:Jammer, ellende en grooten noodIs der regtvaardigen dagelyksch brood,Die tot het eeuwige leven zyn verkorenSteken veel distels ende doornenNog zal de Heer ten allen tydenDe vromen verlossen en verblyden.Ps. 34.Over Arminius zelve zal te gelegener tijd worden geschreven—alleenlijk vermelden wij nog, dat in het huis zijner geboorte, nu eene grutterij wordt uitgeoefend.
Naast de stadswaag, of meer juist, door de Gasthuissteeg gescheiden, bevindt zich het geboortehuis van Jacobus Arminius. Het is een fraai huis, de voorgevel is naar de Ionische orde gebouwd, met vele versieringen voorzien, en is getooid met het symbool der fortuin, waarin sommige menschen verkeerdelijk het standbeeld van den eersten remonstrant meenen te zien. Niettemin gelooven wij, dat het opschrift van een marmeren steen, eertijds onder het beeld der fortuin aanwezig, wel eenige betrekking op onzen lateren Leidschen hoogleeraar mag gehad hebben;deze steen met dit opschrift, zijn echter uit den gevel verwijderd, en welligt verloren geraakt, daar men ons verhaalde, dat niemand het opschrift van dien steen kon ontraadselen. Wij moeten echter opmerken, dat het huis niet meer in dien toestand is, als toen Arminius daarin werd geboren, daar wij het jaartal 1601 in den voorgevel vinden, en zijne geboorte reeds in 1560 plaats had. Stellig echter is het huis weder op dezelfde plaats herbouwd, zoodat wij nog met gerustheid mogen zeggen: zie dat is het huis, daar is de plek, daar de groote Arminius het eerste licht heeft aanschouwd.
Voor eenige jaren (in 1854,) werden in het voorhuis, eenige veranderingen aangebragt, waarbij tevens het volgende vers verwijderd werd, dat men tot dusver het huis binnentredende met fraai geschilderde gothische letters, daarin had opgemerkt:
Jammer, ellende en grooten noodIs der regtvaardigen dagelyksch brood,Die tot het eeuwige leven zyn verkorenSteken veel distels ende doornenNog zal de Heer ten allen tydenDe vromen verlossen en verblyden.
Jammer, ellende en grooten nood
Is der regtvaardigen dagelyksch brood,
Die tot het eeuwige leven zyn verkoren
Steken veel distels ende doornen
Nog zal de Heer ten allen tyden
De vromen verlossen en verblyden.
Ps. 34.
Over Arminius zelve zal te gelegener tijd worden geschreven—alleenlijk vermelden wij nog, dat in het huis zijner geboorte, nu eene grutterij wordt uitgeoefend.