TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.

TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.Een van de treffendste gezichten op het vasteland van het westelijk halfrond zijn de groote kudden buffels, of beter genaamd bisons, daar er in Noord-Amerika geen eigenlijk gezegde buffels zijn. Zoover het oog reikt, ziet men niets als groote, ruige gedaanten. Zij behooren tot de laatste vertegenwoordigers van de groote, viervoetige dieren, die in vroegere tijden in dit uitgestrekte land verblijf hielden. Het schijnt dat ook het geslacht der bisons weldra uitgestorven zal zijn, want zij worden diep in het binnenland gedreven en vervolgd; en het tijdstip kan dus niet ver meer af zijn, dat de laatste bison voor zijne talrijke vijanden bezwijkt, en dit geslacht even als dat zijner reusachtige voorgangers tot de geschiedenis behoort. Ofschoon de bison van Amerika zeer sterk is, vertrouwt hij toch meer op zijne vlugheid om zijne vervolgers te ontkomen, dan gebruik te maken van de verdedigingsmiddelen die de natuur hem geschonken heeft. De vorm van den bison is zeer onbevallig, zijn groote kop hangt laag naar den grond, alsof hij te zwaar is voor het lichaam. Desniettemin loopt hij in een soort van galop en met zulk een vaart, dat een jager wel een goed paard maghebben, zal hij hem inhalen. De stieren loopen altijd voorop en aan de kanten, terwijl de koeien en kalveren in het midden blijven. Het verwarde haar hangt over hunne kleine, schitterende oogen, en zij draven onder wolken van stof over de vlakten. Wee het ongelukkige schepsel, dat hen in den weg komt; het wordt door de krachtige aanvoerders ter aarde geworpen en verpletterd.Het vleesch van den bison is zeer smakelijk, en wordt door de Amerikanen zelfs boven dat van tam rundvee verkozen; vooral de tong en het vleesch van de schouders moeten een ware lekkernij zijn. Het vleesch wordt gedroogd en aan stukken gestampt, en is het beste en duurzaamste voedsel voor jagers en handelsreizigers, terwijl het vel van den bison hen tot beschutting dient tegen de strenge koude, wanneer zij op de sneeuwvelden willen overnachten. De bison is ongeveer 3 meter lang, en weegt van 600 tot 700 kilogram. Het wijfje van den bison is slanker gebouwd, heeft een langeren hals en dunner pooten. Beide seksen bezitten korte, dikke, zwarte horens, die naar buiten steken en ver van elkander staan. Over het algemeen is de kleur van het haar aan den kop zwart en aan de overige deelen van het lichaam bruin.Somtijds bevangt deze dieren plotseling een hevige schrik. In onstuimige vaart draven zij dan voort, totdat eensklaps de opgewonden kudde op een rotskloof stuit, welks steile wanden loodrecht naar beneden zinken. De aanvoerders deinzen terug voor de diepte die zich eensklaps vertoont, en blijven een oogenblik staan, als om zich gereed te maken tot een wanhopigen sprong. Maar opgedrongen door de massa die achter hen is, worden zij voortgestuwd en in den afgrond neergestooten. Een afgrijsselijk tooneel grijpt thans plaats: groote troepen vallen op elkander in den afgrond, totdat de diepte met doode en stervende bisons is gevuld. Bij zulke gelegenheden komen er honderden om, die een prooi worden van de gieren en wolven, die steeds belust zijn op zulk een feest.De bison behoeft geen van de dieren te vreezen, die met hem dezelfde streken bewonen, want als hij aangevallen wordt, komen al zijn broeders hem te hulp. Slechts als hij door den pijl van een Indiaan of door een kogel gewond is, wordt dit groote dier het slachtoffer van zijne viervoetige vijanden. De listige witte wolven vreest hij het meest, want deze zwervelingen bespeurenspoedig dat hij zwak of ziek is, en gaan dan in menigte op hem af, met het doel om hem te verscheuren. Maar de bison bezwijkt niet zonder pogingen te doen om zijn leven te redden. Hij verdedigt zich met zijn krachtigen kop, en is moedig en dapper tot het laatste oogenblik, maar zijne knieën knikken onder het gewicht van zijn lichaam, dat door bloedverlies is verzwakt. De wolven vallen hem van alle kanten aan. Met hunne scherpe tanden rijten zij zijne huid open, telkens te vlug achteruit gaande om door zijne horens of hoeven getroffen te worden. Zijne pogingen om de sprongen van de wolven te ontduiken zijn te vergeefs; hij spant zijne laatste krachten in, springt op een van de wolven los, maar valt tegelijkertijd op het lichaam van zijn vijand neer, te zwak om den ongelijken strijd voort te zetten en niet in staat om weer op te staan. De hongerige wolven vallen op hem aan, en weldra is er van den bison niets meer over dan alleen zijn geraamte.Er is een ander dier dat met den bison naar de heerschappij dingt, namelijk de grijze beer. Deze gevreesde inwoner van het verre westen is een zeer gevaarlijke tegenpartij zoowel voor menschen als voor dieren. Gelukkig valt hij zelden aan, en als hij kan, vlucht hij liever dan te vechten. Maar dit is niet het geval als hij in zijn maaltijd gestoord wordt, of als hij niet vluchten kan, of nog erger, als het dier een wijfje is en jongen heeft; dan mogen jagers en dieren wel voorzichtig zijn, want dan is de aanval moorddadig en wanhopig.De grijze beer is zeer sterk. Als hij een bison heeft kunnen dooden, sleept hij het zware lichaam naar zijn hol en verscheurt het daar. Is hij volwassen, dan klimt hij niet meer in de boomen, waaraan reeds vele jagers hun leven te danken hebben. De grijze beer wordt zeer zelden naar Europa overgebracht, en blijft in de gevangenschap zeer ruw en woest.Ofschoon de grijze beer een groot en lomp lichaam heeft, kan hij toch vlug loopen, zoodat een jager, op een goed paard gezeten, te nauwernood aan zijne woede ontsnapt. Als de grijze beer zijn vijand achtervolgt, neemt hij groote sprongen, brult verschrikkelijk en tracht zijn vijand met zijne scherpe klauwen te grijpen. Gelukkig kan hij den wedloop niet lang volhouden. Geraakten de bison en de grijze beer met elkander aan ’t vechten, dan zou de strijd vreeselijk zijn,en de uitkomst er van moeielijk te voorspellen. Maar de beer komt niet dikwijls in aanraking met den bison, daar hij in het dichte kreupelhout huist, en de bison een bewoner is van de opene vlakte. Tusschenbeide gebeurt het toch. Op onze plaat wordt een grijze beer verrast door een stoot met den harden kop van den bison. Kunnen wij ook den afloop van het gevecht bezwaarlijk raden, wij mogen ons verzekerd houden dat de bison al het mogelijke zal doen om zijn mededinger naar het koningschap te verslaan.

TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.Een van de treffendste gezichten op het vasteland van het westelijk halfrond zijn de groote kudden buffels, of beter genaamd bisons, daar er in Noord-Amerika geen eigenlijk gezegde buffels zijn. Zoover het oog reikt, ziet men niets als groote, ruige gedaanten. Zij behooren tot de laatste vertegenwoordigers van de groote, viervoetige dieren, die in vroegere tijden in dit uitgestrekte land verblijf hielden. Het schijnt dat ook het geslacht der bisons weldra uitgestorven zal zijn, want zij worden diep in het binnenland gedreven en vervolgd; en het tijdstip kan dus niet ver meer af zijn, dat de laatste bison voor zijne talrijke vijanden bezwijkt, en dit geslacht even als dat zijner reusachtige voorgangers tot de geschiedenis behoort. Ofschoon de bison van Amerika zeer sterk is, vertrouwt hij toch meer op zijne vlugheid om zijne vervolgers te ontkomen, dan gebruik te maken van de verdedigingsmiddelen die de natuur hem geschonken heeft. De vorm van den bison is zeer onbevallig, zijn groote kop hangt laag naar den grond, alsof hij te zwaar is voor het lichaam. Desniettemin loopt hij in een soort van galop en met zulk een vaart, dat een jager wel een goed paard maghebben, zal hij hem inhalen. De stieren loopen altijd voorop en aan de kanten, terwijl de koeien en kalveren in het midden blijven. Het verwarde haar hangt over hunne kleine, schitterende oogen, en zij draven onder wolken van stof over de vlakten. Wee het ongelukkige schepsel, dat hen in den weg komt; het wordt door de krachtige aanvoerders ter aarde geworpen en verpletterd.Het vleesch van den bison is zeer smakelijk, en wordt door de Amerikanen zelfs boven dat van tam rundvee verkozen; vooral de tong en het vleesch van de schouders moeten een ware lekkernij zijn. Het vleesch wordt gedroogd en aan stukken gestampt, en is het beste en duurzaamste voedsel voor jagers en handelsreizigers, terwijl het vel van den bison hen tot beschutting dient tegen de strenge koude, wanneer zij op de sneeuwvelden willen overnachten. De bison is ongeveer 3 meter lang, en weegt van 600 tot 700 kilogram. Het wijfje van den bison is slanker gebouwd, heeft een langeren hals en dunner pooten. Beide seksen bezitten korte, dikke, zwarte horens, die naar buiten steken en ver van elkander staan. Over het algemeen is de kleur van het haar aan den kop zwart en aan de overige deelen van het lichaam bruin.Somtijds bevangt deze dieren plotseling een hevige schrik. In onstuimige vaart draven zij dan voort, totdat eensklaps de opgewonden kudde op een rotskloof stuit, welks steile wanden loodrecht naar beneden zinken. De aanvoerders deinzen terug voor de diepte die zich eensklaps vertoont, en blijven een oogenblik staan, als om zich gereed te maken tot een wanhopigen sprong. Maar opgedrongen door de massa die achter hen is, worden zij voortgestuwd en in den afgrond neergestooten. Een afgrijsselijk tooneel grijpt thans plaats: groote troepen vallen op elkander in den afgrond, totdat de diepte met doode en stervende bisons is gevuld. Bij zulke gelegenheden komen er honderden om, die een prooi worden van de gieren en wolven, die steeds belust zijn op zulk een feest.De bison behoeft geen van de dieren te vreezen, die met hem dezelfde streken bewonen, want als hij aangevallen wordt, komen al zijn broeders hem te hulp. Slechts als hij door den pijl van een Indiaan of door een kogel gewond is, wordt dit groote dier het slachtoffer van zijne viervoetige vijanden. De listige witte wolven vreest hij het meest, want deze zwervelingen bespeurenspoedig dat hij zwak of ziek is, en gaan dan in menigte op hem af, met het doel om hem te verscheuren. Maar de bison bezwijkt niet zonder pogingen te doen om zijn leven te redden. Hij verdedigt zich met zijn krachtigen kop, en is moedig en dapper tot het laatste oogenblik, maar zijne knieën knikken onder het gewicht van zijn lichaam, dat door bloedverlies is verzwakt. De wolven vallen hem van alle kanten aan. Met hunne scherpe tanden rijten zij zijne huid open, telkens te vlug achteruit gaande om door zijne horens of hoeven getroffen te worden. Zijne pogingen om de sprongen van de wolven te ontduiken zijn te vergeefs; hij spant zijne laatste krachten in, springt op een van de wolven los, maar valt tegelijkertijd op het lichaam van zijn vijand neer, te zwak om den ongelijken strijd voort te zetten en niet in staat om weer op te staan. De hongerige wolven vallen op hem aan, en weldra is er van den bison niets meer over dan alleen zijn geraamte.Er is een ander dier dat met den bison naar de heerschappij dingt, namelijk de grijze beer. Deze gevreesde inwoner van het verre westen is een zeer gevaarlijke tegenpartij zoowel voor menschen als voor dieren. Gelukkig valt hij zelden aan, en als hij kan, vlucht hij liever dan te vechten. Maar dit is niet het geval als hij in zijn maaltijd gestoord wordt, of als hij niet vluchten kan, of nog erger, als het dier een wijfje is en jongen heeft; dan mogen jagers en dieren wel voorzichtig zijn, want dan is de aanval moorddadig en wanhopig.De grijze beer is zeer sterk. Als hij een bison heeft kunnen dooden, sleept hij het zware lichaam naar zijn hol en verscheurt het daar. Is hij volwassen, dan klimt hij niet meer in de boomen, waaraan reeds vele jagers hun leven te danken hebben. De grijze beer wordt zeer zelden naar Europa overgebracht, en blijft in de gevangenschap zeer ruw en woest.Ofschoon de grijze beer een groot en lomp lichaam heeft, kan hij toch vlug loopen, zoodat een jager, op een goed paard gezeten, te nauwernood aan zijne woede ontsnapt. Als de grijze beer zijn vijand achtervolgt, neemt hij groote sprongen, brult verschrikkelijk en tracht zijn vijand met zijne scherpe klauwen te grijpen. Gelukkig kan hij den wedloop niet lang volhouden. Geraakten de bison en de grijze beer met elkander aan ’t vechten, dan zou de strijd vreeselijk zijn,en de uitkomst er van moeielijk te voorspellen. Maar de beer komt niet dikwijls in aanraking met den bison, daar hij in het dichte kreupelhout huist, en de bison een bewoner is van de opene vlakte. Tusschenbeide gebeurt het toch. Op onze plaat wordt een grijze beer verrast door een stoot met den harden kop van den bison. Kunnen wij ook den afloop van het gevecht bezwaarlijk raden, wij mogen ons verzekerd houden dat de bison al het mogelijke zal doen om zijn mededinger naar het koningschap te verslaan.

TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.

TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.Een van de treffendste gezichten op het vasteland van het westelijk halfrond zijn de groote kudden buffels, of beter genaamd bisons, daar er in Noord-Amerika geen eigenlijk gezegde buffels zijn. Zoover het oog reikt, ziet men niets als groote, ruige gedaanten. Zij behooren tot de laatste vertegenwoordigers van de groote, viervoetige dieren, die in vroegere tijden in dit uitgestrekte land verblijf hielden. Het schijnt dat ook het geslacht der bisons weldra uitgestorven zal zijn, want zij worden diep in het binnenland gedreven en vervolgd; en het tijdstip kan dus niet ver meer af zijn, dat de laatste bison voor zijne talrijke vijanden bezwijkt, en dit geslacht even als dat zijner reusachtige voorgangers tot de geschiedenis behoort. Ofschoon de bison van Amerika zeer sterk is, vertrouwt hij toch meer op zijne vlugheid om zijne vervolgers te ontkomen, dan gebruik te maken van de verdedigingsmiddelen die de natuur hem geschonken heeft. De vorm van den bison is zeer onbevallig, zijn groote kop hangt laag naar den grond, alsof hij te zwaar is voor het lichaam. Desniettemin loopt hij in een soort van galop en met zulk een vaart, dat een jager wel een goed paard maghebben, zal hij hem inhalen. De stieren loopen altijd voorop en aan de kanten, terwijl de koeien en kalveren in het midden blijven. Het verwarde haar hangt over hunne kleine, schitterende oogen, en zij draven onder wolken van stof over de vlakten. Wee het ongelukkige schepsel, dat hen in den weg komt; het wordt door de krachtige aanvoerders ter aarde geworpen en verpletterd.Het vleesch van den bison is zeer smakelijk, en wordt door de Amerikanen zelfs boven dat van tam rundvee verkozen; vooral de tong en het vleesch van de schouders moeten een ware lekkernij zijn. Het vleesch wordt gedroogd en aan stukken gestampt, en is het beste en duurzaamste voedsel voor jagers en handelsreizigers, terwijl het vel van den bison hen tot beschutting dient tegen de strenge koude, wanneer zij op de sneeuwvelden willen overnachten. De bison is ongeveer 3 meter lang, en weegt van 600 tot 700 kilogram. Het wijfje van den bison is slanker gebouwd, heeft een langeren hals en dunner pooten. Beide seksen bezitten korte, dikke, zwarte horens, die naar buiten steken en ver van elkander staan. Over het algemeen is de kleur van het haar aan den kop zwart en aan de overige deelen van het lichaam bruin.Somtijds bevangt deze dieren plotseling een hevige schrik. In onstuimige vaart draven zij dan voort, totdat eensklaps de opgewonden kudde op een rotskloof stuit, welks steile wanden loodrecht naar beneden zinken. De aanvoerders deinzen terug voor de diepte die zich eensklaps vertoont, en blijven een oogenblik staan, als om zich gereed te maken tot een wanhopigen sprong. Maar opgedrongen door de massa die achter hen is, worden zij voortgestuwd en in den afgrond neergestooten. Een afgrijsselijk tooneel grijpt thans plaats: groote troepen vallen op elkander in den afgrond, totdat de diepte met doode en stervende bisons is gevuld. Bij zulke gelegenheden komen er honderden om, die een prooi worden van de gieren en wolven, die steeds belust zijn op zulk een feest.De bison behoeft geen van de dieren te vreezen, die met hem dezelfde streken bewonen, want als hij aangevallen wordt, komen al zijn broeders hem te hulp. Slechts als hij door den pijl van een Indiaan of door een kogel gewond is, wordt dit groote dier het slachtoffer van zijne viervoetige vijanden. De listige witte wolven vreest hij het meest, want deze zwervelingen bespeurenspoedig dat hij zwak of ziek is, en gaan dan in menigte op hem af, met het doel om hem te verscheuren. Maar de bison bezwijkt niet zonder pogingen te doen om zijn leven te redden. Hij verdedigt zich met zijn krachtigen kop, en is moedig en dapper tot het laatste oogenblik, maar zijne knieën knikken onder het gewicht van zijn lichaam, dat door bloedverlies is verzwakt. De wolven vallen hem van alle kanten aan. Met hunne scherpe tanden rijten zij zijne huid open, telkens te vlug achteruit gaande om door zijne horens of hoeven getroffen te worden. Zijne pogingen om de sprongen van de wolven te ontduiken zijn te vergeefs; hij spant zijne laatste krachten in, springt op een van de wolven los, maar valt tegelijkertijd op het lichaam van zijn vijand neer, te zwak om den ongelijken strijd voort te zetten en niet in staat om weer op te staan. De hongerige wolven vallen op hem aan, en weldra is er van den bison niets meer over dan alleen zijn geraamte.Er is een ander dier dat met den bison naar de heerschappij dingt, namelijk de grijze beer. Deze gevreesde inwoner van het verre westen is een zeer gevaarlijke tegenpartij zoowel voor menschen als voor dieren. Gelukkig valt hij zelden aan, en als hij kan, vlucht hij liever dan te vechten. Maar dit is niet het geval als hij in zijn maaltijd gestoord wordt, of als hij niet vluchten kan, of nog erger, als het dier een wijfje is en jongen heeft; dan mogen jagers en dieren wel voorzichtig zijn, want dan is de aanval moorddadig en wanhopig.De grijze beer is zeer sterk. Als hij een bison heeft kunnen dooden, sleept hij het zware lichaam naar zijn hol en verscheurt het daar. Is hij volwassen, dan klimt hij niet meer in de boomen, waaraan reeds vele jagers hun leven te danken hebben. De grijze beer wordt zeer zelden naar Europa overgebracht, en blijft in de gevangenschap zeer ruw en woest.Ofschoon de grijze beer een groot en lomp lichaam heeft, kan hij toch vlug loopen, zoodat een jager, op een goed paard gezeten, te nauwernood aan zijne woede ontsnapt. Als de grijze beer zijn vijand achtervolgt, neemt hij groote sprongen, brult verschrikkelijk en tracht zijn vijand met zijne scherpe klauwen te grijpen. Gelukkig kan hij den wedloop niet lang volhouden. Geraakten de bison en de grijze beer met elkander aan ’t vechten, dan zou de strijd vreeselijk zijn,en de uitkomst er van moeielijk te voorspellen. Maar de beer komt niet dikwijls in aanraking met den bison, daar hij in het dichte kreupelhout huist, en de bison een bewoner is van de opene vlakte. Tusschenbeide gebeurt het toch. Op onze plaat wordt een grijze beer verrast door een stoot met den harden kop van den bison. Kunnen wij ook den afloop van het gevecht bezwaarlijk raden, wij mogen ons verzekerd houden dat de bison al het mogelijke zal doen om zijn mededinger naar het koningschap te verslaan.

TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.

TWEE MEDEDINGERS OM HET KONINGSCHAP.

Een van de treffendste gezichten op het vasteland van het westelijk halfrond zijn de groote kudden buffels, of beter genaamd bisons, daar er in Noord-Amerika geen eigenlijk gezegde buffels zijn. Zoover het oog reikt, ziet men niets als groote, ruige gedaanten. Zij behooren tot de laatste vertegenwoordigers van de groote, viervoetige dieren, die in vroegere tijden in dit uitgestrekte land verblijf hielden. Het schijnt dat ook het geslacht der bisons weldra uitgestorven zal zijn, want zij worden diep in het binnenland gedreven en vervolgd; en het tijdstip kan dus niet ver meer af zijn, dat de laatste bison voor zijne talrijke vijanden bezwijkt, en dit geslacht even als dat zijner reusachtige voorgangers tot de geschiedenis behoort. Ofschoon de bison van Amerika zeer sterk is, vertrouwt hij toch meer op zijne vlugheid om zijne vervolgers te ontkomen, dan gebruik te maken van de verdedigingsmiddelen die de natuur hem geschonken heeft. De vorm van den bison is zeer onbevallig, zijn groote kop hangt laag naar den grond, alsof hij te zwaar is voor het lichaam. Desniettemin loopt hij in een soort van galop en met zulk een vaart, dat een jager wel een goed paard maghebben, zal hij hem inhalen. De stieren loopen altijd voorop en aan de kanten, terwijl de koeien en kalveren in het midden blijven. Het verwarde haar hangt over hunne kleine, schitterende oogen, en zij draven onder wolken van stof over de vlakten. Wee het ongelukkige schepsel, dat hen in den weg komt; het wordt door de krachtige aanvoerders ter aarde geworpen en verpletterd.

Het vleesch van den bison is zeer smakelijk, en wordt door de Amerikanen zelfs boven dat van tam rundvee verkozen; vooral de tong en het vleesch van de schouders moeten een ware lekkernij zijn. Het vleesch wordt gedroogd en aan stukken gestampt, en is het beste en duurzaamste voedsel voor jagers en handelsreizigers, terwijl het vel van den bison hen tot beschutting dient tegen de strenge koude, wanneer zij op de sneeuwvelden willen overnachten. De bison is ongeveer 3 meter lang, en weegt van 600 tot 700 kilogram. Het wijfje van den bison is slanker gebouwd, heeft een langeren hals en dunner pooten. Beide seksen bezitten korte, dikke, zwarte horens, die naar buiten steken en ver van elkander staan. Over het algemeen is de kleur van het haar aan den kop zwart en aan de overige deelen van het lichaam bruin.

Somtijds bevangt deze dieren plotseling een hevige schrik. In onstuimige vaart draven zij dan voort, totdat eensklaps de opgewonden kudde op een rotskloof stuit, welks steile wanden loodrecht naar beneden zinken. De aanvoerders deinzen terug voor de diepte die zich eensklaps vertoont, en blijven een oogenblik staan, als om zich gereed te maken tot een wanhopigen sprong. Maar opgedrongen door de massa die achter hen is, worden zij voortgestuwd en in den afgrond neergestooten. Een afgrijsselijk tooneel grijpt thans plaats: groote troepen vallen op elkander in den afgrond, totdat de diepte met doode en stervende bisons is gevuld. Bij zulke gelegenheden komen er honderden om, die een prooi worden van de gieren en wolven, die steeds belust zijn op zulk een feest.

De bison behoeft geen van de dieren te vreezen, die met hem dezelfde streken bewonen, want als hij aangevallen wordt, komen al zijn broeders hem te hulp. Slechts als hij door den pijl van een Indiaan of door een kogel gewond is, wordt dit groote dier het slachtoffer van zijne viervoetige vijanden. De listige witte wolven vreest hij het meest, want deze zwervelingen bespeurenspoedig dat hij zwak of ziek is, en gaan dan in menigte op hem af, met het doel om hem te verscheuren. Maar de bison bezwijkt niet zonder pogingen te doen om zijn leven te redden. Hij verdedigt zich met zijn krachtigen kop, en is moedig en dapper tot het laatste oogenblik, maar zijne knieën knikken onder het gewicht van zijn lichaam, dat door bloedverlies is verzwakt. De wolven vallen hem van alle kanten aan. Met hunne scherpe tanden rijten zij zijne huid open, telkens te vlug achteruit gaande om door zijne horens of hoeven getroffen te worden. Zijne pogingen om de sprongen van de wolven te ontduiken zijn te vergeefs; hij spant zijne laatste krachten in, springt op een van de wolven los, maar valt tegelijkertijd op het lichaam van zijn vijand neer, te zwak om den ongelijken strijd voort te zetten en niet in staat om weer op te staan. De hongerige wolven vallen op hem aan, en weldra is er van den bison niets meer over dan alleen zijn geraamte.

Er is een ander dier dat met den bison naar de heerschappij dingt, namelijk de grijze beer. Deze gevreesde inwoner van het verre westen is een zeer gevaarlijke tegenpartij zoowel voor menschen als voor dieren. Gelukkig valt hij zelden aan, en als hij kan, vlucht hij liever dan te vechten. Maar dit is niet het geval als hij in zijn maaltijd gestoord wordt, of als hij niet vluchten kan, of nog erger, als het dier een wijfje is en jongen heeft; dan mogen jagers en dieren wel voorzichtig zijn, want dan is de aanval moorddadig en wanhopig.

De grijze beer is zeer sterk. Als hij een bison heeft kunnen dooden, sleept hij het zware lichaam naar zijn hol en verscheurt het daar. Is hij volwassen, dan klimt hij niet meer in de boomen, waaraan reeds vele jagers hun leven te danken hebben. De grijze beer wordt zeer zelden naar Europa overgebracht, en blijft in de gevangenschap zeer ruw en woest.

Ofschoon de grijze beer een groot en lomp lichaam heeft, kan hij toch vlug loopen, zoodat een jager, op een goed paard gezeten, te nauwernood aan zijne woede ontsnapt. Als de grijze beer zijn vijand achtervolgt, neemt hij groote sprongen, brult verschrikkelijk en tracht zijn vijand met zijne scherpe klauwen te grijpen. Gelukkig kan hij den wedloop niet lang volhouden. Geraakten de bison en de grijze beer met elkander aan ’t vechten, dan zou de strijd vreeselijk zijn,en de uitkomst er van moeielijk te voorspellen. Maar de beer komt niet dikwijls in aanraking met den bison, daar hij in het dichte kreupelhout huist, en de bison een bewoner is van de opene vlakte. Tusschenbeide gebeurt het toch. Op onze plaat wordt een grijze beer verrast door een stoot met den harden kop van den bison. Kunnen wij ook den afloop van het gevecht bezwaarlijk raden, wij mogen ons verzekerd houden dat de bison al het mogelijke zal doen om zijn mededinger naar het koningschap te verslaan.


Back to IndexNext